zondag 24 februari 2019

Onze eerste hond....



Afscheid van Rixie…

Vanmorgen stuurde Facebook een herinnering. Banjer onze laatste hond op een stuk tapijt 5 jaar terug. En ineens gingen ook mijn gedachten uit naar onze eerste hond.

Banjer is inmiddels bijna een jaar niet meer onder ons. Had natuurlijk niet het eeuwige leven. Je weet dat er een moment van afscheid gaat komen. Wij hebben dat al een aantal keren mogen doorstaan, ook met diverse katten. En echt wennen zal het natuurlijk nooit. Onze eerste hond Rixie, kregen wij ergens begin jaren tachtig. En daar gaat dit verhaaltje over….

Ik werkte op dat moment aan politiebureau Van Leijenberghlaan in Buitenveldert. Een van onze hondengeleiders bracht ter sprake dat er in zijn wijk twee oudere dames woonden die een hond hadden die ze absoluut niet aankonden. In hun wanhoop hadden ze de politie maar gebeld en zo was hij op het spoor gekomen. Of er iemand van ons wellicht nog een hond wilde want anders zou het beest onherroepelijk naar het asiel gaan, voor herplaatsing of anders de hondenhemel. Zo werkte dat nou eenmaal.

Nu hadden wij het daar thuis wel eens over. Net samenwonend. Een kat. Een hond zou daarbij wel leuk zijn. We wisten wat een hond inhield. Hadden ons daarover al uitgebreid laten voorlichten. Ik belde naar mijn vrouw. Die was gelijk enthousiast. Ik twijfelde later weer. Allebei een baan. Maar ik in wisseldiensten en een maatje in huis was ook wel weer leuk. Toen ik ’s avonds thuiskwam had mijn vrouw al wat spulletjes gekocht en was eigenlijk verbaasd dat ik nog twijfelde. Uiteindelijk via wat tussenstapjes toch die hondengeleider maar thuis gebeld voordat we te laat waren.

Dezelfde avond stonden we op de stoep bij een adres in Amsterdam Oud Zuid. Toevallig de buurt waar ik zelf voor een deel opgroeide. Een dame van zeker zestig deed open.

‘O u komt voor Trixie ?’

wat bleek… Moeder en dochter, ruim tachtig en ruim zestig woonde samen en hadden in de dierenwinkel bij hen in de buurt een schattig klein boxertje gezien. Deze werd direct aangeschaft. Ook slordig van zo’n dierenwinkel, bedacht ik me. Dat kleine boxertje groeide natuurlijk als kool en boxers kunnen nogal druk zijn, dus Trixie regeerde het hele huishouden. Ze konden het fysiek niet aan om haar op straat uit te laten want ze sleurde de oudjes over straat, dus Trixie kwam niet verder dan het tuintje.

Wij waren gelijk verkocht. Hadden slechts één blik nodig. De dames waren zielsgelukkig dat we zo’n goed klik met Trixie hadden. We kregen nog geld voor een maand voer mee wat we overigens beleefd weigerden. En zo werd Trixie ons eerste hondje. Die naam vonden we niks, dus daar maakten we Rix van. Klonk voor haar hetzelfde.

Ze had nauwelijks conditie. Was de eerste acht maanden alleen in het tuintje uit geweest. Met wat opvoedtips van de hondengeleider en regelmatig mee laten rennen met hardlopen (deed ik toen ook al) bouwde Rixie al snel de conditie van een paard op.
En ze werd tegen sommige honden aardig dominant. Voor een teefje heel uitzonderlijk. Een van onze buren aan de overkant had een grote Bouvier. Laat haar maar met mijn hond spelen, dan leert ze het dominante wel af. Helemaal mis. De Bouvier ging vanaf die dag met grote boog om Rixie heen. Bij mijn ouders in de straat woonden mensen met een zeer dominante Rottweiler. Toen mijn zus een keer Rixie daar uitliet was het over met zijn heerschappij. Ik hoor hem nog gillen.

Rix was de baas. Voor mensen superlief en speels. Voor mijn vrouw waaks als een herdershond. Daar kwam echt niemand bij in de buurt.
Voor kinderen een speelkameraad. Beresterk en ze kon zwemmen en duiken als de beste. Onze beiden (schoon) ouders werden tot opa en oma gedoopt. Mooie tijd. Het Jagersveld werd net aangelegd dus we maakten daar samen heel veel kilometers. Rix droeg de zwaarste takken over grote afstanden.

Na verloop van tijd werd onze zoon geboren. De problematiek baby’s/ honden was toen best wel vaak in het nieuws naar aanleiding van wat incidenten en we lieten ons uitgebreid voorlichten. We hadden ooit de afspraak met mijn ouders gemaakt dat mocht het onverhoopt niet lukken met een klein kind in huis, dat Rixie daar altijd welkom was. Maar het bleek totaal onnodig. Rixie accepteerde onze zoon als iets heel normaals.

Tot die ene dag…

Onze zoon was ongeveer anderhalf en liep, stommelde, kroop, nou zeg maar van alles wat een kind van anderhalf doet op vooruit te komen. Rixie speelde vaak met hem. Natuurlijk bleven we daar altijd bij. Het blijft immers een hond. En ineens viel Rixie uit. Zomaar in het armpje van onze zoon. Hevig was de schrik. Ze beet zeker niet door, maar trok wel ineens haar lippen op. Dat gedrag hadden we nog nooit van haar gezien. Contact met de dierenarts volgde. Die stond voor een raadsel. Kon niets ontdekken. Maar het vreemde gedrag bleef.

Na een tijd wikken wegen. Avonden praten met veel tranen kwamen we tot een conclusie. We moesten wel van het aanbod van mijn ouders gebruik maken. Nu in een paar zinnen opgeschreven. Toen beslist niet in één dag besloten.
We belden mijn ouders. Brok in de keel. Mijn pa begreep het en stond binnen twintig minuten voor de deur. Jaren later vertelde hij dat dit één van zijn moeilijkste autoritten tot dan toe was geweest. Natuurlijk, het was het beste op dat moment. Maar hij trof daar twee zielige hoopjes mens aan.  Zijn zoon en schoondochter. Ouders van zijn kleinzoon die ineens afstand van hun beste viervoeter moesten doen. ‘Ik dacht ik kom maar gelijk. Anders zitten jullie er zo tegenaan te hikken’.
Voerbak mee. Mand mee en daar ging Pa. Het was gelijk leeg in huis. Een boxer kan nogal aanwezig zijn en Rixie was dat in optima forma.

Na een onrustige nacht besloten we dan maar even bij mijn ouders langs te gaan. Of er niks aan de hand was kwam Rixie op ons af. ‘Weet je’ zei Pa, ‘we kijken het gewoon een paar weken aan.’ Misschien gaat het dan toch weer. Ze blijft altijd welkom maar hoort tenslotte bij jullie.

Tot na ongeveer een week. Mijn ma belde. In tranen. Wat bleek. Rixie begon ineens mank te lopen. De lokale dierenarts vertrouwde het niet en deed een paar testen. Ook één, ik weet niet meer welke, waarvoor Rixie even onder narcose moest. En toen bleek het ergste. Een grote tumor een één van de voorpoten met wat uitzaaiingen. Waarschijnlijk ook de oorzaak van haar veranderende gedrag. En de dierenarts hier had dat, op dat moment niet kunnen vinden.

Wat nu… We gingen in overleg met de dierenarts. Probeerden emotie en zakelijk te scheiden. No way natuurlijk.

Eigenlijk waren er drie opties…. Amputeren en na een half jaar in laten slapen want het was dusdanig ernstig dat langer rekken zeker niet zou lukken.
Niet opereren en heel veel pijn gaan leiden. Of niets van die twee en nu laten inslapen. Ze was nog onder narcose, zou er niets van merken. Nu mee naar huis en dan een paar dagen later met een ogenschijnlijk gezonde (wat dus niet zo was) hond terugkomen was nou ook niet het meest gewenste scenario. De assistente van de dierenarts huilde dapper met ons mee.

Wat een duivels dilemma zeg…

We besloten dan toch maar, na heel lang overwegen te kiezen voor het in de narcose laten en vanuit daar laten inslapen. Welke beslissing we ook hadden genomen, er was gewoon geen goede.
En dit gebeurde dus allemaal in een paar uur tijd.

We mochten even bij haar. Ze sliep met zo’n verband in haar mond opdat ze haar tong niet zou inslikken. We keken elkaar aan. Zo’n levenslustig beest gaan we niet laten lijden. We waren het eens en bleven erbij tijdens het inslapen. De arts schoor een klein stukje haar van haar voorpoten weg en spoot daar ergens de narcotica in. Met een stethoscoop controleerde ze de hartslag tot die stopte…
’Het is nu voorbij,' sprak ze.

Daar lag onze kanjer. Alle levenskracht uit haar weg. Ik probeerde haar ogen nog dicht te drukken. Was zo’n naar gezicht. Vervolgens moest er nog heel zakelijk afgerekend worden. Nadat het dierenuitvaartcentrum was gebeld reden we huilend naar mijn ouders….

Soms zeggen mensen om je heen… ach het is maar een hond….
Nou wij weten wel beter inmiddels….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten