zondag 29 oktober 2017

Mijmeringen...

Mijmeringen van een trotse opa...

Je komt binnen op hele gave rode basketbalschoentjes. Begint beetje te lachen, stampt met je voetjes en roept...

'Kijk opa, doet het niet'...

Nee lieverd, in deze schoenen zitten geen lampjes, dat waren de vorige.

Bijna 2 ben je al weer en kletst honderduit, al verstaan we lang niet alles.

Maar eenmaal binnen zijn we weer helemaal in jouw wereld. Terwijl je mamma nog even een kop koffie meedrinkt ben je al druk met van alles in de weer.

We hadden gisteren een poppenbedje gekocht. Uiteraard heb ik dat met liefde in elkaar gezet en je oma heeft het keurig opgemaakt. Om het toch een verrassing te laten lijken even iets eroverheen gelegd.

Weinig kans die verrassing. Je ziet het gelijk...

'Ooooohhh poppenbed, met handje voor je mond. Oprechte blijheid in je mooie bruine ogen. Ogen, net als je pappa en oma. Maar je lijkt uiterlijk ook steeds meer op je mamma.

Altijd druk met voor ons te zorgen en net als wij allemaal gek op 'samen' zijn.

En.... maar dat is niet zo vreemd met en pappa en mamma en twee oma's en opa's...die allemaal graag aan tafel gaan...gek op lekker eten en drinken.
Je kan het zo gek niet bedenken of je lust het.

Natuurlijk ben ik bevoorrecht sowieso dat ik de status van opa heb. Maar elke week je kleinkind meemaken is ook niet voor alle opa's een vaststaand gegeven.

Terwijl we mamma uitzwaaien heb je je poppen al in bed gelegd en maak je thee voor ons in je speelgoedserviesje.

'Opa koppie thee ?' vraag je... Natuurlijk moet ik dat bij jou komen opdrinken. De onderste tree van de trap in de hal is jouw bankstel.

'Opa, kom .... zitten'...

met een gebaar van je kleine handjes wijs je mijn zitplaats aan.

Terwijl we samen thee drinken op de trap, leg je je kleine handje op mijn knie en nemen we zoals gebruikelijk alle jassen door die aan de kapstok hangen.

Onze namen lukken jou ook steeds beter. Oma Ews is al bijna goed en naar opa Kis luister ik ook al steeds beter.

En jezelf noem je regelmatig kindje Pick... Bijna goed Puck..😍.

Alle kinderliedjes passeren de revue en je kent weer meer woordjes, wat gaat dat toch snel.

De volgende fase...

'Opa pannenkoeken? En in je minipannetjes begin je te bakken. Ik kan uren naar je kijken zo. Wat een heerlijk bezig klein mensje ben je toch.

Na een uurtje gaan we lekker naar buiten. Rondje boodschappen met jouw gave driewieler met duwstang.

Natuurlijk weet je de procdures inmiddels...

Bij de Lidl staat een kistje met appels voor kids. Dat is jouw eerste stop. Die appel is nog maar half op als we bij de viskraam aankomen. Je hebt de vrouw van de viskraam inmiddels ook al ingepakt met je lieve lach en knipoogjes.

En ja hoor... 'Opa vissie'... de verkoopster noemt jou prinses en je krijgt een van haar fishfinger.
Ik mag de rest van de appel...

Zingend lopen/fietsen we terug. Onder viaducten bleren we om het hardst...

'Oewieeeeehhh... 'dat klinkt met jouw felle stem steeds leuker.

Het is bijna middag. Je oma heeft poffertjes gebakken en even ben je ontroostbaar als je per ongeluk je bord op de grond laat vallen....

Tja... je wil alles 'zewf doen'... maar dat lukt natuurlijk niet altijd.

Met een 'Opa kus' ga je voor je middagslapie. 'Effe slapie doen met chone luier' zoals je dat zo heerlijk zegt...

Denk dat ik ook effe uurtje de bank pak...

X

vrijdag 27 oktober 2017

Mijn opoe deed in de jaren zestig al aan sociale media...



Opoe deed ook al aan sociale media.

Ik heb nog twee overgrootmoeders meegemaakt.

Hoewel niet echt lang, heb ik tot mijn 9e af en toe iets meegekregen van deze generatie. En omdat ik zelf ook al weer 2 jaar de eretitel van opa mag dragen zijn dat dus zes generaties in totaal.

De ‘opoe’ waar dit verhaal over gaat, was de moeder van mijn oma. In mijn beleving een vrouw met halflang grijs, bijna wit haar, die altijd in donkerkleurige jurken gekleed ging.

 Het is vooral de beleving van een 9-jarige dus ze zal vast ook wel iets anders hebben gehad. Wat ik me nog meer kan herinneren van opoe dat ze altijd van die harde klapzoenen gaf.

Nogmaals het was mijn beleving, maar voor mijn gevoel bleef er altijd een beetje vocht achter. Ik veegde dat steevast af, waarop opoe altijd zei : ‘Zeg, ik heb geen schurft hoor !!!” Later zou mijn oma (haar dochter) dat ook nog heel vaak zeggen, want daar deed ik kennelijk hetzelfde bij.

En omdat er meer mensen in de opoe generatie waren hadden wij als kind onderling (en later als de wat meer overjarige pubers) heel strategisch in beeld welke oudere dames er met ‘bijvangst’ zoenden op verjaardagen.

Zeker bij binnenkomst, was dat wel handig als één van die oudere dames net aan een slagroomgebakje zat. Als kind kenden we onze pappenheimers ook wel een beetje.

Maar mijn opoe deed dus in die tijd, ik heb het over midden jaren zestig, ook aan (de voorloper van) sociale media. En dat net zoals nu, ook niet altijd klopte blijkt ook uit dit verhaal. Sociale media. Je zou bijna denken dan we nooit anders kenden.

Het heeft natuurlijk vele voordelen. Informatie is heel snel gedeeld en als het moet zo aan de andere kant van de wereld. Daar zit natuurlijk best een risico in. Voor de fun dingen, zaken met een knipoog niet zo erg. Maar helaas is ook alle narigheid van de afgelopen tijd ook reden voor een hoop lieden om de sociale media maar te gebruiken voor ongenuanceerd schelden. Vaak gaat een bericht viraal, soms zelfs bewust en daar wordt dan massaal op gereageerd. Zonder dat er ook maar enige vorm van controle plaatsvindt. Dat roept weer tegenreacties op en voor je het weet is er weer één bak haat gecreëerd. Dat is dan één schaduwkant.

Een andere is dat, vooral veel jongeren van deze tijd, zowel in de gewone als de virtuele wereld leven. Dat zie je helaas veel terug in het verkeer. Uiteraard zijn ook veel appende volwassenen niet uit te vlakken, maar toevallig gisteren nog moest ik fors op de claxon en een schreeuw geven, om de jonge jongen, die helemaal zijn eigen wereld leek te leven en al append op de linker weghelft op me af reed. Ik maar me grote zorgen over deze groeiende groep.

 Maar terug naar mijn opoe.

Zij woonde in de Tweede Nassaustraat, schuin boven het café waar later Bolle Jan zou komen.

Bolle Jan, de vader van René Froger, speelde daar zijn ‘schuine’ liedjes. René Froger was daar als jochie van 19 als barkeeper werkzaam en mocht af en toe zijn Tom Jones en Andre Hazesnummers zingen. We weten inmiddels hoe het René vergaan is. In mijn latere leven kwam ik nog wel eens bij Bolle Jan.

Maar opoe woonde dus best op een mooie stek, zo boven de kroeg.  Ze had op de eerste etage goed zicht op de brug over de De Wittenkade. Het was in die tijd heel gebruikelijk dat (vooral oude vrouwen) aan hun raam een spiegeltje hadden hangen, een zogenaamd spionnetje.

Formeel bedoeld om te kijken wie er voor de deur stond bij aanbellen, maar die spionnetjes waren te draaien zodat de hele buurt zo’n beetje overzien kon worden. En omdat opoe ‘slecht ter been’ was bracht zij vele uren voor het raam door, kijkend in de hele buurt. Omdat er meer opoes waren, had je aan die mensen een aardige nieuwsbron. Was wel even handig om datgene wat ze zagen even te checken op waarheid. Wat eigenlijk bij de huidige sociale media ook geen kwaad zou kunnen.

De Tweede Nassaustraat ligt in de Staatsliedenbuurt. Ik heb wel eens vaker op deze pagina geschreven dat daar mijn roots liggen. De Staatsliedenbuurt grenst bijna aan de Jordaan.

Wij kwamen voor mijn idee best vaak bij opoe. Bedenk dat het een tijd was, waarin lang niet iedereen TV had, laat staat een telefoon thuis. Informatie werd op verjaardagen en andere bijeenkomsten thuis gedeeld. En nieuwtjes werden uitgewisseld en weer verder gedeeld op latere tijdstippen (zie hier het delen cq retweeten uit de sixties).

 Op enig moment waren mijn ouders daar op visite. Opoe zat op haar gebruikelijke stek voor het raam in een ouderwetse leunstoel. Opoe kwam met het bericht dat mijnheer Jansen was overleden.

 Opoe had goed zich op alles en iedereen die in haar straat liep. De Tweede Nassaustraat is best een centrale ader, waar de tram reed en lopend was je heel snel via de Nassaukade, de Rotterdammerbrug en de Marnixstraat in hartje Jordaan. Opoe wist (ook door het spionnetje) bijna alles. Bijna, zo zou later blijken. Maar mijnheer Jansen was dus dood. Dat werd even besproken en opoe had in de week daarna mevrouw Jansen inderdaad alleen zien lopen.

Beiden (de Jansens) gingen namelijk altijd samen naar de markt in de Jordaan. Al jaren. De Jordaan kent twee, eigenlijk drie markten. Op maandag de markt op de Westerstraat. Niet te verwarren met de Westermarkt, want die is bij de Rozengracht. En op zaterdag de Lindengrachtmarkt.

 Soms lopen de markten door naar kop op de Noordermarkt, die dan wel weer echt zo heet en daar ook is om het lekker verwarrend te maken. Vandaar dus drie markten. Maar mijnheer en mevrouw Jansen gingen jaren samen en hoe triest ook, nu ging mevrouw Jansen alleen.

 Nu wil het toeval, dat mijn vader met een neef van de heer Jansen op de bouw werkte. Dus met de wetenschap dat zijn oom er niet meer was, bracht mijn vader zijn oprechte deelneming over aan die neef. Die reageerde zeer verbaasd. “Hoe en wanneer dan ? Gisteren was ie nog bij ons, in blakende gezondheid”, aldus de neef.

Ergens in de informatievoorziening van opoe, was er dus duidelijk iets fouts doorgegeven. Gelukkig was er nog geen telefoon en moest mijn pa noodgedwongen even wachten tot het eerstvolgende bezoek aan opoe om hierop terug te komen. (Zou in deze tijd ook geen kwaad kunnen, verplichte bedenktijd en dan pas reageren).

Maar dat bezoek kwam er natuurlijk. En Pa zat te wachten op het juiste moment om opoe even flink de waarheid te zeggen. Dat moment kwam sneller dan gedacht. Opoe zat weer op haar stek. Keek naar buiten en zag mijnheer Jansen ineens over de brug van de De Wittenkade komen. Mijn pa zag dat ook. Opoe verschoot van kleur… ‘En opoe…. Is deze week mevrouw Jansen soms dood?’…

Het werd uitgepraat. Opoe deed vanaf toen niet zo snel meer aan aannames…

Later kwam opoe ten val in haar huisje, brak iets en was tot het eind van haar leven opgenomen in het Amstelhof, toen een verzorgingshuis, nu de Hermitage aan de Amstel.

 Zowel in de Staatsliedenbuurt als op de Amstel, kom ik nog regelmatig. Het woninkje van opoe werd net als café Bolle Jan, gesloopt. In de plaats staat nieuwbouw.

Maar elke keer als ik daar langskom denk ik altijd aan opoe, die in haar tijd de sociale media eigenlijk al volledig beheerste…

maandag 23 oktober 2017

Imagine.... Angstige uren op cardiologie...

Angstige uren op cardiologie.


Maandag 9 oktober was het dan zover. Na anderhalf jaar van onzekerheid of er wel of niet iets met mijn hart was, stond een hartcatheterisatie gepland. Alles was zo'n beetje de revue gepasseerd de afgelopen pakweg 18 maanden. Meerdere ECG's, fietstesten, echo's, röntgenfoto's en bloedonderzoek.

Nergens iets te ontdekken. Geen infarct of andere narigheid. Heel in het begin een éénmalige kleine afwijking op een ECG. De toen geplande catheterisatie werd afgeblazen wegens te hoge bloeddruk en ik ging medisch traject in met heel veel medicatie.

Mocht sporten weer oppakken. Ging langzaam maar zeker vooruit. Klachten konden wellicht ook spiergerelateerd zijn. Vooral omdat e.e.a. bij de bovenste ribben zat. Heb in de loop der tijd wel een keer of 12 mijn ribben gekneusd gehad. Soms uitstraling naar kaak en armen. Maar vaak ook niet.

Ik had alles op kunnen bouwen en de Dam tot Damloop gelopen. Maar omdat op een CT scan duidelijk kalk was te zien en niet zeker of dit binnen of buiten de aders zat dus alsnog een catheterisatie.

In de aanloop hoor en lees je natuurlijk ook dat het wel eens fout gaat. Misprikken of zo. Misschien hoorde ik maar 2 van dit soort verhalen. Maar ze blijven hangen. En als je in zo'n medisch molentje zit hoor je veel. Heel veel.

Maar nog steeds ging ik uit van het positieve. Gewoon om alles te sluiten. Ik had nog wel heel even gewacht met inschrijven voor de halve van Egmond.

Toch misschien voorgevoel...

Maandag 9 oktober 07.30 uur...

Maar nu is het dus zover. VUMC in Amsterdam. Ik voel nu toch de spanning wel toenemen en dat is te zien bij de bloeddrukmeting.

De cardioloog die alles gaat uitvoeren komt nog even langs. Vindt de verhoogde bloeddruk geen probleem.

Slik. In Zaandam vorig jaar was dát juist de reden om alles af te blazen. Want ik kon eraan overlijden werd er toen gezegd. Hier gaan ze dus gewoon door.

Nog wat doemscenario's schieten door mijn hoofd, maar ik realiseer me ook dat ik geen keuze heb. Ik moet weten wat er is. Door blijven lopen en over half jaar omdonderen wil ik ook niet.

Daar verschijnt een man in OK-outfit. Stelt zich voor. Hij gaat assisteren bij het onderzoek. Probeert me gerust te stellen. Ik neem afscheid van m'n vrouw en word in een rolstoel gezet en richting catheterisatieruimte gereden.

Daar moet ik overstappen in een smal bed. Komt nog een verpleegkundige zich voorstellen die me ook zal bijstaan en dan begint het.

Operatiekleed over me heen, mutsie op. De sfeer is gemoedelijk. 'U oogt nogal rustig,' fluistert de verpleegkundige. Ik mompel iets van buikademhaling en stressreductie. Voel me gek genoeg heel rustig nu.

'Oké we gaan starten' zegt de cardioloog die het onderzoek zal uitvoeren.

Ik voel een infuusnaald mijn linkerarm ingaan. Voor de zekerheid compleet infuus aangelegd. In de rechter komt een verdovende injectie. 'We gaan zo daar de slagader aanprikken' zei de cardioloog. Tot zover lijkt nog alles routine. Weer een diepe zucht.

Ondanks de verdoving voel ik de catheternaald naar binnengaan en het geheel opschuiven in mijn rechterarm. Branderig is de beste omschrijving. Ik gaf wat kuchjes. Lichte verkoudheid. 'Niet te veel kuchen mijnheer'...

Routineus volgen een aantal handelingen. Het is exact 09.00 uur want het journaal is op de radio. De sfeer is nog steeds ontspannen... Totdat....

'Oké, u linker kransslagader is mooi schoon. Maar in de rechter zien we een behoorlijke vernauwing....dat gaan we gelijk proberen op te lossen.'....

Shit dus toch, schiet het door mijn hoofd. Dus toch niet spieren... Hier had ik dus helemaal niet op gerekend. Zeker niet na de Dam tot Dam.

Diepe zucht. Kalm blijven ademen. 'Mentale kracht tools inzetten' gaan mijn gedachten. Mijn lijf blijft rustig. Mijn geest gaat tekeer. Ik krijg van de verpleegkundige twee antistollings pilletjes. 'Voor als ze zo gaan dotteren'...

Dotteren. Voor het eerst valt dit woord. Hoe vaak heb ik dit niet gehoord over iemand. Bijna altijd ver van mijn bed. Nu ben ik dus zelf de sjaak... Dit gebeurt er dan dus. Maar ik had niks. Geen infarct of zo.

Ik wil eigenlijk m'n meissie effies bellen. Kan natuurlijk niet. Lig met catheterslangetje in mijn arm. Voel hem tot bij mijn hart nu.

Weer een diepe buikademgaling teug. Oh mijn god als dit maar goed gaat.

De cardioloog... 'Ik roep even een collega'... Die komt en neemt direct over. Radio moet uit.

Zie je wel. Gaat niet goed. Zal je net zien.

Het laatste nummer dat ik in mijn beleving hoorde voordat de radio uitmoest was 'Imagine' van John Lennnon.

Ik voel nu ook beetje de paniek toeslaan. Is 'Imagine' dan het laatste nummer wat ik in mijn leven heb gehoord ?

Ik doe weer een bewuste buikademhaling. Ik word iets rustiger lijkt het.

Ze schakelen direct over van popie taalgebruik, naar kort zakelijk en medisch vakjargon. Verpleegkundige moet bepaalde maat ballonnetje brengen. Klinkt echt eng nu...

Weer angstgedachten...mijn meissie weet van nog steeds van niks. Normaal maakt ze zich niet zo druk. Maar dit duurt en het duurt.... Overleef ik dit wel...? Blijft ze straks alleen achter ? Was dit het dan?

Mijn gedachten gaan naar 15 jaar terug. Toen overleed mijn pa. Hier in hetzelfde ziekenhuis nota bene...

Ik denk aan mijn zoon. Tuurlijk. Lieve vrouw, mijn schoondochter heeft ie. Prachtige dochter hebben ze, mijn kleindochter. Ze hebben de zaken goed op de rit. Moeten zij straks door zonder (schoon)vader en opa? Maar ik wil verdomme nog niet dood!

Gedachten gaan naar mijn kleine kleindochter. Het allermooiste in mijn leven. Zie ik haar nog opgroeien?

Dan breek ik.....

Durf niet te snikken maar de tranen vloeien uit mijn ogen. Nu met opschrijven ook weer. De verpleegkundige, die net weer nieuwe ballonnetje heeft gebracht ziet het. Ze veegt mijn traan voorzichtig weg.

'U doet het goed hoor'... Lief mens.. Professional. Ze snapt het.

Er gaan voor mijn gevoel wel 5 of 6 slangetjes met ballonnetjes met steeds andere maten naar binnen. Steeds zie ik op het beeld wat oplichten. Til mijn hoofd iets op. 'Liggen blijven' bijt de assistent me toe. Ik laat u straks alles zien.'

Ik durf nu helemaal niet meer te bewegen..

Na in totaal 35 minuten is het klaar, is de ader voldoende opgerekt en wordt er een stent geplaatst.

De cardiologen wensen me sterkte en verdwijnen weer. De assistent legt me uit wat er is gebeurd en ik zie nu pas goed hoe dicht de ader zat.

Later zou blijken voor 99 %...

Pffff... echt door het oog van de naald dus..

In de rolstoel waarmee ik was gebracht word ik ook weer teruggereden. Naar mijn meissie.

Eenmaal weer voor haar kijk ik in de meest angstige en verdrietige blik die ik ooit bij haar zag. 'Was je bang schat?' weet ik nog net uit te brengen. Dan breken we allebei even, grijpen elkaar vast en zijn er even tranen. Maar ook opluchting.

's Middags mag ik alweer naar huis en na een weekje van heel voorzichtig gaat het steeds stukje vooruit.

'Imagine' ....

over paar maanden weer grijsgedraaid tijdens de feestmaand....

dreunt nog lang in mijn hoofd na...

maandag 16 oktober 2017

De harde huishoudhandjes van tante Gonnie


De harde huishoudhandjes van tante Gonnie...

Ansterdam-West begin jaren zeventig. Wij woonden nog maar kort in Geuzenveld. Geuzenveld, één van de westelijke tuinsteden was een eldorado voor kinderen. Altijd buiten. Veel groen, groots opgezet.

Die week was het Kerstvakantie of zo, want neef Paul (die kwam uit Osdorp) logeerde bij ons. Neef of vriendje, dat verschil wisten we nauwelijks. We speelden veel samen. Ik ben twee jaar ouder. Ik denk dat ik 12 was in de tijd.

Het was in die tijd niet gebruikelijk toen dat moeders erbij werkte. Kwam wel voor maar was eerder uitzondering dan regel. Mijn moeder, was in ieder geval altijd thuis. Voor neef Paul was ma tante Gonnie, want wel effe netjes ome of tante ervoor en geen ge-jij en ge-jou.

Het waren dus de vroege jaren zeventig, in mijn beleving haddn we nog maar net kleuren-tv. Wasmachines zoals nu kenden we nog niet. Ma had zo'n ronde trommel daar draaide de was in. Met en beetje mazzel had je een centrifuge, maar dat was al een luxe en wasdrogers waren voor ons arbeidersmensen nog niet weggelegd.

Huisvrouwen van toen, in ieder geval ma waren in mijn ogen altijd druk en altijd met de was bezig. Wij waren met zijn vijven thuis en broerlief (nakomertje) zat nog in de luiers. Tegenwoordig zijn er weggooi-luiers. Die had je toen ook wel, maar veel te duur. Dus naast het gewone huishouden draaide er vaak een luierwas.

Omdat broer nogal eens een poepluier produceerde stond er vaak een luierwas als kookwas op het gas. Zo ging dat in die tijd. Omdat drogers geen optie waren wrong ma alle was op de hand. Gevolg... Heel sterke en harde handen.

Oma, ma's moeder helemaal. Dat was een vrouw uit de tijd van het wasbord en dan bedoel ik geen getrainde buikspieren !!!

Harde sterke handen die ook stevig aankwamen bij een af en toe uitgedeelde corrigerende tik, want dat mocht toen nog.

Ze waren nooit onterecht en slechter ben ik er niet van geworden, by the way.

In mijn beleving dus altijd aan de was en ook altijd druk. Drie kids op te voeden, man in de bouw, veel op de hand (af)wassen dus alles in de vijfde versnelling. Tijd voor flauwekul in zo'n dagprogramma was er niet echt ruim.

Nou waren neef Paul en ik best braaf, maar wel echte Amsterdamse jongetjes. Beetje de grens opzoekend, jeugd blijft jeugd tenslotte. Zoveel is er echt niet veranderd...

We besloten een beetje te gaan klooien met vuurwerk buiten. Nou is vuurwerk een groot woord. We hadden in de tijd rotjes, piraatjes en kanonslagen. Die laatste klonken het hardst. Er waren ook nog bazooka's, die klonken nog harder, maar die waren ook nogal prijzig.

En vergunningen leeftijdseisen ... Nooit van gehoord. Je kocht er gewoon tien in de feestwinkel, van je zakgeld. Als pa of ma er maar niet achterkwam, dat was de enige regel.

Nou hadden Paul en ik bedacht dat het wel leuk zou zijn om eens een kanonslag on een verse hondenbolus te stoppen. Dat zou een leuk effect geven.

Het echte snode plan was, omdat vlak bij de uitgang van de supermarkt te doen. Maar naast kwajongens waren we ook een beetje schijters. Stel je voor iemand kwam onder te zitten, dan moest je flink rennen. We besloten een proefdrol te proberen om te kijken hoever de spetters zouden komen en wat voor ons een veilige afstand was om weg te rennen.

We zochten een mooie bolus uit, in de buurt bij Dirk van der Broek. Kanonslag erin, lucifer erbij. ( van aansteeklonten en veiligheidsbrillen had nog niemand gehoord). Ik was zo stoer om het aan te steken.

Alleen.... Het werkte niet. De knal ging niet af.

Tenminste dat dachten we. Omdat de knal uitbleef besloot neef Paul even iets dichterbij te gaan kijken. Je kan het bijna al raden. Hij was goed een meter met zijn gezcht bij de bolus verwijderd of....kaboem!!!! De kanonslag ging alsnog af.

Neef Paul helemaal onder de spetters. Afgezien van de stank die hij verspreidde was het een zeer komisch gezicht. Haar, gezicht, jas, broek alles zat onder..

Tja, de vraag hoe vertellen we het thuis, ging niet op. Ze zag en rook het gelijk.

Nou was ma nogal Amsterdams en we waren nou niet echt gelovig opgevoed dus er vlogen wat krachttermen door de lucht. En haar hele dagplanning lag overhoop. Winterjas extra in de was, broek en sokken. Schoenen afboenen onder de de kraan en neef Paul moest ook effies geboend. En dat werd ie. Hij had de rooie striemen op zijn voorhoofd staan, want boenen kon tante Gonnie...

Natuurlijk alles lukte en in een paar uur was iedereen weer fris en kregen we na de bozigheid toch nog een bakkie thee. Ma is er al een tijdje niet meer. Neef Paul ( nu ook ruim in de vijftig) zie ik mondjesmaat, we zijn allebei druk met ons eigen leven.

Maar wanneer we elkaar treffen, heeft hij het nog steeds over 'de harde handjes van tante Gonnie...'

zondag 8 oktober 2017

Toen we voetballend nog iets voorstelden...



Het is 15 januari 1969.

Hoewel ik mijn jeugd voor een groot deel doorbracht in Amsterdam-West, begonnen mijn kinderjaren in Oud-Zuid, in de Sluisstraat om precies te zijn.

Voor de niet Amsterdammers, de Sluisstraat is een zijstraat van de Amstelveenseweg, hemelsbreed ongeveer een kilometer van het Olympisch Stadion. De (halve) marathonlopers van Amsterdam kennen dit stukje wel want zij lopen hier ongeveer op hun tandvlees, zeg maar.

Als er in dat stadion werd gevoetbald en de wind stond onze kant op, kon ik het juichen in mijn slaapkamertje horen. Dat was altijd spannend.

Al weken gonsde het in de buurt over een belangrijke wedstrijd. DWS-Glasgow Rangers. Er zou in ‘ons’ stadion een echte Europacup wedstrijd worden gespeeld. DWS was toen de ‘tweede’ club van Amsterdam, naast het grote Ajax.

Overal hingen affiches van deze match.
En ik, jochie van acht, mocht naar die wedstrijd. Samen met mijn vader. Hoe mooi was dat!! Naar een echt stadion. Eind jaren zestig. Dat was pas een beleving.

Pa, stoere sterke bouwvakker, uit de tijd dat bouwvakkers nog alles met de handen deden, en zoon op pad. Het was woensdag en al weken had ik op school lopen opscheppen waar ik heenging. Vriendjes waren stinkend jaloers.

Eindelijk was het dan zover. Samen op pad. Wat een indruk maakte die mensenmassa op me zeg. We hadden een zitplaats op een houten bank, maar daar kocht je kussentjes voor, wel dertig cent!

Het was flink koud. De wedstrijd was natuurlijk retespannend, al had DWS niks in te brengen. Ik weet nog goed dat ik een paar keer keeper Jan Jongbloeds naam riep als er weer een vette aanval zijn kant opkwam.

Ik denk dat hij mij niet hoorde in de kolkende massa… ;-). Ook Robbie Rensenbrink (ja die van de bal op de paal) en Rinus Israël speelden mee. Helaas kreeg DWS 2-0 klop en ik had geen idee wat de Europacup verder inhield toen, dus zo belangrijk was dat nou ook weer niet.
Nee, met je vader naar het stadion, daar ging het gewoon om.

Toen de wedstrijd afgelopen was, gooiden jongelui die achter ons zaten hun kussentjes massaal naar beneden. Als zwermen vogels daalden vele van deze kussens neer op de lager zittende massa. Ik vroeg pa nog of dat geen kwaad kon.

‘Welnee joh, die dingen wegen niks.’ ‘Mag ik ook gooien dan?’ ‘Nou echt niet !!! Die gaan we netjes terugbrengen, die zijn niet van ons’. Zo ging dat toen.

Alsof de duvel ermee speelde werd ik ineens door een kussentje geraakt, gegooid door een jongen van een jaar of achttien. Pa tegen dat joch: ‘Doe effe normaal idioot, er zit hier een kind!!’…. ‘Sorry, mijnheer’…

Ja, zo ging het echt. Dat vond ik stoer. Bij het uitgaan tussen die grote massa raakte ik in een beetje in het nauw. Weer greep die ouwe in. Met zijn grote handen maakte hij ruimte door gewoon een paar mensen opzij te duwen. En hij kreeg ruimte.

Vol trots en met rooie wangetjes vertelde ik thuis aan ma van mijn grote avontuur. En toen snel naar bed, het was al bijna elf uur en de school ging natuurlijk wel door de volgende dag.

DWS bestaat al jaren niet meer. Er was geen plaats voor twee profclubs in de hoofdstad vond men  toen.

Helaas is pa dus al een tijd niet meer onder ons. Ik had graag nog een keer naar een Champions Leaque wedstrijd met hem gegaan, gewoon zo maar twee mannen daggie op stap. Hoewel… ik geloof dat het dit jaar wel weer bij voorrondes zal blijven.

Maar die mooie herinnering, als jochie van acht met pa op pad….

Pakt niemand mij af..

vrijdag 6 oktober 2017

Kleine meisjes die grenzen opzoeken...

Kleine meisjes die de grens opzoeken...

Gisteren was het weer zover. Opadag. Al bijna anderhalf jaar dat ik deze titel met ere mag dragen. Gisteren was ook een beetje speciale.

Samen met haar andere opa klussen we aan ons bootje. Nou ja, hij klust en ik ondersteun, want de klus is nogal electronisch en ik ben niet zo technisch. Maar ik leer snel en veel.

Maar daarvoor toch echt even quality time met little princess 😍.

Sinds kort loopt ze echt. Nog niet heel zeker soms, maar het gaat al verder dan waggelen. En ze heeft daar zichtbaar plezier in. Haar actieradius ook gelijk een stuk groter weer.

Het is half acht in de ochtend als haar mamma ons kleine moppie brengt. Ze komt een soort van rennend/wagggelend op me af.

'Opaaa!!!' roept ze en vliegt met haar kleine armpjes om mijn hals. Ik krijg gelijk een paar dikke kussen. Ze springt op en neer. 'Opa, opa, opa...'
Ik smelt.😍😍😍.

Mag gelijk weer aan de bak met de verzorging van haar babypop, zoals bijna elke week, want er zit inmiddels structuur in haar dag.

Mamma doet de 'overdracht'. Er zijn een beetje weinig slaapuren geweest. Ze is een tikkie verkouden en soms niet al te vrolijk. Daar is nu nog niets van te merken, maar snel zal ik erachter komen dat het zo is. Dat niet al te vrolijk zijn dan

Na een uurtje of wat spelen wordt ze een beetje hangerig. In de oogjes wrijven. Gapen. Beetje tegen oma aan hangen. Haar pop valt op de grond. Ze schopt hem weg. Boos gezichtje. Toch maar wat van zeggen.

'Hee wijffie. Niet pop schoppen. Vindt ze niet leuk. Doet au'...

Soort van boze blik in haar mooie bruine kijkers. Weer een schop(je)...

'Dit is uitproberen' probeer ik zonder te lachen tegen mijn vrouw te zeggen.

En ietsje strenger...(soort van dan)
'Nee Puck !! Niet schoppen'....

Toch weer doen.

Oké denk ik, smelt nog steeds van je... maar hier wordt een grensje opgezocht. Hier mag natuurlijk veel, maar er zijn ook regeltjes 😊

Weer tikkie strenger, nou ja soort van stemverheffing en haar beetje boos aankijken....

'Puck!!.Is het nou afgelopen!!

Oei... Ik zie een recht onderlipje niveau pruil ontstaan en mevrouw zet me een stem op. Tranen met tuiten...

En ik ben voorlopig even personna non grata... Niets is meer goed... Dikke dikke tranen... Ik wil haar optillen....Fout !!

Ze zoekt troost bij oma die haar ook nog eens zachtjes vertelt dat pop schoppen niet oké is. Na  een kwartiertje probeer ik...Opa weer kusje ?....
Nee !!! Ze is in ieder geval duidelijk.

Ik geef haar toch even een knuffel en vertrek naar de boot waar ik met andere opa vol trots over ons gezamelijke kroost de mooiste verhalen uitwissel.

Na een dag flink aan de klus kom ik tegen half 5 thuis. Little princess is de hele dag niet in haar hum geweest.

Ze wil nog wel effe met me mee naar  buiten op haar driewieler. Zit mooie duwstang aan. Supergaaf.

Onderweg keuvelen we wat.

'Hee moppie, ben je weer opa's grootste vriendin?'  Een big smile, een dikke kus en een volmondig  'Ja' zeggen me genoeg.

Ik smelt weer. 😍😍 😍.

Zoals zo vaak...

X

zondag 1 oktober 2017

Het feest dat opa zijn heet...

Vorig jaar...

Zondagmorgen 2 oktober.

Vanmorgen vroeg wakker en omdat we het geluk van de oppas van de allerliefste hebben, die ook nog eens precies vandaag 11 maanden is, doen we na een flesje en heel veel knuffels maar eens wat voorleesverhaaltjes en kinderliedjes.

En als opa inspiratieloos begint te worden is daar natuurlijk de Ipad met kinderliedjes.nl.

Het valt me op dat er nog zoveel liedjes uit mijn eigen kindertijd bij zitten, al dan niet voorzien van leuke animaties.

Omdat ik nog steeds alles bijna foutloos mee kan zingen ben ik eens een paar van die songs gaan analyseren.

Berend Botje bijvoorbeeld...

Iedereen denkt dat ie naar Zuidlaren ging. Volgens de animatie op kinderliedjes.nl vaart ie volgens mij gewoon bij de Zaanse Schans.

Maar stel...stel hè....hij zou in deze tijd wél richting Zuidlaren zijn gegaan. Hoezo hij komt nooit weerom ??? Zuidlaren heeft ongeveer 7500 inwonders.

Met de huidige middelen hadden we die Botje zo gevonden. Ik bedoel
.ff een Burgernetje of ander Sociaal.media ding en we hadden die Botje zo gehad.

Nee wat doet die klojo...

Hij gaat naar Amerika. Tja en met de huidige roamingkosten haken wij Hollanders dan al snel af. Vandaar dat dát liedje nog steeds bestaat natuurlijk.

En neem nou die Kortjakje.

Al jaren, echt jaren....altijd ziek.

Jaja...

Maar op zondag dus niet te beroerd om naar de kerk te komen. Met een heel boek vol zilverwerk nog wel. Wat denk je dat dát weegt ?....

Dus mevrouw Jakje....dat klop dus nie 😠. U bent de kluit gewoon aan het belazeren. De zaak aan het bedotten. In deze tijd had één of andere Arbo arts u vast aan al het werk geschopt.

En dan van die beren. Hoezo het was een wonder...? Dat die beren smeren konden ?

Ga nou toch weg. Als kind zijnde al was er de reclameslogan

 'Pastachoca...Beregoed'

en zag je beren al een broodje chocoladepasta eten. Gewoon zelf gesmeerd.

Is dus helemaal geen wonder.

Gewoon aanname van de liedjesschrijver. Is in zijn hoofd gaan zitten en wij zingen dat al ruim 50 jaar.

Nee ik denk dat ik er maar eens uitga en een rapversie van 'In de maneschijn' ga maken.

Hoog tijd volgens mij 😁😁😁.