Verhalen over het leven met een lach en een traan, het feest van opa zijn en natuurlijk over hardlopen.
zondag 14 januari 2018
Egmond 2016. Retezwaar !!!
Dat Egmond dit jaar zwaar zou zijn wist ik van te voren al. Vorig jaar aan niet één loop meegedaan om mee te beginnen. Wel mijn trainingsduurlopen. Maar die doe je als trainer toch net even anders.
Verder was mijn laatste Egmond die van 2014. En die ging niet fijn. Net als die van 2013 trouwens. Ik weet nog goed dat ik vooral bij de laatste heb getwijfeld of het niet tijd was een beetje gas terug te nemen met die lange afstanden.
Er was ooit nog wel een plan voor een hele marathon, vorige jaar met collega trainer Claudia , maar dat plan viel vanwege veel blessureleed aan beide kanten en andere prioriteiten in het water.
Waarom dan toch weer een Egmond in 2016…. Toch een gevalletje van het bloed kruipt waar het niet gaan kan of zo…
Afgelopen seizoen was er ook nog enige twijfel.
Maar collega Branda en trainer collega's Claudia en Marleen, zetten bij mij de zaak in gang. Met Branda al langer geleden de afspraak om eens samen Egmond te doen, de trainsters hadden zoiets van… als jij je inschrijft doen wij het ook. Aldus geschiedde.
Er kwam een versie 2016. Claudia schreef in, Branda schreef in. Marleen haakte vanwege langdurig blessureleed af. Er schreven nog veel meer mensen van AV Zaanland in overigens, zowel voor de 10 als de 21.
Voorbereiding in meters was voor mij niet optimaal. Er waren wel duurlopen op de zaterdagen maar echt maximaal voorbereiden zat er niet in. Nou is december sowieso een lastige maand.
Vanwege al het lekkers dat op alle plekken wordt aangeboden vind ik het altijd al een kunst om niet aan te komen in die feestmaand. Qua meters wel een beetje opgebouwd van de zaterdag van 11, 13, 15 en 17 kilometer, maar dat was het dan ook.
De laatste week vooral gefocust op voldoende rust en slaap. De trainingen van dinsdag en donderdag bij AV Zaanland een klein beetje meegedaan maar verder vooral op coaching gericht.
Collega Branda moest vanwege ziekte helaas afhaken, maar ondertussen hadden zich Marieke en Floor (twee loopsters uit onze loopgroep) zich ook aangesloten bij ons groepje, zodat we met z’n vieren aan de start zouden staan.
Zondagmorgen 10 januari 2016 08.15 uur.
Ik word wakker zonder wekker. Ideaal om de slaap maximaal zijn werk te laten doen. Heb de avond van tevoren wel een bescheiden wijntje genomen maar zeker niet te gek gedaan. Het eerste wat ik doe is de 101 teletekst opstarten om het weer te checken. Er zal een zuidwesterwind waaien van ongeveer kracht 7 daar in Egmond. Dat is pittig. Stevig ontbijten. Maximaal volstouwen met van alles schreef ik eerder al iets over. Om 10 uur richting Claudia waar we verzamelen. Als snel arriveren daar Floor en Marieke en gaan we op pad richting Egmond. Wij rijden over Alkmaar.
Op de A9 loopt het vast. Dat is vreemd. Meestal wel druk maar nooit zo druk. In de verte zijn zwaailichten te zien van een politieauto. Er blijkt op de N9 een ongeval te zijn. Zorgt voor vette vertraging. Hoewel we ruim op tijd zijn lijkt de file nauwelijks in beweging te komen.
In de auto worden nog even programmaboekjes gecheckt. Onze pendelbussen, die we bij IJsbaan de Meent willen nemen rijden, uiterlijk tot 12.00 uur. Dus dat gaat nog wel.
Maar het schiet niet echt op. Als we eenmaal de politieauto op de N9 voorbij zijn, de schade lijkt gelukkig mee te vallen, blijkt dat bij het oprijden van de parkeerterreinen naar de pendelbussen er veel vertraging te zijn. Mondjesmaat worden auto’s toegelaten. Jongens, dit schiet niet op. Na heel veel fases van de verkeerslichten laat een verkeersregelaar ons het terrein op.
Volgende euvel. Geen pendelbus te zien en zeker tweehonderd lopers aan het wachten. Het is vet koud daar en de wind blaast lekker. Dit ging andere jaren toch echt anders. De laatste hapjes worden weggewerkt als daar dan toch twee bussen verschijnen. Het is inmiddels al over twaalf en de start is om 13.00 uur. Het zal toch niet waar zijn dat we dit niet gaan redden. Maar het gaat gelukkig vlot. Eenmaal in Egmond lopen we snel door naar de sporthal.
Na een korte plaspauze vinden we achterin een gezellige sporthal, waar een DJ leuke muziek draait, Frank van Runnersworld Zaandam. Daar kunnen we onze spullen kwijt. Een snel omkleedrondje volgt. Nummers worden opgespeld. Nog en snel een foto vooraf nu we nog fit zijn en er redelijk uitzien. Kon straks wel eens heel anders worden.
In een rustig dribbeltje naar het startvak. Het is inmiddels kwart voor één, dus echt veel tijd is er niet over. Maar we hebben het gered. We doen nog een paar startvakselfies. Voor het thuisfront.
We voelen de wind ondertussen aantrekken. Dit wordt een pittige. Ik heb een app op mijn smartphone die stappen telt. Er zit ook een hardloop variant op. Ik schakel hem maar vast in. Krijg je na afloop mooi in een plattegrond je route te zien. Wat ik even vergeet uit te zetten is de functie die om de kilometer wat info geeft. Eerst in het Duits, dan in het Vlaams. Hoe ver je bent. Wat je over die kilometer deed, dat soort info.
Langzaam schuifelen met z’n allen richting echte startvak op de boulevard. Net als pinguïns gebruiken we de groep als bescherming. Tegen harde wind. Tegen regen die af en toe langskomt. Eenmaal op de boulevard is goed te merken hoe hard de wind waait. Stapje voor stapje richting startdoek. Snel mijn regenponcho uit. Langzaam dribbelen vast. Elkaar succes wensend en daar valt het startschot.
Het spul komt in beweging. ‘Rustig aan beginnen’ roep ik nog om me heen. We hebben oogcontact met elkaar en een stukje van Egmond komt in zicht.
Anders dan bij andere versies zullen we dit jaar al binnen een kilometer op het strand zijn. Normaal had je drie kilometer door Egmond. Kon je een beetje op gang komen. Nu is er dus heel snel die strandopgang. En die wind. Wow. Dat komt even binnen zeg. Gelijk volop tegen. Minstens kracht 7.
Ik begin gelijk met rekenen. De eerste 7 strand. Daarna nog 14 door het duin. We zullen moeten sparen eerst. Teveel geven in het begin zal ongetwijfeld terugbetaald moeten worden. Gewoon kwestie van rekenen.
Teveel anaerobe inspanning zal de energie reserve dusdanig aantasten dat 14 daarna wel heel moeilijk gaat worden. Maar ja, hoe ga je zuinig om met energie terwijl je alles nodig heb om vooruit te komen.
Ik zie al snel groepjes ontstaan. In elkaars slipstream. Wij zoeken elkaar ook steeds op. Maar gewoon ademen kost al kracht. Dit gaat heel zwaar worden. Allerlei scenario’s schieten door mijn hoofd. We moeten alle fysieke en mentale tools inzetten om te kunnen overleven hier.
We vormen een treintje. Proberen achter grote mensen aan te haken. Dat is op zich niet zo moeilijk, wat ik ben met 1.76 de grootste van ons groepje van vier. Pasfrequentie omhoog, maar paslengte omlaag. Landen op voor- en middenvoet. Hard zand opzoeken. Het is een gevecht. Ook in mijn hoofd.
Ik blijf rekenen. Mijn Garmin geeft afwisselend 9.2 en 8.6 per uur aan. Qua tijd moeten we al helemaal niks verwachten. Liever nu toch nog wat gas terug dan straks in het duin de pijp leeg. Weer een open stuk. Maximale wind. Ik voel en hoor hem nog. Alsof ik hard op de motor rijd zonder helm en oordoppen.
Zo’n geluid. Ik hoor niets om mij heen terwijl men normaal op dit stuk honderduit praat. Over van alles en nog wat. Maar iedereen is stil. Heeft zijn kracht hard nodig. Ik kijk eens om mij heen, waar zitten mijn maatjes? Ik zie ze. Velen om mij heen met iets van een glimlach. Maar ook een verbeten trek.
Dit is strijd. Dit is Egmond!!!
We passeren de borden van de kilometers. Er zit systeem in. Eerst trilt mijn smartphone die ik om mijn linker bovenarm draag. Een Duitse en Vlaamse stem melden het aantal kilometers. Vooral hoe hard, of beter hoe traag het gemiddeld gaat. Klinkt nu nog grappig dat Vlaamse accent. Later gaat dit behoorlijk irriteren.
Dan trilt mijn Garmin. Deze heb ik op de start ingedrukt dus die geeft de meest juiste info. Dan het kilometerbord.
Pfff… ik heb het echt zwaar. Zo’n zware Egmond had ik nog niet eerder. En we zijn pas op vijf kilometer. De meiden willen even drinken bij de drinkpost. Ik ziet nog vol genoeg. Gelukkig even de gang eruit. Ik draai me om met mijn rug naar de nog altijd harde wind en voel dat ik gewoon kan gaan hangen. Als een soort verticale sky dive. Even op adem. Ik merk dat mijn luchtwegen ook beginnen ten protesteren. Inderdaad. Alles zal vandaag uit de kast moeten…
Na zeven kilometer zal er dan eindelijk een einde komen aan deze beproeving, moeten we een stukje klimmen, maar dan volgt er eindelijk de luwte van het duinpad. Weg uit die klotewind. Nog even. Het lint met lopers zwenkt een beetje naar links en het loopt ietsje omhoog. Ik kijk goed om me heen, want hier staan vaak bekenden. Ineens zie ik, in de clubkleuren, de voorzitter van AV Zaanland staan langs de kant.
‘Fons’ roep ik hard. We hebben oogcontact en ik steek mijn hand op. Hij richt een camera met flinke telelens op me. Ik hoor gezoem. Dit zijn zeker vijf foto’s. Zit altijd wel een knappe bij. Het zand omhoog is inmiddels zo mul geworden dan ik even een stukje ga wandelen. Even een herstelmomentje. Als snel zijn we weer met zijn vieren. Wandelen/dribbelen we rustig naar boven. Weg uit die wind. Eenmaal boven treffen we nog Elzo, één van onze lopers van Zaanland die hier niet meedoet, in het publiek. Zijn aanmoedigen geeft ons weer een beetje vleugels. We dalen langzaam het duinpad af weer richting Egmond. Korte pasjes en ja hoor, wind in de rug. Hoewel we nog wel 14 km moeten lijken we op dit moment tenminste, het zwaarste te hebben gehad…
Eenmaal in de luwte van de duinen komen we even op adem. Even de druk van de ketel van die harde wind. Het gaat langzaam naar beneden dus kleine pasjes, gas terugnemen. We komen even in gesprek met elkaar. Zonder uitzondering hebben we fors ingeleverd qua energie op het strand. En in de oude situatie, van eerst drie kilometer door het dorp en daarna zeven kilometer strand, hebben we er normaal gezien op dit punt nu dus wel even tien opzitten.
Nu dus niet en dat zal later ook een forse aderlating blijken. Nadat we de eerste helling naar beneden hebben gehad begint het gelijk weer te stijgen. Maar dit gebied kennen we goed. Hier lopen we vaker met AV Zaanland. Tot aan de fietsenstalling met de houten rekken, waar het parcours naar rechts zal buigen is het letterlijk berg en dal. Dus vooral rustig aan. Claudia komt naast me lopen. ‘Zag je Fons nog?’ vraag ik. ‘Zeker,’ is het antwoord. ‘En Jan en Wendy liepen op het strand’. Die heb ik dan weer gemist. Samen hebben we ook Elzo gespot, zo blijkt.
Ik had het eerder over het inzetten van fysieke en mentale tools tijds zo’n barre tocht. Dat werkt dus echt. Fysiek kun je natuurlijk onderweg het nodige aan je ritme en houding veranderen als het moeilijk wordt. Ik doe dat zelf regelmatig bij mijn lopers. ‘Rechtop, denk aan je passen, blijf vooruit kijken, denk aan je arminzet, loop ‘licht’, zijn zo van die termen die je regelmatig van ons hoort. Nu heb ik het zelf hard nodig. Maar ook de mentale kant. Een bekende zien doet al goed. Als die ook nog eens je naam noemt en je aanmoedigt voelt dat gewoon oké. Later zal ik deze tools voor mezelf ook nog eens hard nodig blijken te hebben.
We gaan voort. Ik begin dorst te krijgen. Slecht teken. Veel ingeleverd op het strand, lijkt wel. Er komt bij 10,5 kilometer een drinkpost heb ik begrepen. Tot dit deel gaat het nog over het oude parcours.
Dan stopt het duin een beetje en gaan we normaal naar links evenwijdig aan het strand richting Egmond. Dit is nu ook weer anders. Ik merk dat het ‘uit de comfortzone’ me op dit moment niet zo goed uitkomt. Normaal weet ik wel waar de lastige stukken zitten. Vandaag is niets normaal.
Eindelijk daar is de drinkpost. Een oudere man houdt een slang vast waar water uitkomt. ‘Hier is water’ hoor ik hem roepen. Ik ben hem voorbij. Pak wel een bekertje verderop.
Wat blijkt…. De bekers zijn hier op. Ja hoor !!!
Ik wil niet uit een slang water nu. Retekoud duinwater zal onmiddellijk op mijn maag slaan. Ik slik een vloek in. Niet tegen deze mensen. Zij staan er de hele dag voor ons. Je kunt hen niets kwalijk nemen. Maar hallo…. We betalen best wel even wat voor een startbewijs. Met het pendelbusverhaal in mijn achterhoofd en het mondjesmaat kunnen parkeren ben ik even heel boos op de organisatie. Maar we moeten verder. Mijn dorst wordt erger en ik voel hoofdpijn opkomen.
Hoe vaak ik niet mijn lopers adviseer om genoeg te drinken. Te weinig vocht in een lijf kan funest zijn. Zeker met warm weer. Met dorst ben je eigenlijk al te laat. Hoofdpijn bij mij persoonlijk onder een loop houdt eigenlijk altijd vochttekort in. Gewoon te veel op het strand gegeven. Ik ben niet echt in paniek nog, maar wordt wel een beetje ongerust. Kan niet te lang zonder water nu, anders gaat het fout. Mijn medeloopsters hadden op het strand nog iets gehad.
Nu moet ik even mentaal aan de gang anders slaat dat weer terug op mijn fysieke lopen. Het parcours is nu vlak. Om me heen hoor ik dat er op 13,5 km nog een drinkpost komt. Zij hebben het boekje wat bij het startnummer zat, dus wel goed gelezen. Hoofdpijn wordt erger. Dorst ook. Bij een Dam tot Dam staan er vaak kinderen met emmers met sponzen. En bekers water. Waarom hier niet. Er lijkt sowieso minder publiek, maar dat zal wel aan de late starttijd liggen. Overigens hulde voor alle toeschouwers. Ik vind het altijd maar top dat ze er staan. Kou en slecht weer trotserend. Petje af.
Ik voel mijn linkerarm weer trillen. Eerst in het Duits, dan in het Vlaams de nodige gegevens. Begint me nu wel iets te irriteren dus. Ik weet het nu wel. Maar toeval of niet, voor me loopt een stel dat reageert op de Duitse stem. Ik loop vlak achter ze en val in hun gesprek. Het blijkt een Duitse man en een Nederlandse vrouw. Hij kijkt om en maakt oogcontact. Ik wijs hem op mijn smartphone op mijn linker bovenarm.
Hij knikt. Ik ben dus geen Duitser. Hij voert zijn gesprek verder. Ik hoor hem praten over zijn kleindochter. Hoor hem iets zeggen over ’Enkeltochter’, en ‘Sie is zwölf woche jetzt! Sie heisst Annabel!'
Ik spits mijn oren. Kijk de man van de zijkant aan en zie zijn ogen glimmen. Een echter trotse opa dus. Dat herken ik natuurlijk als geen ander. Mooie doelgroep waar ik tegenwoordig bij mag horen.
Direct gaan mijn gedachten naar mijn eigen kleindochter, nu bijna tien weken oud. Afgelopen week nog gezien en een mooie foto gemaakt. Ze glimlacht al naar me. Dat moet natuurlijk vastgelegd. Mijn start/vergrendelscherm van mijn telefoon toont gelijk een foto van ons mooie poppie, inclusief glimlach. Ik overweeg de Duitse man aan te spreken. Maar mijn brein werkt niet meer zo goed. Wat is ook al weer opa in het Duits? Ik heb vrij lang Duits gehad op school, nog een jaartje voor een Duits bedrijf gewerkt, maar kom niet op het Duitse woord voor opa. Ik laat het maar zo. Ze gaan me iets te langzaam en ik haal deze twee mensen in. Steek nog wel even mijn duim op naar de trotse opa. Mompel nog iets van gratuliere of zo…
Hé, ik haal in. Ik voel mijn benen minder. Mindset dus. Komt gewoon doordat ik even die kleine in gedachten had. Ik voel me ineens dus sterker. Dat bedoel ik dus met mentale tools. Gewoon onbewust even de focus verlegd. Het werkt.
Tijdens dit oplevingsmomentje denk ik, mijmer ik een beetje. Zal die kleine meid ooit snappen waarom een groot aantal volwassen mensen waaronder haar eigen opa op een vrije zondag massaal tegen de wind in rennen. Dat mensen daar geld voor betalen en ook nog zeggen dat ze dat leuk vinden. Zal nog wel even een tijdje duren.
Maar ook aan hoe het zou zijn als ze een jaar of achttien is en samen met haar opa een Dam tot Damloop zal lopen of een heuse Egmond. Hoe mooi zou dat zijn? Even rekenen… Ik ben nu 55. Als zij 18 is ben ik 73. Zou best kunnen. ‘Onze’ Rudy van AV Zaanland is ook al weer bijna 75.
In gedachten zie ik me al, als beretrotse opa, samen met mijn kleinkind over de finish gaan. Heerlijke gedachten.
En ze werken wat daar ineens is de drinkpost van 13,5 kilometer. Er staan genoeg bekers. Even een stukje wandelen. Rustig een bekertje opdrinken. Ik voel gewoon mijn hoofdpijn wegtrekken. De dorst verdwijnt ook als sneeuw voor de zon. Wat een mooi systeem toch zo’n mensenlichaam. Ik zoek ons groepje op. Samen wandelen we een stukje en komen weer op gang. Nog ruim zeven kilometer nu. Rustig weer in het ritme. Begin toch mijn beentjes wel te voelen. Nadat ik het mooie plaatje van mij en mijn kleindochter samen over de finish over een jaar of achttien een mooi plekkie in mijn hoofd heb gegeven voel ik ook mijn lijf weer.
Weer mijn bovenarm. ‘Es ist fünfzehn kilometer….’ Ja ik weet het nou wel !!! Weer die Vlaamse stem erachteraan. Hou eens op !!! Garmin trilt ook en er is weer een kilometerbord.
Ik passeer en wordt gepasseerd door wildvreemde mensen, die zomaar het gesprek met me aangaan. Lopen verbindt !!!
We lopen als viertal weer even een stukje bij elkaar. Ik besluit in gedachten een rondje lichaam te doen. Wat voelt nog goed. Wat voelt niet meer goed. Onder linkervoet lijkt een blaar te komen. Rechterteen doet zeer. Ik heb een zogenaamd ‘hallux rigidus’ een verstijfd grote teen gewricht. Ook eens in mijn jongere jaren tijdens karate in de mat blijven steken terwijl de rest van mijn lichaam draaide. Nooit last van gehad. Tot een jaar of tien terug. Na wat therapietjes is dit wat het is. Teengewricht is verstijfd. Prima mee te leven, maar op dit soort stukken dus af en toe pijnlijk. Nadat mijn gedachten bij mijn enkels en kuiten komen doemt er opeens een bekende gedaante op.
Lange vent, ik herken zijn loophouding. Wijs Claudia op hem. ‘Is dat André ?’ Het blijkt André, één van onze AV Zaanland lopers, toevallig uit onze eigen groep. We raken even in gesprek. Weer even zo’n mentaal momentje. Ineens voel ik geen pijn meer. Later zou André zeggen dat hij mij nog fit voorbij zag gaan. Hij oogt ook fit. Later blijken we allebei hier ongeveer op ons tandvlees te lopen.
Van André heb ik een mooi boek in bruikleen. Over een stam uit de Copper Canyon in Mexico. De Tarahumara. Zij schijnen de ultieme loopstijl te hebben en kunnen dit vanwege de hoogten waarop zijn wonen ook erg lang volhouden. Zogenaamde ultralopers die heel natuurlijk bewegen. Ik probeer nog een flauw grapje te maken over de Tarahumara maar wederom laat mijn brein me in de steek op dat moment. Ik weet niet meer goed hoe ik dit uit moet spreken. Wel weer even een mindset moment. Ik voel me lichamelijk weer een soort van oké.
Het werkt dus echt. Fysieke en mentale tools. Terwijl ik mezelf in gedachten weer toespreek. ‘Rechtop, loop licht, denk aan je armen,’ merk ik dat ook de pijn in mijn lijf weer even wat minder was, maar niet helemaal weg.
Ik ga wel iets langzamer, maar laat André toch uiteindelijk achter me. Claudia lijkt wel vleugels te hebben want ineens heeft ze een meter of honderd, samen met Floor. Maar ook ineens is daar weer de drinkpost van 17 kilometer. Die kende ik nog van vorige jaren. We zitten weer op bekend terrein. Even hergroeperen. Marieke, Floor, Clau en ik. Check.
We wandelen al drinkend een stukje verder. ‘Bij het bord van 17 km weer lopen?’ stelt Marieke voor. Weer in looppas. Het wordt nu wel steeds zwaarder. Maar ik weet ook de dat de afslag naar de Bloedweg nu niet zo heel lang meer op zich zal laten wachten. De laatste kuitenbijter. Clau en Floor hebben nu zo’n tweehonderd meter.
Op kilometer 19 zit ongeveer de Bloedweg. Ik zie ze in de verte linksaf slaan, terwijl Marieke een meter of vijftig voor me zit. Ook voor ons nadert de Bloedweg. Niet eens zo heel stijl, maar wel heel lang vals plat en we hebben er al 19 opzitten dus. Ik probeer weer een rondje lichaam. Blaar linkervoet. Pijn. Teen rechtervoet. Pijn. Beide kuiten, pijn. Bovenbenen, pijn.
Deze check is niet zo handig. Had ik beter niet kunnen doen. Ik zie nog Marieke voor me wandelen. Ik geef nu ook heel even op. Ook maar wandelen. Heel even dan. Tot aan de camera’s bovenop. Dan gaat het wel weer. Ik hoor muziek vanuit het dorp. Einde Bloedweg. Hier staan nog wat mensen ons toe te juichen. Er is veel drank en ze zijn uitgelaten. We zijn duidelijk de laatste groep.
Ook hier is het parcours weer anders. Gelijk rechts het dorp in. Dan tot aan de weg van hotel Zuiderduin. Daar weer links. Daar is het twintigkilometer punt. Eenmaal daar aangekomen zie ik Claudia met Floor aan de linkerkant van de weg staan. Marieke voegt zich bij hen. Ik zie ze kijken waar ik zit. Wat een toppers deze meiden!!!
Met z’n vieren besluiten we de laatste kilometer samen af te leggen. ’Komen er nog klimmetjes?’ vraagt Floor. ‘Nog twee,’ weet ik uit te brengen. Zij lopen Egmond voor het eerst. Ik ben de ‘ervaren man’….. nou…. Geloof me weinig meer van over nu...
De bocht naar rechts. Klein stukkie naar beneden en weer omhoog. Oude auto met harde muziek. Linksaf richting boulevard. De afstandsbordjes laten het zien. Nog 400 meter. Nog 300 meter. En dan rechtsaf de boulevard op. Nog 200 meter. Marieke valt even stil. We moedigen haar aan. Met z’n vieren over de streep gaan we. We lopen de laatste meters naast elkaar. Maken oogcontact. Op 50 meter pakken we elkaars handen vast. Op 25 meter gaan ze de lucht in. Langer dan tien meter houden we dit niet vol, maar het is genoeg. Het staat op beeld en we zijn…….. BINNEN!!!!
Ik voel iets van euforie, we feliciteren elkaar. Dit hebben wij geflikt. Tijd 2.23 uur. Die was wel eens beter. We zijn er. Daar gaat het om. We krijgen onze medaille om en een blikje sportdrank en komen langzaam op adem. Gelijk maar even wat selfies van ons zelf en van ons groepje. (dat heet een onsie geloof ik)
Ik app gelijk mijn foto in onze familieapp. Scroll wat naar boven en zie daar een foto van mijn kleindochter, liggend in sportieve outfit. Ik heb geen leesbril op, maar vooraf heeft mijn schoondochter dus ‘Succes Opa’ onder de foto geplaatst. Ja hoor Bingo !!! Slik !!! Merk nu pas hoe moe ik ben. Even snuiten dan maar…
Ik voeg me weer bij de meiden en we wandelen rustig richting sporthal.
Egmond 2016. Wat een beproeving !!!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)


Geen opmerkingen:
Een reactie posten