Modern alternatief Kerstverhaal met een dikke knipoog 😊
Het was 25 december. Kerst bestond nog niet. Joost en Marina waren een setje. Leuk stel. Maar Marina hield nogal van uitgaan en was tijdens het stappen tegen een knappe kerel aangelopen. Hij heette De Vader van zijn achternaam. Zijn voornaam had Marina niet kunnen verstaan door de herrie in de kroeg. Iets van Rodney of zo meende ze te herinneren.
Ze hadden een leuke avond maar Marina snoepte een beetje te veel van de Chardonnay. Die De Vader, die dus duidelijk andere bedoelingen had, kreeg die avond de kans om iets in haar drankje te gooien. Om een lang verhaal kort te maken....ze hadden een wilde nacht en Marina raakte zwanger.
Ze wist overigens niet hoe precies. Er zaten namelijk nergens vlekken. Dus ze was zeg maar onbevlekt. Maar had kennelijk wel dus het nodige ontvangen. Want ze was wel degelijk zwanger. Waarschijnlijk van die De Vader dus. Die een voornaam had die leek op Rodney.
Ze had dit verhaal bij Joost opgebiecht. Eerst was hij wel boos. Maar toen bleek dat ze echt van niks wist had hij uiteindelijk haar vergeven.
Ze besloten een vakantie te boeken naar de zon. Ergens eind december kwam dat in het Midden Oosten het beste uit. Daar was de temperatuur nog het lekkerst.
Joost was timmerman en had geen werk. Dus ze hadden alleen geld voor een last minute vliegreis bij een prijsvechter. Moesten ze ter plekke op de bonnefooi maar onderdak zoeken. Eigenlijk mocht Marina niet meer vliegen maar ze nam de gok.
Eenmaal aangekomen was het zo druk dat alle vervoer bezet was. Konden ze nog net een snorscootertje huren en gingen ze op zoek naar een hotelletje.
Helaas zat alles vol zo tegen het einde van het jaar. Omdat ze best moe waren belde ze bij een soort herberg aan. Die had alleen nog plaats in de stal. Omdat de snorscooter het had begeven hadden ze een heel stuk moeten lopen en waren ze bekaf.
Ze waren bijna in diepe slaap toen ineens Marina's vliezen braken.
'Oh mijn God Joost, de weeën zijn begonnen, doe iets !!!'
Joost stond eerst aan de grond genageld. 'Wat moet ik doen dan?'
'Je bent ook een echte man hè...' riep Marina. 'Haal hulp of zo iets,klojo !!!'
'Oh ja, goed idee.' zei Joost en hij liep naar buiten het donker in. Bij het flauwe schijnsel van een lantaarnpaal zag hij een herder in het gras zitten.
Toen hij goed keek zaten er meer. Veel meer. Bijna alle herders zaten op hun smartphone te turen.
'Ik heb hulp nodig !' riep Joost hard.
'Sssssttt idioot, zei de dichtsbijzijnde herder. 'Hou je stil. Het is bijna nacht. Wij liggen hier al een tijdje. Hebben onze schaapjes geteld en liggen bijna te pitten. Wat moet je?'
Joost deed zijn verhaal. 'Zwangere vriendin ? In een stal ? Klinkt spannend😊
En je hebt dus hulp nodig? Ik kan even op internet voor je kijken. Misschien is er een dokter of zo beschikbaar? Ga jij maar terug naar je meissie Joost, komt goed'
De herder keek maar zag dat er niet één arts online was. Hij besloot de vraag uit te zetten in de herders groeps app.
Een bevalling in een stal dat had toch wel wat. Tussen de herders van vannacht zat vast wel een jonge vader. Binnen no time had hij drie reacties voor hulp en zeker tien die helemaal enthousiast waren.
Ze verzamelden zich in het veld en het idee om op kraamvisite te gaan was al snel geboren. (leuke woordspeling by the way)
Een bevalling in een stal dat had wel iets trendy's, iets unieks. Dat kwam nooit voor. En als je daar dan als eerste op visite mag ben je getuige van een uniek gebeuren...
Ineens verscheen aan de hemel een vallende ster. Hoorden ze een zoemend geluid en een doffe dreun en ze hoorden ook zingen. In het Engels. De doffe dreun werd veroorzaakt door een parachutist die net was geland.
'Ja sorry dat jullie schrokken hoor. Maar ik maakte vannacht mijn eerste nachtsprong, week een beetje af en kwam in een veld met wakende herders net hun schapen terecht. Mijn naam is Gappie. Eigenlijk Gabriël maar dat klinkt zo oubollig dus liever Gap!
Wat brengt jullie hier allen te samen?'
De herder vertelde het verhaal van de bevalling van de vriendin van Joost.
'Dat is ook toevallig. Een maatje van me, heeft ergens eind maart iets gehad met grietje uit de kroeg. Het werd een one night stand, maar wel een heel behoorlijke, zeg maar.
Na afloop had die meid wel een beetje spijt. Mijn maatje ook. Ze bleek namelijk al verkering te hebben. Hij heeft haar nooit meer gezien. Haar vriend heette Joost. Dat had ze hem nog wel verteld.
Heet deze gast ook Joost ? Zou wel toevallig zijn. Ik plaag mijn maatje wel eens. Vroeg hem laatst.... hee man, je heet nou wel De Vader (want zo heet ie echt) maar ben je nou al vader?
En steeds antwoord hij dan..
'Tja....Joost mag het weten...'
Want het schijnt toch een beetje aan hem te knagen.
Ze hoorden nog steeds Engels zingen. Leuk nummer van Wham. Toen Mariah Carey en ineens Chris Rea. En ook klonk er geronk van motoren.
Drie grijze vijftigplussers kwamen op Harley Davidsons vanuit het Westen hun kant op gereden...
Toen het geluid van de Harley's was weggeëbt stapten de grijze mannen af. De grootste nam het woord. 'Hi wij zijn Cas, Bart en Melle. Wij maken een ronddrit over de wereld. Wij komen uit Nederland. Ze noemen ons ook wel de Grijzen uit het Westen, hihi. We zagen een ster vallen, een parachutist landen en hoorden Engelsen zingen. Hier is vast iets leuks te doen. Hoe heet het hier eigenlijk?'
'Bethlehem,' zei één van de herders.
'Nou dat moet nog blijken of het leuk is' sprak Gappie. Het schijnt dat er een vrouw ligt te bevallen in de stal hier.'
'Oh dat komt dan goed uit' zei Melle. Ik ben gyneacoloog met vroegpensioen. Misschien kan ik nog even helpen'.
Hij gooide zijn Harley op de jiffy standaard en beende in de richting van de stal. Toen hij halverwege was hoorde hij ineens babygehuil. Zonder twijfel. Dit herkende hij als geen ander. Hij had honderden baby's op de wereld helpen zetten.
Toen hij de staldeur opende zag hij nog net hoe Joost met betraande ogen de navelstreng aan het doorknippen was met een nijptangetje.
'Toch wel ontsmet hoop ik?' zei hij streng tegen Joost. 'Jazeker,' zei Joost. 'Ik ben timmerman, sowieso superzuinig op mijn gereedschap. Eerst in het vuur gehouden en toen met Strohrum van 80 procent. De voorraadkast van de herberg grenst aan de stal.'
De baby was gestopt met huilen en lag in een voerbakje. Melle deed wat testjes. 'Perfect gezond jongetje. Gefeliciteerd. Hebben jullie al een naam?
'We wisten nog niet wat het zou worden,' zei Marina. Joost keek nu de spanning er een beetje eens goed naar het kind. Hij had, omdat het dus niet zijn eigen kind was toch wel wat moeite gehad om een naam te bedenken. Maar hoe beter hij keek hoe meer hij gelijkenis zag met de zus van Marina.
'Moet je eens kijken schat. Hij lijkt wel heel veel op je zus Christa. Had jij al een naam in gedachten ?' 'Nou, nu ik zo kijk is het inderdaad sprekend mijn zus. Ik voel wel wat om hem naar haar te vernoemen. Maar dan geen Christa. Dan wordt ie later gepest. Laten we dan maar Chris doen.' 'Wauw,' sprak Joost.
'Naar je zus Chris dus.
Daar zal ze blij mee zijn'.
Melle nam het woord. 'Er staan buiten nogal wat mensen. Eigenlijk willen ze graag op kraambezoek. Schikt dat?'
'Ach ja,' sprak Marina. 'Het is toch wel een hele bijzondere situatie. Laat maar komen. Is toch wel uniek een geboorte in een stal.'
De deur zwaaide open. Eerst een stel herders. Toen Gappie. Toen de Grijzen uit het Westen. Het werd druk en warm in de stal. Gappie feliciteerde Marina het eerst.
'Mag ik gelijk even een onsie met je maken? Vind dit wel uniek namelijk.' Nadat Marina had geknikt knielde Gappie met zijn smartphone naast Marina. Toen hun hoofden naast elkaar waren fluisterde Gappie...
'Effe onder ons... dat joch is toch van Rodney de Vader ?' 'Ssst...niet te hard,' zei Marina.'Ja. Klopt. Ik zoek later wel contact. Voorlopig heeft Joost me vergeven. Wil ik graag even zo houden.'
'Snap ik,' zei Gap. 'Weet wel dat Rodney eigenlijk Godfried heet. Maar dat vond hij wat oubollig. Net als ik Gabriël. Vandaar Gappie.' Ze lachten allebei in de lens en Gappie maakte vier onsies die hij gelijk naar Rodney appte. 'Je zoon heet Chris dus' met een smiley.
'Jullie hebben vast geen beschuit met muisjes' sprak Bart, één van de Grijzen uit het Westen. 'Maar wij hebben bistrobordjes van hout. En bieslook en dille. Ik zag in het kippenhok wat eitjes liggen. Zal ik wat in elkaar flansen?'
'Goed plan,' zei Joost. Cas pakte zijn smartphone en maakte wat overzichtfoto's.
'Mag ik die rondtwitteren?' vroeg hij. Is toch best uniek.' Het mocht. 'Dan doe ik er even een leuk tekstje bij. Chris heet ie hè. En hij lijkt op je zus?' 'Yep,' knikte Marina.
Cas maakte een tweet. Maximaal 140 tekens.
'Zojuist op bezoek kort na geboorte Chris dus. Uniek. Lijkt op de zus.# bethlehem
Maar ja. Beetje schemer. Gevalletje geen leesbril en autocorrectie. En zo ging de volgende tweet de wereld in.
'Zojuist op bezoek kort na geboorte Chris tus. Lijkt op je zus.#bethlehem.'
De rest is geschiedenis 😊.
Verhalen over het leven met een lach en een traan, het feest van opa zijn en natuurlijk over hardlopen.
zondag 23 december 2018
zaterdag 22 december 2018
Alternatief Kerstverhaal deel 3 en slot...
Vervolg alternatief kerstverhaal met een vette knipoog...
Toen het geluid van de Harley's was weggeëbt stapten de grijze mannen af. De grootste nam het woord. 'Hi wij zijn Cas, Bart en Melle. Wij maken een ronddrit over de wereld. Wij komen uit Nederland. Ze noemen ons ook wel de Grijzen uit het Westen, hihi. We zagen een ster vallen, een parachutist landen en hoorden Engelsen zingen. Hier is vast iets leuks te doen. Hoe heet het hier eigenlijk?'
'Bethlehem,' zei één van de herders.
'Nou dat moet nog blijken of het leuk is' sprak Gappie. Het schijnt dat er een vrouw ligt te bevallen in de stal hier.'
'Oh dat komt dan goed uit' zei Melle. Ik ben gyneacoloog met vroegpensioen. Misschien kan ik nog even helpen'.
Hij gooide zijn Harley op de jiffy standaard en beende in de richting van de stal. Toen hij halverwege was hoorde hij ineens babygehuil. Zonder twijfel. Dit herkende hij als geen ander. Hij had honderden baby's op de wereld helpen zetten.
Toen hij de staldeur opende zag hij nog net hoe Joost met betraande ogen de navelstreng aan het doorknippen was met een nijptangetje.
'Toch wel ontsmet hoop ik?' zei hij streng tegen Joost. 'Jazeker,' zei Joost. 'Ik ben timmerman, sowieso superzuinig op mijn gereedschap. Eerst in het vuur gehouden en toen met Strohrum van 80 procent. De voorraadkast van de herberg grenst aan de stal.'
De baby was gestopt met huilen en lag in een voerbakje. Melle deed wat testjes. 'Perfect gezond jongetje. Gefeliciteerd. Hebben jullie al een naam?
'We wisten nog niet wat het zou worden,' zei Marina. Joost keek nu de spanning er een beetje eens goed naar het kind. Hij had, omdat het dus niet zijn eigen kind was toch wel wat moeite gehad om een naam te bedenken. Maar hoe beter hij keek hoe meer hij gelijkenis zag met de zus van Marina.
'Moet je eens kijken schat. Hij lijkt wel heel veel op je zus Christa. Had jij al een naam in gedachten ?' 'Nou, nu ik zo kijk is het inderdaad sprekend mijn zus. Ik voel wel wat om hem naar haar te vernoemen. Maar dan geen Christa. Dan wordt ie later gepest. Laten we dan maar Chris doen.' 'Wauw,' sprak Joost.
'Naar je zus Chris dus.
Daar zal ze blij mee zijn'.
Melle nam het woord. 'Er staan buiten nogal wat mensen. Eigenlijk willen ze graag op kraambezoek. Schikt dat?'
'Ach ja,' sprak Marina. 'Het is toch wel een hele bijzondere situatie. Laat maar komen. Is toch wel uniek een geboorte in een stal.'
De deur zwaaide open. Eerst een stel herders. Toen Gappie. Toen de Grijzen uit het Westen. Het werd druk en warm in de stal. Gappie feliciteerde Marina het eerst.
'Mag ik gelijk even een onsie met je maken? Vind dit wel uniek namelijk.' Nadat Marina had geknikt knielde Gappie met zijn smartphone naast Marina. Toen hun hoofden naast elkaar waren fluisterde Gappie...
'Effe onder ons... dat joch is toch van Rodney de Vader ?' 'Ssst...niet te hard,' zei Marina.'Ja. Klopt. Ik zoek later wel contact. Voorlopig heeft Joost me vergeven. Wil ik graag even zo houden.'
'Snap ik,' zei Gap. 'Weet wel dat Rodney eigenlijk Godfried heet. Maar dat vond hij wat oubollig. Net als ik Gabriël. Vandaar Gappie.' Ze lachten allebei in de lens en Gappie maakte vier onsies die hij gelijk naar Rodney appte. 'Je zoon heet Chris dus' met een smiley.
'Jullie hebben vast geen beschuit met muisjes' sprak Bart, één van de Grijzen uit het Westen. 'Maar wij hebben bistrobordjes van hout. En bieslook en dille. Ik zag in het kippenhok wat eitjes liggen. Zal ik wat in elkaar flansen?'
'Goed plan,' zei Joost. Cas pakte zijn smartphone en maakte wat overzichtfoto's.
'Mag ik die rondtwitteren?' vroeg hij. Is toch best uniek.' Het mocht. 'Dan doe ik er even een leuk tekstje bij. Chris heet ie hè. En hij lijkt op je zus?' 'Yep,' knikte Marina.
Cas maakte een tweet. Maximaal 140 tekens.
'Zojuist op bezoek kort na geboorte Chris dus. Uniek. Lijkt op de zus.# bethlehem
Maar ja. Beetje schemer. Gevalletje geen leesbril en autocorrectie. En zo ging de volgende tweet de wereld in.
'Zojuist op bezoek kort na geboorte Chris tus. Lijkt op je zus.#bethlehem.'
De rest is geschiedenis 😊.
Toen het geluid van de Harley's was weggeëbt stapten de grijze mannen af. De grootste nam het woord. 'Hi wij zijn Cas, Bart en Melle. Wij maken een ronddrit over de wereld. Wij komen uit Nederland. Ze noemen ons ook wel de Grijzen uit het Westen, hihi. We zagen een ster vallen, een parachutist landen en hoorden Engelsen zingen. Hier is vast iets leuks te doen. Hoe heet het hier eigenlijk?'
'Bethlehem,' zei één van de herders.
'Nou dat moet nog blijken of het leuk is' sprak Gappie. Het schijnt dat er een vrouw ligt te bevallen in de stal hier.'
'Oh dat komt dan goed uit' zei Melle. Ik ben gyneacoloog met vroegpensioen. Misschien kan ik nog even helpen'.
Hij gooide zijn Harley op de jiffy standaard en beende in de richting van de stal. Toen hij halverwege was hoorde hij ineens babygehuil. Zonder twijfel. Dit herkende hij als geen ander. Hij had honderden baby's op de wereld helpen zetten.
Toen hij de staldeur opende zag hij nog net hoe Joost met betraande ogen de navelstreng aan het doorknippen was met een nijptangetje.
'Toch wel ontsmet hoop ik?' zei hij streng tegen Joost. 'Jazeker,' zei Joost. 'Ik ben timmerman, sowieso superzuinig op mijn gereedschap. Eerst in het vuur gehouden en toen met Strohrum van 80 procent. De voorraadkast van de herberg grenst aan de stal.'
De baby was gestopt met huilen en lag in een voerbakje. Melle deed wat testjes. 'Perfect gezond jongetje. Gefeliciteerd. Hebben jullie al een naam?
'We wisten nog niet wat het zou worden,' zei Marina. Joost keek nu de spanning er een beetje eens goed naar het kind. Hij had, omdat het dus niet zijn eigen kind was toch wel wat moeite gehad om een naam te bedenken. Maar hoe beter hij keek hoe meer hij gelijkenis zag met de zus van Marina.
'Moet je eens kijken schat. Hij lijkt wel heel veel op je zus Christa. Had jij al een naam in gedachten ?' 'Nou, nu ik zo kijk is het inderdaad sprekend mijn zus. Ik voel wel wat om hem naar haar te vernoemen. Maar dan geen Christa. Dan wordt ie later gepest. Laten we dan maar Chris doen.' 'Wauw,' sprak Joost.
'Naar je zus Chris dus.
Daar zal ze blij mee zijn'.
Melle nam het woord. 'Er staan buiten nogal wat mensen. Eigenlijk willen ze graag op kraambezoek. Schikt dat?'
'Ach ja,' sprak Marina. 'Het is toch wel een hele bijzondere situatie. Laat maar komen. Is toch wel uniek een geboorte in een stal.'
De deur zwaaide open. Eerst een stel herders. Toen Gappie. Toen de Grijzen uit het Westen. Het werd druk en warm in de stal. Gappie feliciteerde Marina het eerst.
'Mag ik gelijk even een onsie met je maken? Vind dit wel uniek namelijk.' Nadat Marina had geknikt knielde Gappie met zijn smartphone naast Marina. Toen hun hoofden naast elkaar waren fluisterde Gappie...
'Effe onder ons... dat joch is toch van Rodney de Vader ?' 'Ssst...niet te hard,' zei Marina.'Ja. Klopt. Ik zoek later wel contact. Voorlopig heeft Joost me vergeven. Wil ik graag even zo houden.'
'Snap ik,' zei Gap. 'Weet wel dat Rodney eigenlijk Godfried heet. Maar dat vond hij wat oubollig. Net als ik Gabriël. Vandaar Gappie.' Ze lachten allebei in de lens en Gappie maakte vier onsies die hij gelijk naar Rodney appte. 'Je zoon heet Chris dus' met een smiley.
'Jullie hebben vast geen beschuit met muisjes' sprak Bart, één van de Grijzen uit het Westen. 'Maar wij hebben bistrobordjes van hout. En bieslook en dille. Ik zag in het kippenhok wat eitjes liggen. Zal ik wat in elkaar flansen?'
'Goed plan,' zei Joost. Cas pakte zijn smartphone en maakte wat overzichtfoto's.
'Mag ik die rondtwitteren?' vroeg hij. Is toch best uniek.' Het mocht. 'Dan doe ik er even een leuk tekstje bij. Chris heet ie hè. En hij lijkt op je zus?' 'Yep,' knikte Marina.
Cas maakte een tweet. Maximaal 140 tekens.
'Zojuist op bezoek kort na geboorte Chris dus. Uniek. Lijkt op de zus.# bethlehem
Maar ja. Beetje schemer. Gevalletje geen leesbril en autocorrectie. En zo ging de volgende tweet de wereld in.
'Zojuist op bezoek kort na geboorte Chris tus. Lijkt op je zus.#bethlehem.'
De rest is geschiedenis 😊.
vrijdag 21 december 2018
Alternatief Kerstverhaal deel 2...
Vervolg modern alternatief kerstverhaal met een vette knipoog...
Joost stond eerst aan de grond genageld. 'Wat moet ik doen dan?'
'Je bent ook een echte man hè...' riep Marina. 'Haal hulp of zo iets,klojo !!!'
'Oh ja, goed idee.' zei Joost en hij liep naar buiten het donker in. Bij het flauwe schijnsel van een lantaarnpaal zag hij een herder in het gras zitten.
Toen hij goed keek zaten er meer. Veel meer. Bijna alle herders zaten op hun smartphone te turen.
'Ik heb hulp nodig !' riep Joost hard.
'Sssssttt idioot, zei de dichtsbijzijnde herder. 'Hou je stil. Het is bijna nacht. Wij liggen hier al een tijdje. Hebben onze schaapjes geteld en liggen bijna te pitten. Wat moet je?'
Joost deed zijn verhaal. 'Zwangere vriendin ? In een stal ? Klinkt spannend😊
En je hebt dus hulp nodig? Ik kan even op internet voor je kijken. Misschien is er een dokter of zo beschikbaar? Ga jij maar terug naar je meissie Joost, komt goed'
De herder keek maar zag dat er niet één arts online was. Hij besloot de vraag uit te zetten in de herders groeps app.
Een bevalling in een stal dat had toch wel wat. Tussen de herders van vannacht zat vast wel een jonge vader. Binnen no time had hij drie reacties voor hulp en zeker tien die helemaal enthousiast waren.
Ze verzamelden zich in het veld en het idee om op kraamvisite te gaan was al snel geboren. (leuke woordspeling by the way)
Een bevalling in een stal dat had wel iets trendy's, iets unieks. Dat kwam nooit voor. En als je daar dan als eerste op visite mag ben je getuige van een uniek gebeuren...
Ineens verscheen aan de hemel een vallende ster. Hoorden ze een zoemend geluid en een doffe dreun en ze hoorden ook zingen. In het Engels. De doffe dreun werd veroorzaakt door een parachutist die net was geland.
'Ja sorry dat jullie schrokken hoor. Maar ik maakte vannacht mijn eerste nachtsprong, week een beetje af en kwam in een veld met wakende herders net hun schapen terecht. Mijn naam is Gappie. Eigenlijk Gabriël maar dat klinkt zo oubollig dus liever Gap!
Wat brengt jullie hier allen te samen?'
De herder vertelde het verhaal van de bevalling van de vriendin van Joost.
'Dat is ook toevallig. Een maatje van me, heeft ergens eind maart iets gehad met grietje uit de kroeg. Het werd een one night stand, maar wel een heel behoorlijke, zeg maar.
Na afloop had die meid wel een beetje spijt. Mijn maatje ook. Ze bleek namelijk al verkering te hebben. Hij heeft haar nooit meer gezien. Haar vriend heette Joost. Dat had ze hem nog wel verteld.
Heet deze gast ook Joost ? Zou wel toevallig zijn. Ik plaag mijn maatje wel eens. Vroeg hem laatst.... hee man, je heet nou wel De Vader (want zo heet ie echt) maar ben je nou al vader?
En steeds antwoord hij dan..
'Tja....Joost mag het weten...'
Want het schijnt toch een beetje aan hem te knagen.
Ze hoorden nog steeds Engels zingen. Leuk nummer van Wham. Toen Mariah Carey en ineens Chris Rea. En ook klonk er geronk van motoren.
Drie grijze vijftigplussers kwamen op Harley Davidsons vanuit het Westen hun kant op gereden...
Vervolg later....
Joost stond eerst aan de grond genageld. 'Wat moet ik doen dan?'
'Je bent ook een echte man hè...' riep Marina. 'Haal hulp of zo iets,klojo !!!'
'Oh ja, goed idee.' zei Joost en hij liep naar buiten het donker in. Bij het flauwe schijnsel van een lantaarnpaal zag hij een herder in het gras zitten.
Toen hij goed keek zaten er meer. Veel meer. Bijna alle herders zaten op hun smartphone te turen.
'Ik heb hulp nodig !' riep Joost hard.
'Sssssttt idioot, zei de dichtsbijzijnde herder. 'Hou je stil. Het is bijna nacht. Wij liggen hier al een tijdje. Hebben onze schaapjes geteld en liggen bijna te pitten. Wat moet je?'
Joost deed zijn verhaal. 'Zwangere vriendin ? In een stal ? Klinkt spannend😊
En je hebt dus hulp nodig? Ik kan even op internet voor je kijken. Misschien is er een dokter of zo beschikbaar? Ga jij maar terug naar je meissie Joost, komt goed'
De herder keek maar zag dat er niet één arts online was. Hij besloot de vraag uit te zetten in de herders groeps app.
Een bevalling in een stal dat had toch wel wat. Tussen de herders van vannacht zat vast wel een jonge vader. Binnen no time had hij drie reacties voor hulp en zeker tien die helemaal enthousiast waren.
Ze verzamelden zich in het veld en het idee om op kraamvisite te gaan was al snel geboren. (leuke woordspeling by the way)
Een bevalling in een stal dat had wel iets trendy's, iets unieks. Dat kwam nooit voor. En als je daar dan als eerste op visite mag ben je getuige van een uniek gebeuren...
Ineens verscheen aan de hemel een vallende ster. Hoorden ze een zoemend geluid en een doffe dreun en ze hoorden ook zingen. In het Engels. De doffe dreun werd veroorzaakt door een parachutist die net was geland.
'Ja sorry dat jullie schrokken hoor. Maar ik maakte vannacht mijn eerste nachtsprong, week een beetje af en kwam in een veld met wakende herders net hun schapen terecht. Mijn naam is Gappie. Eigenlijk Gabriël maar dat klinkt zo oubollig dus liever Gap!
Wat brengt jullie hier allen te samen?'
De herder vertelde het verhaal van de bevalling van de vriendin van Joost.
'Dat is ook toevallig. Een maatje van me, heeft ergens eind maart iets gehad met grietje uit de kroeg. Het werd een one night stand, maar wel een heel behoorlijke, zeg maar.
Na afloop had die meid wel een beetje spijt. Mijn maatje ook. Ze bleek namelijk al verkering te hebben. Hij heeft haar nooit meer gezien. Haar vriend heette Joost. Dat had ze hem nog wel verteld.
Heet deze gast ook Joost ? Zou wel toevallig zijn. Ik plaag mijn maatje wel eens. Vroeg hem laatst.... hee man, je heet nou wel De Vader (want zo heet ie echt) maar ben je nou al vader?
En steeds antwoord hij dan..
'Tja....Joost mag het weten...'
Want het schijnt toch een beetje aan hem te knagen.
Ze hoorden nog steeds Engels zingen. Leuk nummer van Wham. Toen Mariah Carey en ineens Chris Rea. En ook klonk er geronk van motoren.
Drie grijze vijftigplussers kwamen op Harley Davidsons vanuit het Westen hun kant op gereden...
Vervolg later....
zondag 16 december 2018
Alternatief Kerstverhaal. In drie delen...
Modern alternatief Kerstverhaal met een dikke knipoog 😊
Het was 25 december. Kerst bestond nog niet. Joost en Marina waren een setje. Leuk stel. Maar Marina hield nogal van uitgaan en was tijdens het stappen tegen een knappe kerel aangelopen. Hij heette De Vader van zijn achternaam. Zijn voornaam had Marina niet kunnen verstaan door de herrie in de kroeg. Iets van Rodney of zo meende ze te herinneren.
Ze hadden een leuke avond maar Marina snoepte een beetje te veel van de Chardonnay. Die De Vader, die dus duidelijk andere bedoelingen had, kreeg die avond de kans om iets in haar drankje te gooien. Om een lang verhaal kort te maken....ze hadden een wilde nacht en Marina raakte zwanger.
Ze wist overigens niet hoe precies. Er zaten namelijk nergens vlekken. Dus ze was zeg maar onbevlekt. Maar had kennelijk wel dus het nodige ontvangen. Want ze was wel degelijk zwanger. Waarschijnlijk van die De Vader dus. Die een voornaam had die leek op Rodney.
Ze had dit verhaal bij Joost opgebiecht. Eerst was hij wel boos. Maar toen bleek dat ze echt van niks wist had hij uiteindelijk haar vergeven.
Ze besloten een vakantie te boeken naar de zon. Ergens eind december kwam dat in het Midden Oosten het beste uit. Daar was de temperatuur nog het lekkerst.
Joost was timmerman en had geen werk. Dus ze hadden alleen geld voor een last minute vliegreis bij een prijsvechter. Moesten ze ter plekke op de bonnefooi maar onderdak zoeken. Eigenlijk mocht Marina niet meer vliegen maar ze nam de gok.
Eenmaal aangekomen was het zo druk dat alle vervoer bezet was. Konden ze nog net een snorscootertje huren en gingen ze op zoek naar een hotelletje.
Helaas zat alles vol zo tegen het einde van het jaar. Omdat ze best moe waren belde ze bij een soort herberg aan. Die had alleen nog plaats in de stal. Omdat de snorscooter het had begeven hadden ze een heel stuk moeten lopen en waren ze bekaf.
Ze waren bijna in diepe slaap toen ineens Marina's vliezen braken.
'Oh mijn God Joost, de weeën zijn begonnen, doe iets !!!'
Vervolg later....
Over herders. Schaapjes tellen. De grijzen uit het Westen. En de opvallende gelijkenis van het kind met de zus van Marina, Christa 😊
Het was 25 december. Kerst bestond nog niet. Joost en Marina waren een setje. Leuk stel. Maar Marina hield nogal van uitgaan en was tijdens het stappen tegen een knappe kerel aangelopen. Hij heette De Vader van zijn achternaam. Zijn voornaam had Marina niet kunnen verstaan door de herrie in de kroeg. Iets van Rodney of zo meende ze te herinneren.
Ze hadden een leuke avond maar Marina snoepte een beetje te veel van de Chardonnay. Die De Vader, die dus duidelijk andere bedoelingen had, kreeg die avond de kans om iets in haar drankje te gooien. Om een lang verhaal kort te maken....ze hadden een wilde nacht en Marina raakte zwanger.
Ze wist overigens niet hoe precies. Er zaten namelijk nergens vlekken. Dus ze was zeg maar onbevlekt. Maar had kennelijk wel dus het nodige ontvangen. Want ze was wel degelijk zwanger. Waarschijnlijk van die De Vader dus. Die een voornaam had die leek op Rodney.
Ze had dit verhaal bij Joost opgebiecht. Eerst was hij wel boos. Maar toen bleek dat ze echt van niks wist had hij uiteindelijk haar vergeven.
Ze besloten een vakantie te boeken naar de zon. Ergens eind december kwam dat in het Midden Oosten het beste uit. Daar was de temperatuur nog het lekkerst.
Joost was timmerman en had geen werk. Dus ze hadden alleen geld voor een last minute vliegreis bij een prijsvechter. Moesten ze ter plekke op de bonnefooi maar onderdak zoeken. Eigenlijk mocht Marina niet meer vliegen maar ze nam de gok.
Eenmaal aangekomen was het zo druk dat alle vervoer bezet was. Konden ze nog net een snorscootertje huren en gingen ze op zoek naar een hotelletje.
Helaas zat alles vol zo tegen het einde van het jaar. Omdat ze best moe waren belde ze bij een soort herberg aan. Die had alleen nog plaats in de stal. Omdat de snorscooter het had begeven hadden ze een heel stuk moeten lopen en waren ze bekaf.
Ze waren bijna in diepe slaap toen ineens Marina's vliezen braken.
'Oh mijn God Joost, de weeën zijn begonnen, doe iets !!!'
Vervolg later....
Over herders. Schaapjes tellen. De grijzen uit het Westen. En de opvallende gelijkenis van het kind met de zus van Marina, Christa 😊
zondag 30 september 2018
Mooie momenten in een verzorgingshuis...
Met kleine drakie naar ouwe ome.
Kijk om je heen. Blijf je verwonderen. Zie in het gewone altijd het bijzondere 😀
Oudste nog levende oom, zit al weer tijdje in zg. verzorgingshuis. Ik schreef al eens eerder over hem. Woonde nog lang thuis met m'n tante. Al ruim 60 jaar samen. Maar ging niet meer qua verzorgen. Fysiek niet meer. Mentaal niet meer. Eerst was het een paar dagen. Maar nu dus definitief. Je leest altijd veel over de zorg. Iedereen heeft wel een mening. Maar ineens zo dicht bij iemand zijn die je dierbaar is, is heel erg confronterend.
Maar goed. Het is vrijdag. Opa en omadag. De week vooraf even contact nicht over haar pa. Of het uitkomt en zo. Vast wel leuk om met kleine moppie die kant op te gaan. Voor haar misschien niet zo. Voor hem zeker.
Ik realiseer me dat ik bij elkaar 7 generaties heb gekend. Deze oom is broer van m'n ma. Mijn grootouders heb ik tot ruim m'n dertigste meegemaakt. Mijn overgrootmoeder overleed pas toen ik al 9 was. Best uniek
Rond een uur of half tien zakken we af met die kleine naar Amstelveen. Met haar poppenwagen steelt ze gelijk de show bij alle oudjes. We melden ons bij de verplegeging/verzorging. Ome Jan krijgt nog even zorg. Later hoorden we, dat toen 'bezoek' was aangekondigd, hij flink het tempo opvoerde.
Ondertussen met kleine drakie een rondje lopen. Het doet zichtbaar iets met de bewoners, die her en der aan tafels zitten.
Alle ogen gaan glimmen. Glimlachen verschijnen en er wordt gezwaaid. Kleine nog steeds niet verlegen.
Tegen veel mensen..
'Hallo ik ben Puck, wie ben jij?' en ze krijgt bijna overal reactie.
Dan is oom klaar. Zittend aan een tafel ziet hij ons binnenkomen. Hij reageert enthousiast. Ik had hem al weer tijdje niet persoonlijk gezien. Thuis, nog bij m'n tante was het nog 'thuis'.
Hier oogt hij als een kwetsbare en breekbare oude man. Ik heb hem natuurlijk nog 'goed' gekend. Mijn lievelingsoom. Uitvoerder in de bouw. Vakkundig timmerman. Altijd belangstellend. Beste vriend van m'n pa. Broer van ma. Daarom besta ik.
Hem zo te zien raakt me enorm. Merk dat hem ook iets doet. En mn vrouw ook. Maar kleine moppie maakt ook nu het verschil. Iedereen lacht als ze samen met één van de bewoonsters op de grond gaat zitten en naar de Teletubbies gaat kijken.
We praten wat. Hebben het over vroeger. Over hem. Dat het thuis niet meer ging. Vol lof over m'n tante, zijn vrouw. Dat ze elkaar vreselijk missen. Maar alle begrip voor nu. Maar hij vindt het ook weer niks. Alleen. Niet thuis.
'Ja jongen, oud worden wil iedereen. Maar oud zijn op deze manier is niks. Ik word 87, weet heus wel dat het klaar is, maar dit is klote.'
Ik kijk in twee vochtige fletsblauwe ogen. Blauwe ogen. Opa had ze. Ik heb ze. Nu ook beetje vochtig...
Ik moet even naar het toilet. Als ik terugkom zit er een wildvreemde man op m'n stoel. Keurig gekleed. Aktentas bij zich. Mijn vrouw gebaart.. 'Hoort hier thuis'.
De man begint uit het niets een verhaal. Dat ie alles op moet schrijven. Omdat ie alles vergeet. Pakt een bloknote. 'Hier,kijk' tegen mn oom, 'nummer van tante Toos. Heb ik wel.' Er volgt een opsomming van alles wie en wat ie vergeet. Oom beaamt dat hij dat ook soms heeft. Maar trekt gekke gezichten naar ons.
Zo van..'wat moet ik met die kerel'...
Een verpleegster vraagt of ze hem weg moet halen, maar opeens vertrekt hij zelf.
Wij gaan ook weer. Kleine moppie moet ook slapen. Na een afscheid staan alle gezichten toch weer op vrolijk.
In de auto antwoordt die kleine dat ze het niet zo leuk vond. Maar de Teletubbies wel.
's Avonds
Kleine mop zit achter in m'n auto. Wegens logistiek probleempje met de auto van zoonlief breng ik haar thuis. Leg haar in bed enzo.
Uit het niets begint ze een gesprek.
'Was best leuk bij ome Jan' zegt ze.
'Oja schat'
'Ja hoor'
'Dus je wil wel vaker '
'Ja hoor'
Toch beleeft zo'n meisje dat toch weer bijzonder. Ons gesprek gaat verder. Hoewel ik instructies mee heb gehad onstaat er een 'onderonsje'...😀.
'Jij kan opa wel helpen zo hè. Jij weet waar alles ligt toch ?'
'Ja hoor.'
Bij haar in de straat begint het...
'Ik moet gelijk de stoep op opa'
Ik weet dat ze hier zeer conqequent op gewezen wordt. Dat zit er dus goed in.
Ze sleurt me mee naar de voordeur.
Eenmaal binnen wil ze nog even tv kijken. Geed idee hoe die werkt dus we komen een Teletubbie op mn telefoon overeen. We spreken af 1 filmpje. Ik weet dat er nog wel eens discussie is over meer, maar ze houdt zich braaf aan de afspraak.
Dan komt de kat binnen. Begint gelijk om eten te vragen. Instructie via app.
Maar moppie helpt. Ik wordt gewezen op de kast waar het kattenvoer staat. Zij komt met het voerbakje aan. Hoe gaaf is dit. Gecoachd worden door mn kleindochter. 'Gaan we pyama aantrekken?'
Ze krabbelte voor me uit de trap op. Ik krijg pyamaatje aangereikt. Wordt gewezen op de plek waar de nachtluiers leggen.
Eenmaal klaar moeten de tandjes gepoetst. Weer naar beneden. Ook nu wijst ze weer de weg. Eenmaal retour boven slaapzakje aan, speen erin, nog even voorlezen, knuffel, slaappopje mee.
'Moet de deur dicht of open ?'
'Bijna dicht opa.'
'Doeg lieverd, slaap lekker.'
Ze is al haast vertrokken.
Ik ga naar beneden, wachten op de 'aflossing'.
'Kijk om je heen. Blijf je verwonderen. Zie in het gewone altijd het bijzondere 😀'
I'm a lucky man...😍
X
Kijk om je heen. Blijf je verwonderen. Zie in het gewone altijd het bijzondere 😀
Oudste nog levende oom, zit al weer tijdje in zg. verzorgingshuis. Ik schreef al eens eerder over hem. Woonde nog lang thuis met m'n tante. Al ruim 60 jaar samen. Maar ging niet meer qua verzorgen. Fysiek niet meer. Mentaal niet meer. Eerst was het een paar dagen. Maar nu dus definitief. Je leest altijd veel over de zorg. Iedereen heeft wel een mening. Maar ineens zo dicht bij iemand zijn die je dierbaar is, is heel erg confronterend.
Maar goed. Het is vrijdag. Opa en omadag. De week vooraf even contact nicht over haar pa. Of het uitkomt en zo. Vast wel leuk om met kleine moppie die kant op te gaan. Voor haar misschien niet zo. Voor hem zeker.
Ik realiseer me dat ik bij elkaar 7 generaties heb gekend. Deze oom is broer van m'n ma. Mijn grootouders heb ik tot ruim m'n dertigste meegemaakt. Mijn overgrootmoeder overleed pas toen ik al 9 was. Best uniek
Rond een uur of half tien zakken we af met die kleine naar Amstelveen. Met haar poppenwagen steelt ze gelijk de show bij alle oudjes. We melden ons bij de verplegeging/verzorging. Ome Jan krijgt nog even zorg. Later hoorden we, dat toen 'bezoek' was aangekondigd, hij flink het tempo opvoerde.
Ondertussen met kleine drakie een rondje lopen. Het doet zichtbaar iets met de bewoners, die her en der aan tafels zitten.
Alle ogen gaan glimmen. Glimlachen verschijnen en er wordt gezwaaid. Kleine nog steeds niet verlegen.
Tegen veel mensen..
'Hallo ik ben Puck, wie ben jij?' en ze krijgt bijna overal reactie.
Dan is oom klaar. Zittend aan een tafel ziet hij ons binnenkomen. Hij reageert enthousiast. Ik had hem al weer tijdje niet persoonlijk gezien. Thuis, nog bij m'n tante was het nog 'thuis'.
Hier oogt hij als een kwetsbare en breekbare oude man. Ik heb hem natuurlijk nog 'goed' gekend. Mijn lievelingsoom. Uitvoerder in de bouw. Vakkundig timmerman. Altijd belangstellend. Beste vriend van m'n pa. Broer van ma. Daarom besta ik.
Hem zo te zien raakt me enorm. Merk dat hem ook iets doet. En mn vrouw ook. Maar kleine moppie maakt ook nu het verschil. Iedereen lacht als ze samen met één van de bewoonsters op de grond gaat zitten en naar de Teletubbies gaat kijken.
We praten wat. Hebben het over vroeger. Over hem. Dat het thuis niet meer ging. Vol lof over m'n tante, zijn vrouw. Dat ze elkaar vreselijk missen. Maar alle begrip voor nu. Maar hij vindt het ook weer niks. Alleen. Niet thuis.
'Ja jongen, oud worden wil iedereen. Maar oud zijn op deze manier is niks. Ik word 87, weet heus wel dat het klaar is, maar dit is klote.'
Ik kijk in twee vochtige fletsblauwe ogen. Blauwe ogen. Opa had ze. Ik heb ze. Nu ook beetje vochtig...
Ik moet even naar het toilet. Als ik terugkom zit er een wildvreemde man op m'n stoel. Keurig gekleed. Aktentas bij zich. Mijn vrouw gebaart.. 'Hoort hier thuis'.
De man begint uit het niets een verhaal. Dat ie alles op moet schrijven. Omdat ie alles vergeet. Pakt een bloknote. 'Hier,kijk' tegen mn oom, 'nummer van tante Toos. Heb ik wel.' Er volgt een opsomming van alles wie en wat ie vergeet. Oom beaamt dat hij dat ook soms heeft. Maar trekt gekke gezichten naar ons.
Zo van..'wat moet ik met die kerel'...
Een verpleegster vraagt of ze hem weg moet halen, maar opeens vertrekt hij zelf.
Wij gaan ook weer. Kleine moppie moet ook slapen. Na een afscheid staan alle gezichten toch weer op vrolijk.
In de auto antwoordt die kleine dat ze het niet zo leuk vond. Maar de Teletubbies wel.
's Avonds
Kleine mop zit achter in m'n auto. Wegens logistiek probleempje met de auto van zoonlief breng ik haar thuis. Leg haar in bed enzo.
Uit het niets begint ze een gesprek.
'Was best leuk bij ome Jan' zegt ze.
'Oja schat'
'Ja hoor'
'Dus je wil wel vaker '
'Ja hoor'
Toch beleeft zo'n meisje dat toch weer bijzonder. Ons gesprek gaat verder. Hoewel ik instructies mee heb gehad onstaat er een 'onderonsje'...😀.
'Jij kan opa wel helpen zo hè. Jij weet waar alles ligt toch ?'
'Ja hoor.'
Bij haar in de straat begint het...
'Ik moet gelijk de stoep op opa'
Ik weet dat ze hier zeer conqequent op gewezen wordt. Dat zit er dus goed in.
Ze sleurt me mee naar de voordeur.
Eenmaal binnen wil ze nog even tv kijken. Geed idee hoe die werkt dus we komen een Teletubbie op mn telefoon overeen. We spreken af 1 filmpje. Ik weet dat er nog wel eens discussie is over meer, maar ze houdt zich braaf aan de afspraak.
Dan komt de kat binnen. Begint gelijk om eten te vragen. Instructie via app.
Maar moppie helpt. Ik wordt gewezen op de kast waar het kattenvoer staat. Zij komt met het voerbakje aan. Hoe gaaf is dit. Gecoachd worden door mn kleindochter. 'Gaan we pyama aantrekken?'
Ze krabbelte voor me uit de trap op. Ik krijg pyamaatje aangereikt. Wordt gewezen op de plek waar de nachtluiers leggen.
Eenmaal klaar moeten de tandjes gepoetst. Weer naar beneden. Ook nu wijst ze weer de weg. Eenmaal retour boven slaapzakje aan, speen erin, nog even voorlezen, knuffel, slaappopje mee.
'Moet de deur dicht of open ?'
'Bijna dicht opa.'
'Doeg lieverd, slaap lekker.'
Ze is al haast vertrokken.
Ik ga naar beneden, wachten op de 'aflossing'.
'Kijk om je heen. Blijf je verwonderen. Zie in het gewone altijd het bijzondere 😀'
I'm a lucky man...😍
X
zondag 16 september 2018
Generale voor de Dam tot Damloop
Hallo daar. Vanmorgen weer een Zaans rondje gelopen. Had vooraf geen plan. Werd een route van ruim 13 km. Ik dacht na afloop, best leuk stukkie. Ik schrijf het op. Is wel even verhaaltje geworden en je beslist natuurlijk zelf of je (verder) wil lezen. Voor de liefhebbers.... ik plak de route eronder. Hij gaat nl langs Zaanland.
Rondje door de Zaanstreek, ga je mee?
Vanuit ons huis hoef ik alleen maar een parkeerterreintje over te steken en ik ben al in het Jagersveld. Ik wil even een laatste vlak rondje doen door de Zaanstreek. Ook even vast wat Dam tot Damsfeer opsnuiven.
Best wel wat meters gemaakt in Madeira en Algarve, maar ja, of en toe ook een hapje en drankje natuurlijk.😀.
Ik begin mijn loop op het slingergrindpad richting de A7. Hierin gelijk wat steile bruggetjes die de lopers van Zaanland ook wel kennen. Eenmaal in het echte Jagersveld langs de kleine windmolen het bitumen pad richting sportvelden van o.a. RCZ en Hercules.
Er is een bootcampgroep aan de gang. Toch ook wel weer eens leuk misschien.
Linksaf het Kuilpad op richting Kogerveld. In de huizenrijen van de Zwanebloemkade passeer ik het huis van een bevriend stel van onze zoon en schoondochter. We zwaaien naar elkaar.
Met het water van de Gouw aan mijn linkerhand, waarin inmiddels de eerste zonnestralen goed zichtbaar zijn loop ik onder het spoor van de zogenaamde Hoornse lijn door richting ziekenhuis. Op dat moment passeert gillend een trein. Vroeger met de oude treinen altijd de uitdaging en hoop (vreemde woordspeling) dat niemand de wc doorspoelde.
Ik nader het viaduct van de A8, hoor de sirene van een voorrangsvoertuig. Tegenwoordig alles tweetonig. Europees besluit zo is me ooit uitgelegd. Ik vond het verschil met 3 tonige ambulance wel prettig vroeger. Kon je als hulpverlener een slachtoffer toch beetje mee geruststellen. Het is nu ook wel herkenbaar maar minder makkelijk. Maar ik dwaal af.
Het viaduct zelf is soort een vrijplaats voor graffitischilders. Je moet er van houden, maar ze kunnen wel schilderen die gasten. Bij de ingang een mooie paint van Bob Marley. Tenminste, daar lijkt ie op. Een visser staat onder het viaduct. We groeten elkaar. Er komen meerdere lopers me tegemoet. Ook al ken ik ze niet. Er is een knik. Een handgebaar. Een soort 'wij' gevoel. Motorrijders herkennen dat vast wel.
Op het fietspad fietst een loopster van Zaanland me tegemoet. We hebben oogcontact, glimlachende groet. 'Ik ga straks ook nog even' zegt ze. De Damloop leeft.
Eenmaal ter hoogte van het ziekenhuis zie ik dat het oude nu volledig gesloopt is. Je hebt nu mooie doorkijk naar het nieuwe en daar komt ook een mooi fietspad. Er is op de sloopplek een soort vijvertje ontstaan waar vogels dankbaar gebruik van maken. De natuur vindt altijd zijn weg.
Ik loop door richting Veldpark waar de 'bouw' van het VIP dorp aardig zichtbaar is. Voor de niet Zaandammers, hier staan tijdens de Damloop de businesstenten van alle bedrijventeams.
Ik besluit een rondje 'pannekoek' door het Veldpark te maken. Een groot precies rond stuk grasveld, precies 400 meter. We hebben het een keer nagemeten. Het dorp vordert gestaag.
Ook hier een groepje bootcampers. Nou ja, binnenkort toch maar eens over brainstormen. Ik heb niet voor niks ooit die bijscholingen gehad.
Ik vervolg m'n weg door het Veldpark langs de nieuwe speelheuvel en verlaat het park bij dojo Hikari.
Hier liggen ook heel wat zweetdruppels op de tatami, vooral uit m'n karatejaren, ook al weer dik 25 jaar terug, maar er zitten ook in m'n looptrainingen nog steeds wel wat invloeden.
Ik besluit tussen de 'kleurenflats' door even bij de opbouw van de start van de nightrun te kijken maar nog geen activiteit hier.
Via het viaduct over de Gouw, waar vroeger via het gigantische logistieke proces dat de Damloop ook is, de kledingteruggave plaatsvond. Wordt wel eens vergeten dat heel veel vrijwilligers dit mogelijk maken
Met aan m'n linkerhand de brandweerkazerne loop ik richting de rotonde van het Mennistenerf. Als we hier langskomen hebben we het altijd een beetje lacherig over 'ons voorland'. Hopelijk nooit nodig.
Ik moet natuurlijk even een stukje over 'het parcours' en duik de Peperstraat in.
Overal gele borden van de organisatie van de Dam tot Dam. Je voelt gewoon dat ie eraan komt
Sla linksaf de Klauwershoek langs de Kapiteinshut en de Oude Herberg, om via Irodion ( komen we ook wel eens 😉) rechtsaf de brug riching Dam te nemen. Er komt me weer een Zaanlandloper tegemoet. Kom even niet op z'n naam. Hij is één van het groepje brandweerlieden die bij ons loopt, zijn dochter loopt ook bij ons.
In de Zaan ligt een mooie viermaster. Effe fotootje natuurlijk. Via het Damplein, de 'echte' parcoursrichting de Westzijde op.
Was ooit een van de eerste Zaanse straten die ik als jonge Amsterdammer leerde kennen. Natuurlijk door o.a. Wastora. Wisten jullie trouwens dat de één van eerste 'blote' Nederlandse films 'Turks fruit' een paar shots 'Wastora' zaten ? Daar woonde de moeder van Olga (karakter Monique vd Ven) onder andere, gespeeld door Tonny Huurdeman. Was in 1973. Weet dat nog zo goed omdat mij de toegang werd geweigerd. Tja dat waren nog eens tijden. Je moest 14 zijn en ik was 13. Strenge suppoost vroeg door en ik was (ja echt ) heel verlegen. Kwam mooi de City niet in. Maar ik dwaal weer af.
Door over de Westzijde, langs het monumentje van Jan Bonekamp en Hanny Schaft. Mooie jonge mensen die de hoogste prijs betaalden voor hun verzetswerk in de Tweede Wereldoorlog.
Ik ga verder langs kapper Zemheri die ongeveer eens per 6 weken in 10 minuten mijn weelderige haardos weet om te toveren tot weer een snelle coupe.
Bij het Papenpad tegenover de sluis over de brug links want ik moet natuurlijk ook even langs de atletiekbaan van Zaanland. De hekken zijn open en speerwerptrainer Rogier is er met een paar van zijn talenten. We doen echt meer dan alleen maar lopen hoor 😀.
Na een groet zie ik dat het start/finishdoek van de Zaankanterloop er nog hangt. Tja dat vraagt om een selfie 😊.
Ik loop om de baan heen om via het nieuwe Dik Trompad op de Provinciale weg uit te komen. Direct naar rechts de Mauvestraat in richting voormalig Sportfondsenbad. Daar links het nieuwe fietspad op.
Ik steek de Vincent van Goghweg over en volg de Jan van Goyenkade om aan het eind de Frans Halstraat in te gaan.
Bij het beeld van 'Het meisje met het glas met insect tegen haar oor' sla ik linksaf de Westzijde weer op.
Langs de Kerk van Nazerener waaruit gezang klinkt ben ik inmiddels in Koog aan de Zaan waar ik bij café de Toog rechtsaf de brug over de Zaan opdraai richting de Paltrokstraat.
Nadat ik linksaf de Cornelis van Uitgeeststraat insla richting Slachthuisbuurt loop ik helemaal rechtdoor, langs het terrein van het oude slachthuis waar tegenwoordig de Lidl vooral goede zaken doet. Om de Lidl heen het fietspad op. Oversteek maken over de Doctor H.G. Scholtenstraat.
Langs garage Hellingman even voorbij de voetbalvelden van o.a. RCZ sla ik rechtsaf het pad naar de Zaanse dierenopvang in.
Realiserend dat daar ooit de Banjerverhalen ooit zo'n beetje begonnen ook gelijk dat Banjer alweer een half jaar al niet meer onder ons is.
Voorbij de Dierenopvang doemt het klapbruggetje van het Kuilpad in beeld. Hierover links en gelijk weer rechts ga ik het Jagersveld weer in.
Over het grindpad loop ik helemaal door om bij het Schildmeer het Jagersveld weer te verlaten. Er staat ruim 13 km op de teller. Ik vind 'm mooi zo en wandel de IJssel af richting thuisbasis.
Best leuk rondje zo !
Rondje door de Zaanstreek, ga je mee?
Vanuit ons huis hoef ik alleen maar een parkeerterreintje over te steken en ik ben al in het Jagersveld. Ik wil even een laatste vlak rondje doen door de Zaanstreek. Ook even vast wat Dam tot Damsfeer opsnuiven.
Best wel wat meters gemaakt in Madeira en Algarve, maar ja, of en toe ook een hapje en drankje natuurlijk.😀.
Ik begin mijn loop op het slingergrindpad richting de A7. Hierin gelijk wat steile bruggetjes die de lopers van Zaanland ook wel kennen. Eenmaal in het echte Jagersveld langs de kleine windmolen het bitumen pad richting sportvelden van o.a. RCZ en Hercules.
Er is een bootcampgroep aan de gang. Toch ook wel weer eens leuk misschien.
Linksaf het Kuilpad op richting Kogerveld. In de huizenrijen van de Zwanebloemkade passeer ik het huis van een bevriend stel van onze zoon en schoondochter. We zwaaien naar elkaar.
Met het water van de Gouw aan mijn linkerhand, waarin inmiddels de eerste zonnestralen goed zichtbaar zijn loop ik onder het spoor van de zogenaamde Hoornse lijn door richting ziekenhuis. Op dat moment passeert gillend een trein. Vroeger met de oude treinen altijd de uitdaging en hoop (vreemde woordspeling) dat niemand de wc doorspoelde.
Ik nader het viaduct van de A8, hoor de sirene van een voorrangsvoertuig. Tegenwoordig alles tweetonig. Europees besluit zo is me ooit uitgelegd. Ik vond het verschil met 3 tonige ambulance wel prettig vroeger. Kon je als hulpverlener een slachtoffer toch beetje mee geruststellen. Het is nu ook wel herkenbaar maar minder makkelijk. Maar ik dwaal af.
Het viaduct zelf is soort een vrijplaats voor graffitischilders. Je moet er van houden, maar ze kunnen wel schilderen die gasten. Bij de ingang een mooie paint van Bob Marley. Tenminste, daar lijkt ie op. Een visser staat onder het viaduct. We groeten elkaar. Er komen meerdere lopers me tegemoet. Ook al ken ik ze niet. Er is een knik. Een handgebaar. Een soort 'wij' gevoel. Motorrijders herkennen dat vast wel.
Op het fietspad fietst een loopster van Zaanland me tegemoet. We hebben oogcontact, glimlachende groet. 'Ik ga straks ook nog even' zegt ze. De Damloop leeft.
Eenmaal ter hoogte van het ziekenhuis zie ik dat het oude nu volledig gesloopt is. Je hebt nu mooie doorkijk naar het nieuwe en daar komt ook een mooi fietspad. Er is op de sloopplek een soort vijvertje ontstaan waar vogels dankbaar gebruik van maken. De natuur vindt altijd zijn weg.
Ik loop door richting Veldpark waar de 'bouw' van het VIP dorp aardig zichtbaar is. Voor de niet Zaandammers, hier staan tijdens de Damloop de businesstenten van alle bedrijventeams.
Ik besluit een rondje 'pannekoek' door het Veldpark te maken. Een groot precies rond stuk grasveld, precies 400 meter. We hebben het een keer nagemeten. Het dorp vordert gestaag.
Ook hier een groepje bootcampers. Nou ja, binnenkort toch maar eens over brainstormen. Ik heb niet voor niks ooit die bijscholingen gehad.
Ik vervolg m'n weg door het Veldpark langs de nieuwe speelheuvel en verlaat het park bij dojo Hikari.
Hier liggen ook heel wat zweetdruppels op de tatami, vooral uit m'n karatejaren, ook al weer dik 25 jaar terug, maar er zitten ook in m'n looptrainingen nog steeds wel wat invloeden.
Ik besluit tussen de 'kleurenflats' door even bij de opbouw van de start van de nightrun te kijken maar nog geen activiteit hier.
Via het viaduct over de Gouw, waar vroeger via het gigantische logistieke proces dat de Damloop ook is, de kledingteruggave plaatsvond. Wordt wel eens vergeten dat heel veel vrijwilligers dit mogelijk maken
Met aan m'n linkerhand de brandweerkazerne loop ik richting de rotonde van het Mennistenerf. Als we hier langskomen hebben we het altijd een beetje lacherig over 'ons voorland'. Hopelijk nooit nodig.
Ik moet natuurlijk even een stukje over 'het parcours' en duik de Peperstraat in.
Overal gele borden van de organisatie van de Dam tot Dam. Je voelt gewoon dat ie eraan komt
Sla linksaf de Klauwershoek langs de Kapiteinshut en de Oude Herberg, om via Irodion ( komen we ook wel eens 😉) rechtsaf de brug riching Dam te nemen. Er komt me weer een Zaanlandloper tegemoet. Kom even niet op z'n naam. Hij is één van het groepje brandweerlieden die bij ons loopt, zijn dochter loopt ook bij ons.
In de Zaan ligt een mooie viermaster. Effe fotootje natuurlijk. Via het Damplein, de 'echte' parcoursrichting de Westzijde op.
Was ooit een van de eerste Zaanse straten die ik als jonge Amsterdammer leerde kennen. Natuurlijk door o.a. Wastora. Wisten jullie trouwens dat de één van eerste 'blote' Nederlandse films 'Turks fruit' een paar shots 'Wastora' zaten ? Daar woonde de moeder van Olga (karakter Monique vd Ven) onder andere, gespeeld door Tonny Huurdeman. Was in 1973. Weet dat nog zo goed omdat mij de toegang werd geweigerd. Tja dat waren nog eens tijden. Je moest 14 zijn en ik was 13. Strenge suppoost vroeg door en ik was (ja echt ) heel verlegen. Kwam mooi de City niet in. Maar ik dwaal weer af.
Door over de Westzijde, langs het monumentje van Jan Bonekamp en Hanny Schaft. Mooie jonge mensen die de hoogste prijs betaalden voor hun verzetswerk in de Tweede Wereldoorlog.
Ik ga verder langs kapper Zemheri die ongeveer eens per 6 weken in 10 minuten mijn weelderige haardos weet om te toveren tot weer een snelle coupe.
Bij het Papenpad tegenover de sluis over de brug links want ik moet natuurlijk ook even langs de atletiekbaan van Zaanland. De hekken zijn open en speerwerptrainer Rogier is er met een paar van zijn talenten. We doen echt meer dan alleen maar lopen hoor 😀.
Na een groet zie ik dat het start/finishdoek van de Zaankanterloop er nog hangt. Tja dat vraagt om een selfie 😊.
Ik loop om de baan heen om via het nieuwe Dik Trompad op de Provinciale weg uit te komen. Direct naar rechts de Mauvestraat in richting voormalig Sportfondsenbad. Daar links het nieuwe fietspad op.
Ik steek de Vincent van Goghweg over en volg de Jan van Goyenkade om aan het eind de Frans Halstraat in te gaan.
Bij het beeld van 'Het meisje met het glas met insect tegen haar oor' sla ik linksaf de Westzijde weer op.
Langs de Kerk van Nazerener waaruit gezang klinkt ben ik inmiddels in Koog aan de Zaan waar ik bij café de Toog rechtsaf de brug over de Zaan opdraai richting de Paltrokstraat.
Nadat ik linksaf de Cornelis van Uitgeeststraat insla richting Slachthuisbuurt loop ik helemaal rechtdoor, langs het terrein van het oude slachthuis waar tegenwoordig de Lidl vooral goede zaken doet. Om de Lidl heen het fietspad op. Oversteek maken over de Doctor H.G. Scholtenstraat.
Langs garage Hellingman even voorbij de voetbalvelden van o.a. RCZ sla ik rechtsaf het pad naar de Zaanse dierenopvang in.
Realiserend dat daar ooit de Banjerverhalen ooit zo'n beetje begonnen ook gelijk dat Banjer alweer een half jaar al niet meer onder ons is.
Voorbij de Dierenopvang doemt het klapbruggetje van het Kuilpad in beeld. Hierover links en gelijk weer rechts ga ik het Jagersveld weer in.
Over het grindpad loop ik helemaal door om bij het Schildmeer het Jagersveld weer te verlaten. Er staat ruim 13 km op de teller. Ik vind 'm mooi zo en wandel de IJssel af richting thuisbasis.
Best leuk rondje zo !
dinsdag 12 juni 2018
Vaderdagen, opgevoerde brommers en examenuitslagen...
Op vaderdag denk ik nog vaak aan pa, die er al lang niet meer is. Zo gaat het leven. Wat blijft zijn de mooie herinneringen. Zeker nu ik zelf de leeftijd ruim voorbij ben die hij had, toen ik een opgroeiende puber was, borrelt er op zo'n dag wel weer een verhaal naar boven.
Binnenkort hangen hier de schooltassen aan vlaggen. Vele geslaagden nemen afscheid van hun vmbo, havo of vwo. Sommigen zakken of krijgen een her. Daar geen tassen of vrolijke gezichten.
Zo herkenbaar...Mijn 'slagen' ging namelijk ook met wat hobbels zeg maar.
Het was juni 1976. In augustus zou ik 16 worden en ik had een turbulent schooljaar achter de rug. Mijn ouders hadden een volkstuin op Zwanenburg. Het bestaat nog en is inmiddels redelijk gemoderniseerd. In 1976 nog niet. Wij brachten hele zomers door op deze veredelde camping. Met samengeknepen billen zat ik die dag te wachten op de postbode. Die dag zou ik de uitslag krijgen van mijn examen Mavo-4. Per aangetekende post. Zo ging dat toen.
Ik was vier jaar daarvoor begonnen als brugpieper met een Havo/VWO advies opmhet Cartesiuslyceum.
Maar ja. Te speels. Te grote school. Te snelle aanbod van lesstof wat ik niet kon volgen. Het werd helemaal niks. Als snel werd de overstap naar de Mavo gemaakt en in het achterhoofd later weer terug te gaan naar de Havo-4.
En de Mavo ging als een speer. Negens en tienen scoren of het niks was. Tot dat laatste jaar. Andere prioriteiten. Meisjes en brommers vooral. Ik had lang krullend haar. Vond ik persoonlijk niks in die tijd, maar mijn moeder vond het prachtig. En ik lag ook wel goed bij de dames al had ik dat zelf toen nog niet zo door. Er was zeg maar aandacht genoeg. En er moest en zou een brommer komen. Allemaal dingen die het laatste jaar Mavo aardig in de weg bleken te ziten.
Ineens verscheen de postbode op het tuinpad in Zwanenburg. Toen nog zo'n ouderwetse, in het uniform van het Staatsbedrijf der PTT.
'Ik heb een aangetekende voor uw zoon, denk ik,' sprak hij tegen mijn ma. Hij bracht de hele dag deze boodschappen aan jongeren. Ik rukte de enveloppe uit zijn handen, ma tekende geloof ik, en ik scheurde hem open.....
'En?'... Pa was ook thuis en twee ouders keken vol verwachting in mijn inmiddels op zeven dagen slecht weer staande gezicht......'Kut'..... Ik citeer letterlijk mijzelf want ik weet het namelijk nog heel goed....'Herexamen...'... 'Wis en natuurkunde onvoldoende...'
Ineens zag ik mijn hele zomer in het water vallen. Ik zou in augustus dus brommer mogen rijden. Maar daar moest nog wel even flink voor worden gewerkt. De brommer die ik wilde was zeker 750 gulden. In die tijd een hoop geld voor een jochie van 15. Nu werd het flink in de boeken. Dat was een tegenvaller. Omgaan met teleurstellingen leer je je hele leven. Voor iemand van 15 een groot drama op dat moment.
Geen overgangsjaar van Mavo naar Havo dat bestond uit feesten en zo. Nee verdomme, ik moest hard werken. Ik stond al ingeschreven op het Cartsiuslyceum en wilde dat ook graag. Een drukke tijd volgde. Toch een vakantiebaantje. Maar vier weken in plaats van acht. Contact met de leraar Wiskunde volgde en bij zijn gezin thuis in Zaandam (hoe toevallig) volgde een coachingstraject.
Het lukte en uiteindelijk kwam er toch een diploma. En.... Veel belangrijker... een brommer. Omdat mijn 'salaris' van toen slechts in vier weken verdiend kon worden kwam pa met een tof voorstel. Hij had mijn inzet (want daar lag het zeker niet aan die zomer) ook wel gezien en wilde het bedrag dat ik tekort kwam voorschieten. Ik weet nu vele jaren later zeker, dat ze het in die dagen niet al te breed hadden. Drie opgroeiende koters, pa had net ontslag gehad en moest alle zeilen bijzetten, maar de brommer kwam er dus. Met hun hulp.
Een Yamaha FS1!!!
In die tijd waren er vier soorten gangbare brommers. Kreidler, Zundapp, Puch en Yamaha. Puch was een beetje voor de alternatievelingen. Allemaal schakelbrommers. Automaatjes waren er voor watjes en meisjes. In die jaren waren er twee soorten jongeren vonden wij, mijn vrienden en ik. Of je was soulkikker, of underground figuur. Ik shopte een beetje tussen die twee in. Soms in spijkerjacks zonder mouwen dan was je underground en van Deep Purple en zo. (vind ik nog goed) Maar dat laatste jaar steeds vaker op schoenen met plateauzolen, strakke terlenka broeken met zeer wijde pijpen en overhempjes met een schillerkraag. James Brown, Stylistics, Tavares. (Ook niet verkeerd). Hoezo hokjes geest en eigen mening. ...;-)
Ik zag het weer helemaal zitten. Ik op de brommer in zo'n stoere souloutfit naar het Cartesius. Daar de blits maken in Havo-4. Met geleend geld van pa en ma. Pa wilde wel mee de brommer kopen. Wou zien waar zijn geld aan werd uitgegeven. Ik snap nu wel waarom. Iedereen reed opgevoerd anders telde je niet mee. Ik had een mooie gezien, waarvan ik wist dat ie tachtig kon!!!
Pa dus mee en van een jongen die net achttien geworden was kocht ik mijn juweeltje. Hij was een tikkie opgevoerd, maar.... zo beloofde ik pa, ik zou hem terug (laten) bouwen naar standaard. Ik was dat natuurlijk niet van plan, maar dat zei ik niet. Eerst maar hebben, dacht ik.
De brommer werd aangeschaft met met de uitdrukkelijke belofte dat ik pas op mijn zestiende zou gaan rijden kwam het juweeltje in onze kelderbox te staan. Ik zou over een paar weken zestien worden. Hij heeft het nooit geweten maar er zijn heel wat ritjes gemaakt als vijftienjarige...
Maar dat ombouwen kwam er niet echt van. Ik hoopte pa te overtuigen dat ik wel safe reed en hij beloofde een keer achterop mee te gaan. Ik moest wel beloven 'normaal' te rijden. Tja... Dat is natuurlijk ieders beleving moet ik toen hebben gedacht...
En ja hoor. Het was zover. Toen stapte pa dus achterop bij mij op de Yamaha FS 1.
Ik een stoere integraalhelm, hij een zogenaamd 'potje' ... Zag er niet uit. Vond ik...
'Rustig aan, hè'....hoorde ik hem nog zeggen. Maar ik spoot al vol gas vooruit. 'Rustig aan, idioot,' klonk het weer. Ik realiseerde me dat hij natuurlijk helemaal niet gewend was op twee wielen bij iemand achterop te zitten.
Later zou hij zeggen dat zijn wangen ongeveer naar binnen werden gezogen en dat hij dacht dat de helm van zijn hoofd werd afgerukt door het snelle optrekken. Een rondje door mijn Amsterdam-West. Stoer de brommer een beetje platgooien in de bochten. Beetje uitproberen hoe ver ik kon gaan maar ik kreeg verder geen reactie. Oké... Als hij dit normaal vond kon ik de brommer misschien toch nog opgevoerd houden.
Eenmaal weer thuis volgde er toch een soort van donderpreek. Nu vele jaren later, vele verkeersongevallen gezien hebbende, snap ik hem maar al te goed.
Maar toen... Pfff ouwe l....
Zei dat natuurlijk niet maar als binkie van 16 denk je dat je de hele wereld aankan.
Een van de toenmalige vrienden van pa en ma, ome Nelis, was zelf een ervaren motorrijder. Onder een biertje werd het brommeravontuur natuurlijk uitgebreid nabesproken. Inclusief de zorgen van pa. 'Wacht maar,' zei ome Nelis in plat Amsterdams, 'hij gaat vanzelf een keer goed op zijn platte bek, dan leert ie het wel af...'
Dat dát moment al heel snel zou komen had ik toen zeker nog niet verwacht.
Een week of wat later reed ik met mijn zus, toen 12 of zo, van Zwanenburg naar Amsterdam. Pa, ma en kleine broertje, zouden met de auto volgen.
'Niet te gek hè' , had ma nog gevraagd. Nee natuurlijk niet. Serieus reed ik, maximaal 50... Nou ja soms misschien iets harder....voor mijn gevoel in ieder geval natuurlijk super langzaam, naar Amsterdam. Toen zus was afgestapt meende ik iets in de versnellingsbak te hebben gehoord.
Helm af om goed te kunnen luisteren, koppeling in, en in de eerste versnelling want daar klonk het het heftigst. Steeds een beetje gas bij. Om goed te kunnen luisteren boog ik mijn hoofd naar het motorblok. En ja hoor, toen gebeurde het.
Koppeling schoot om onverklaarbare reden uit mijn linkerhand net op het moment dat ik flink gas gaf. Met een enorme schok schoot de brommer onder mijn kont vandaan en begon aan een eigen leven door ons kleine Geuzenveldse straatje. Met schrik in mijn ogen zag ik mijn gemotoriseerde trots een paar keer over de kop slaan, net een auto missend op het wegdek eindigend. Ik lag ook plat. Mijn stoere soulbroek, waar ik op de Havo de toer mee zou gaan maken aan alle kanten gescheurd, plateauschoen helemaal kaal en een flink aantal schaafwonden. Zus hevig in paniek. En over de duvel ermee speelde, daar kwamen pa en ma de straat in rijden.
Schrik in hun ogen. Ma: 'Zat ze achterop toen dit gebeurde?' 'Nee natuurlijk niet!' gaf ik verontwaardigd terug. Pa, redelijk kort van stof soms, maar nu weet ik dat ook bij hem de schrik er goed in zat...'heb je nou je zin klootzak met je opgevoerde brommer...'
Het was misschien pedagogisch niet zijn sterkste opmerking, maar hij kwam wel binnen en bleef lang hangen. En ondanks mijn 16 jaar en grote waffel kwamen toen ook bij mij de traantjes.
Na de schade te hebben opgenomen, die viel overigens nog wel mee, volgde een toch wel onrustige nacht.
De volgende dag....
'Pa?'....
'Zeg het eens jongen, geen pijn meer van gisteren?'....
'Nee valt wel mee. Zullen we die brommer dan toch maar terugbouwen naar standaard...?'
Ik had hem lang niet zo blij zien kijken...
'Hoop dat je ervan geleerd hebt, pik,' zei hij opgelucht. 'Ome Nelis had toch wel een beetje gelijk hè...'
Tja, lachen als een boer met kiespijn lukte me goed want ik had overal pijn namelijk, al gaf ik dat natuurlijk niet toe. Een paar dagen later bouwden we samen de Yamaha om naar een normale bromfiets, zoals het hoorde. Vader en zoon. Nou ja, pa bouwde om en ik keek...
Een paar maanden later kreeg ik een verkering. Zij zat vele ritten veilig achterop, raakte uit beeld maar is inmiddels ook al jaren weer facebookvriendin (ik zeg lekker niet wie) maar zal die rustige bromfiets nog wel weten. Ik was genezen van stoerdoenerij door dit avontuur...
Vaderdagen, opgevoerde brommers en examenuitslagen Op dit soort dagen komen verhalen als deze weer naar boven. Pa is er dus al vele jaren niet meer. Maar ik weet nog zo goed hoe zijn stem klonk, zeker als ik aan dit verhaal denk.
Binnenkort hangen hier de schooltassen aan vlaggen. Vele geslaagden nemen afscheid van hun vmbo, havo of vwo. Sommigen zakken of krijgen een her. Daar geen tassen of vrolijke gezichten.
Zo herkenbaar...Mijn 'slagen' ging namelijk ook met wat hobbels zeg maar.
Het was juni 1976. In augustus zou ik 16 worden en ik had een turbulent schooljaar achter de rug. Mijn ouders hadden een volkstuin op Zwanenburg. Het bestaat nog en is inmiddels redelijk gemoderniseerd. In 1976 nog niet. Wij brachten hele zomers door op deze veredelde camping. Met samengeknepen billen zat ik die dag te wachten op de postbode. Die dag zou ik de uitslag krijgen van mijn examen Mavo-4. Per aangetekende post. Zo ging dat toen.
Ik was vier jaar daarvoor begonnen als brugpieper met een Havo/VWO advies opmhet Cartesiuslyceum.
Maar ja. Te speels. Te grote school. Te snelle aanbod van lesstof wat ik niet kon volgen. Het werd helemaal niks. Als snel werd de overstap naar de Mavo gemaakt en in het achterhoofd later weer terug te gaan naar de Havo-4.
En de Mavo ging als een speer. Negens en tienen scoren of het niks was. Tot dat laatste jaar. Andere prioriteiten. Meisjes en brommers vooral. Ik had lang krullend haar. Vond ik persoonlijk niks in die tijd, maar mijn moeder vond het prachtig. En ik lag ook wel goed bij de dames al had ik dat zelf toen nog niet zo door. Er was zeg maar aandacht genoeg. En er moest en zou een brommer komen. Allemaal dingen die het laatste jaar Mavo aardig in de weg bleken te ziten.
Ineens verscheen de postbode op het tuinpad in Zwanenburg. Toen nog zo'n ouderwetse, in het uniform van het Staatsbedrijf der PTT.
'Ik heb een aangetekende voor uw zoon, denk ik,' sprak hij tegen mijn ma. Hij bracht de hele dag deze boodschappen aan jongeren. Ik rukte de enveloppe uit zijn handen, ma tekende geloof ik, en ik scheurde hem open.....
'En?'... Pa was ook thuis en twee ouders keken vol verwachting in mijn inmiddels op zeven dagen slecht weer staande gezicht......'Kut'..... Ik citeer letterlijk mijzelf want ik weet het namelijk nog heel goed....'Herexamen...'... 'Wis en natuurkunde onvoldoende...'
Ineens zag ik mijn hele zomer in het water vallen. Ik zou in augustus dus brommer mogen rijden. Maar daar moest nog wel even flink voor worden gewerkt. De brommer die ik wilde was zeker 750 gulden. In die tijd een hoop geld voor een jochie van 15. Nu werd het flink in de boeken. Dat was een tegenvaller. Omgaan met teleurstellingen leer je je hele leven. Voor iemand van 15 een groot drama op dat moment.
Geen overgangsjaar van Mavo naar Havo dat bestond uit feesten en zo. Nee verdomme, ik moest hard werken. Ik stond al ingeschreven op het Cartsiuslyceum en wilde dat ook graag. Een drukke tijd volgde. Toch een vakantiebaantje. Maar vier weken in plaats van acht. Contact met de leraar Wiskunde volgde en bij zijn gezin thuis in Zaandam (hoe toevallig) volgde een coachingstraject.
Het lukte en uiteindelijk kwam er toch een diploma. En.... Veel belangrijker... een brommer. Omdat mijn 'salaris' van toen slechts in vier weken verdiend kon worden kwam pa met een tof voorstel. Hij had mijn inzet (want daar lag het zeker niet aan die zomer) ook wel gezien en wilde het bedrag dat ik tekort kwam voorschieten. Ik weet nu vele jaren later zeker, dat ze het in die dagen niet al te breed hadden. Drie opgroeiende koters, pa had net ontslag gehad en moest alle zeilen bijzetten, maar de brommer kwam er dus. Met hun hulp.
Een Yamaha FS1!!!
In die tijd waren er vier soorten gangbare brommers. Kreidler, Zundapp, Puch en Yamaha. Puch was een beetje voor de alternatievelingen. Allemaal schakelbrommers. Automaatjes waren er voor watjes en meisjes. In die jaren waren er twee soorten jongeren vonden wij, mijn vrienden en ik. Of je was soulkikker, of underground figuur. Ik shopte een beetje tussen die twee in. Soms in spijkerjacks zonder mouwen dan was je underground en van Deep Purple en zo. (vind ik nog goed) Maar dat laatste jaar steeds vaker op schoenen met plateauzolen, strakke terlenka broeken met zeer wijde pijpen en overhempjes met een schillerkraag. James Brown, Stylistics, Tavares. (Ook niet verkeerd). Hoezo hokjes geest en eigen mening. ...;-)
Ik zag het weer helemaal zitten. Ik op de brommer in zo'n stoere souloutfit naar het Cartesius. Daar de blits maken in Havo-4. Met geleend geld van pa en ma. Pa wilde wel mee de brommer kopen. Wou zien waar zijn geld aan werd uitgegeven. Ik snap nu wel waarom. Iedereen reed opgevoerd anders telde je niet mee. Ik had een mooie gezien, waarvan ik wist dat ie tachtig kon!!!
Pa dus mee en van een jongen die net achttien geworden was kocht ik mijn juweeltje. Hij was een tikkie opgevoerd, maar.... zo beloofde ik pa, ik zou hem terug (laten) bouwen naar standaard. Ik was dat natuurlijk niet van plan, maar dat zei ik niet. Eerst maar hebben, dacht ik.
De brommer werd aangeschaft met met de uitdrukkelijke belofte dat ik pas op mijn zestiende zou gaan rijden kwam het juweeltje in onze kelderbox te staan. Ik zou over een paar weken zestien worden. Hij heeft het nooit geweten maar er zijn heel wat ritjes gemaakt als vijftienjarige...
Maar dat ombouwen kwam er niet echt van. Ik hoopte pa te overtuigen dat ik wel safe reed en hij beloofde een keer achterop mee te gaan. Ik moest wel beloven 'normaal' te rijden. Tja... Dat is natuurlijk ieders beleving moet ik toen hebben gedacht...
En ja hoor. Het was zover. Toen stapte pa dus achterop bij mij op de Yamaha FS 1.
Ik een stoere integraalhelm, hij een zogenaamd 'potje' ... Zag er niet uit. Vond ik...
'Rustig aan, hè'....hoorde ik hem nog zeggen. Maar ik spoot al vol gas vooruit. 'Rustig aan, idioot,' klonk het weer. Ik realiseerde me dat hij natuurlijk helemaal niet gewend was op twee wielen bij iemand achterop te zitten.
Later zou hij zeggen dat zijn wangen ongeveer naar binnen werden gezogen en dat hij dacht dat de helm van zijn hoofd werd afgerukt door het snelle optrekken. Een rondje door mijn Amsterdam-West. Stoer de brommer een beetje platgooien in de bochten. Beetje uitproberen hoe ver ik kon gaan maar ik kreeg verder geen reactie. Oké... Als hij dit normaal vond kon ik de brommer misschien toch nog opgevoerd houden.
Eenmaal weer thuis volgde er toch een soort van donderpreek. Nu vele jaren later, vele verkeersongevallen gezien hebbende, snap ik hem maar al te goed.
Maar toen... Pfff ouwe l....
Zei dat natuurlijk niet maar als binkie van 16 denk je dat je de hele wereld aankan.
Een van de toenmalige vrienden van pa en ma, ome Nelis, was zelf een ervaren motorrijder. Onder een biertje werd het brommeravontuur natuurlijk uitgebreid nabesproken. Inclusief de zorgen van pa. 'Wacht maar,' zei ome Nelis in plat Amsterdams, 'hij gaat vanzelf een keer goed op zijn platte bek, dan leert ie het wel af...'
Dat dát moment al heel snel zou komen had ik toen zeker nog niet verwacht.
Een week of wat later reed ik met mijn zus, toen 12 of zo, van Zwanenburg naar Amsterdam. Pa, ma en kleine broertje, zouden met de auto volgen.
'Niet te gek hè' , had ma nog gevraagd. Nee natuurlijk niet. Serieus reed ik, maximaal 50... Nou ja soms misschien iets harder....voor mijn gevoel in ieder geval natuurlijk super langzaam, naar Amsterdam. Toen zus was afgestapt meende ik iets in de versnellingsbak te hebben gehoord.
Helm af om goed te kunnen luisteren, koppeling in, en in de eerste versnelling want daar klonk het het heftigst. Steeds een beetje gas bij. Om goed te kunnen luisteren boog ik mijn hoofd naar het motorblok. En ja hoor, toen gebeurde het.
Koppeling schoot om onverklaarbare reden uit mijn linkerhand net op het moment dat ik flink gas gaf. Met een enorme schok schoot de brommer onder mijn kont vandaan en begon aan een eigen leven door ons kleine Geuzenveldse straatje. Met schrik in mijn ogen zag ik mijn gemotoriseerde trots een paar keer over de kop slaan, net een auto missend op het wegdek eindigend. Ik lag ook plat. Mijn stoere soulbroek, waar ik op de Havo de toer mee zou gaan maken aan alle kanten gescheurd, plateauschoen helemaal kaal en een flink aantal schaafwonden. Zus hevig in paniek. En over de duvel ermee speelde, daar kwamen pa en ma de straat in rijden.
Schrik in hun ogen. Ma: 'Zat ze achterop toen dit gebeurde?' 'Nee natuurlijk niet!' gaf ik verontwaardigd terug. Pa, redelijk kort van stof soms, maar nu weet ik dat ook bij hem de schrik er goed in zat...'heb je nou je zin klootzak met je opgevoerde brommer...'
Het was misschien pedagogisch niet zijn sterkste opmerking, maar hij kwam wel binnen en bleef lang hangen. En ondanks mijn 16 jaar en grote waffel kwamen toen ook bij mij de traantjes.
Na de schade te hebben opgenomen, die viel overigens nog wel mee, volgde een toch wel onrustige nacht.
De volgende dag....
'Pa?'....
'Zeg het eens jongen, geen pijn meer van gisteren?'....
'Nee valt wel mee. Zullen we die brommer dan toch maar terugbouwen naar standaard...?'
Ik had hem lang niet zo blij zien kijken...
'Hoop dat je ervan geleerd hebt, pik,' zei hij opgelucht. 'Ome Nelis had toch wel een beetje gelijk hè...'
Tja, lachen als een boer met kiespijn lukte me goed want ik had overal pijn namelijk, al gaf ik dat natuurlijk niet toe. Een paar dagen later bouwden we samen de Yamaha om naar een normale bromfiets, zoals het hoorde. Vader en zoon. Nou ja, pa bouwde om en ik keek...
Een paar maanden later kreeg ik een verkering. Zij zat vele ritten veilig achterop, raakte uit beeld maar is inmiddels ook al jaren weer facebookvriendin (ik zeg lekker niet wie) maar zal die rustige bromfiets nog wel weten. Ik was genezen van stoerdoenerij door dit avontuur...
Vaderdagen, opgevoerde brommers en examenuitslagen Op dit soort dagen komen verhalen als deze weer naar boven. Pa is er dus al vele jaren niet meer. Maar ik weet nog zo goed hoe zijn stem klonk, zeker als ik aan dit verhaal denk.
maandag 11 juni 2018
Impressie van een Dam tot Damloop
In het startvak. De meesten lekker druk en sommigen ineens opvallend stil. De laatste plasjes zijn gedaan, je zal er maar last van krijgen. ;-) .
Muziek zwelt aan en het is altijd iets waar je op kunt dansen. Iedereen host en deint een beetje mee. De speaker somt de sponsoren op, noemt welke clubs er in ons startvak vertegenwoordigt zijn. Ook wie het startschot dit jaar zal lossen.
Dan mogen we langzaam naar voren. Iedereen dribbelt een beetje. Toch soort van gezonde wedstrijdspanning. De muziek gaat harder en het aftellen begint. Dan ineens dat startschot.
' zet m op - dank - jij ook succes - mooie loop gewenst ' .
De horde komt in beweging en voor je het weet is de eerste bocht naar links en ja daar gaan we dan die IJtunnel in. Slagerij van Kampen staat idd op haar plek wat dreunt het weer mooi. Tot bijna einde tunnel hoor je het gebonk.
En wat lijkt het druk dit jaar. Duizenden mensen om ons heen. Dus duizenden dreunende voetstappen. Veel gejuich klinkt mooi in die tunnel.
Ik begon deze versie nou niet echt optimaal. Kniebanden verrekt in het voorjaar. Ribben gekneusd half augustus. Knie ging nu goed. Ribben na week of 5 nog wel gevoelig, maar ‘normaal’ functioneren ging tenminste. Later zou blijken dat 16.1 km wel wat veel is voor een op en neer deinende borstkas.
Zoals gewoonlijk gaan we weer veel te snel in het begin. Die euforie ook op die helling naar beneden... Dan omhoog en ineens valt het me op dat het zweet langs mijn rug sijpelt. Sjee wat is het warm en benauwd. Ruim 20 graden. Hoge luchtvochtigheid. Dat wordt warmtestuwing realiseer ik me.
'Veel drinken' roep ik tegen diverse mensen om me heen. Ik ben tenslotte trainer. Weet dat de GG&GD het dan dus druk gaat krijgen. ' Elke drinkpost stoppen we' roep ik tegen mijn collega trainster Claudia die bij me in de buurt blijft.
Intussen zijn we al weer richting de Banne. Voor de niet locals… dit is Amsterdam Noord (enne daar liepen we dus vanochtend)
Mijn wangen gloeien en mijn hoofd begint te bonken. Klotezon. Normaal hou ik van je. Nu ff niet dus. Eenmaal in Kadoelen staan ze met waterslangen en zelfs een vernevelaar. Heerlijk. Vergeet alleen even mijn smartphone. Shit !!
Richting de Appelweg weet je dat het Molenwijkpark (8 km punt dus de helft !!! is daar) komt. Veel bomen lekker koel tussen die hoge flats.
' Mooie loopstijl heeft u mijnheer ' roept een volkomen onbekende vrouw uit het publiek. ' Goed hé. Het zal je trainer zijn ' roept mijn collega trainer terug.
Ik voel iets van trots en loop gelijk rechter. Positieve feedback werkt ook bij mij hoor!!!
Hier ook weer, net als elk jaar, de stands met bananen, sinaasappel en meloen. Ik voel me misselijk dus hou t bij water. Heel veel water. Van heel veel vrijwilligers. Elk jaar weer. Top !!!
Inmiddels zijn de contouren van Zaanstad zichtbaar. Hoe vaak hebben ze mijn naam in Amsterdam nu al genoemd. Leuk hoor die namen op de startnummers.
Maar in Zaanstad staan de echte bekenden. Ik tuur het publiek in. De high fives zijn niet van de lucht. Bij de opgang naar de Noorder IJ en Zeedijk raak ik Clau kwijt. Ik stop bij de laatste drinkpost.
Twee bekers graag. Ik drink er een leeg en de ander giet ik over mijn hoofd. Het blijft benauwd. Mijn knie voel ik niet. Mijn gekneusde ribben spelen nu wel een beetje op.
Normaal de dag door gaat nog wel. Veel ademen is toch wel pittig. Nou ja vooruit dan maar. Ademen moet ik trouwens nu wel bewuster gaan doen anders krijg ik zuurstofschuld.
Ik haal Kim en Patries, twee vrouwen die al jaren bij ons lopen, in. Vooral Patries heeft het zwaar. ' Blijf bij ons lopen', vraagt ze. Doe ik.
Kan die laatste kilometers ook wel wat steun gebruiken. Onderweg natuurlijk overal bierdrinkende en rokende grapjassen die ' nog een klein stukkie ' roepen. Normaal lach ik erom. Nu moet ik me inhouden niets cynisch terug te roepen. Heb nog wel wat tips zeg maar...
Maar goed.
De 'dijkwaargeeneindaanlijkttekomen'
(Zuiddijk in Zaandam) is in beeld. Bij Kim voor de deur( daar feesten we altijd na afloop) worden we met veel gejuich ontvangen en krijgen we weer water. Steeds vaker hoor ik mijn naam. Nu van degenen die me echt kennen. Ineens rechts zoon en schoondochter. (Kleindochter is er dan nog niet) Ff extra high five. Blijft toch je kroost.
Langzaam komt de Burcht in beeld en staan de mensen zeker 4 rijen dik. Nog meer mensen die onze namen roepen. Wij zijn er bijna. Over de Dam alleen maar kippenvel en... voel ik daar iets van natte oogjes.... ? Yep... Slik... Na stevige blessures van de afgelopen maanden en toch wel flinke vermoeidheid inmiddels, hakt dit er bij mij ook dus in.
Was dit jaar immers nog maar de vraag of het allemaal zou lukken met die stomme blessures. . Nog eenmaal de brug van de Peperstraat op die dit jaar wel de Cauberg lijkt maar dan is toch echt de finish in zicht. Oké met zijn drieën dan.
Patries pakt mij hand en Kim die van haar. Juichend over de streep. Eindelijk. Maar wat was het zwaar. Volgend jaar natuurlijk weer. Binnenkort het eerste trainersoverleg alweer. Maar eerst water drinken, naar huis douchen en feesten.
Meer dan verdiend dit keer !!!
woensdag 6 juni 2018
Vechten met een aap...
Vechten met een aap.
Oktober 2012. Na een prachtige rondreis door Maleisië eindigen we met een weekje verlenging om alle mooie indrukken even in te laten werken.
Langkawi één van de prachtige eilanden langs de Maleisische westkust, net voorbij Thailand is bijna een paradijsje.
Met af en toe een tropisch buiten verder zonovergoten. Mooie natuur, veel beesten in het wild, af en toe een varaan die een duik in het zwembad neemt gewoon tussen de toeristen, hornbills (soort toekans) vliegen laag over hoe mooi is dat...
Op een zonnige middag buiken we na een heerlijk tropische lunch lekker uit.
Ineens loopt er een Makaak bij het zwembad. Er zitten in de buurt twee flinke apenkolonies. De Makaken zijn het agressiefst. We waren al eens wat te dicht langs een groep gelopen die zich tegoed deed aan de inhoud van een vuilcontainer.
Met opgetrokken lippen en veel geblaas en gekrijs werd ons duidelijk gemaakt dat we niet gewenst waren. Logisch natuurlijk, het is hun overlevingsvoedsel. Nonverbale commnicatie werkt dan prima.
Maar nu dus een Makaak bij het zwembad. En snel wordt duidelijk waarom...
De mensen naast ons hebben hun stretcher net verlaten en er staat nog een glas met een stuk fruit op de rand.
Zo dichtbij. 'Maak snel een foto', zegt mijn vrouw. Ik pak de camera, richt m'n lens en sta ondertussen op en doe stap dichterbij...
Hele foute actie.
Hij ziet mij kennelijk als een heuse bedreiging en zoekt direct de confrontatie. Hij laat het fruit voor wat het en vliegt mijn kant op en stop op meter of twee voor me.
Oja, ik ken de fight, flight, freese-reactie maar al te goed. Ik sta letterlijk aan de grond genageld. Geef voorzichtig de camera aan mijn vrouw die schuin achter me zit. Hij blaast, krijst trekt z'n lippen op.
Okeeee... denk ik, wat nu...?
Je leest dan altijd dat hersenen op volle toeren draain. Klopt. Ik weeg kansen af terwijl ik blijft kijken.
Vluchten is geen optie. Hij zal me onmiddelijk inhalen en ik laat mijn vrouw onder geen voorwaarde achter met dat beest. Hij staat inmiddels recht op twee achterpoten, op het bedje. Best groot dan zo'n aap.
'Geef m'n badlaken' sis ik tegen mijn vrouw. Dan maar proberen te verjagen. Gebeten of gekrabt lijkt me zover van huis ook geen pretje.
We zijn voor van alles ingeënt, maar geen idee wat zo'n beest kan hebben. Ik geef het badlaken een paar zwaaien naar de grond en richting aap.
Hij klinkt in ieder geval zwiepend, ik verplaats een hoop lucht maar het maakt op de Makaak geen enkele indruk. 'Probeer voorzichtig weg te komen' raad ik mijn vrouw aan.
Dan schiet een jonge vent met te hulp. Hij stond in het zwembad met vol blikje cola. Gooit het in de richting van de aap. Geen effect...
Wordt nou toch wel heel spannend...
Hoe lang deze status quo duurt... geen idee. De jongen van het blikje probeert nog met water iets. Ik kijk heel even in zijn richting en zie dat meer mensen aan de grond genageld lijken.
Dan ineens een steen die bij de aap neerkomt. Uit mijn ooghoek zie ik personeel van het restaurant mijn richting op rennen. Allemaal voorzien van katapults met stenen. Ze raken de aap niet maar hij kiest eieren voor zijn geld en rent de bossen weer in.
Nadat mijn hartslag weer beetje normaal is vonden we het wel tijd voor een drankje 😉.
Zondag maar eens richting Tropenmuseum en daarna Thais of Maleis eten ofzo...😀.
Oktober 2012. Na een prachtige rondreis door Maleisië eindigen we met een weekje verlenging om alle mooie indrukken even in te laten werken.
Langkawi één van de prachtige eilanden langs de Maleisische westkust, net voorbij Thailand is bijna een paradijsje.
Met af en toe een tropisch buiten verder zonovergoten. Mooie natuur, veel beesten in het wild, af en toe een varaan die een duik in het zwembad neemt gewoon tussen de toeristen, hornbills (soort toekans) vliegen laag over hoe mooi is dat...
Op een zonnige middag buiken we na een heerlijk tropische lunch lekker uit.
Ineens loopt er een Makaak bij het zwembad. Er zitten in de buurt twee flinke apenkolonies. De Makaken zijn het agressiefst. We waren al eens wat te dicht langs een groep gelopen die zich tegoed deed aan de inhoud van een vuilcontainer.
Met opgetrokken lippen en veel geblaas en gekrijs werd ons duidelijk gemaakt dat we niet gewenst waren. Logisch natuurlijk, het is hun overlevingsvoedsel. Nonverbale commnicatie werkt dan prima.
Maar nu dus een Makaak bij het zwembad. En snel wordt duidelijk waarom...
De mensen naast ons hebben hun stretcher net verlaten en er staat nog een glas met een stuk fruit op de rand.
Zo dichtbij. 'Maak snel een foto', zegt mijn vrouw. Ik pak de camera, richt m'n lens en sta ondertussen op en doe stap dichterbij...
Hele foute actie.
Hij ziet mij kennelijk als een heuse bedreiging en zoekt direct de confrontatie. Hij laat het fruit voor wat het en vliegt mijn kant op en stop op meter of twee voor me.
Oja, ik ken de fight, flight, freese-reactie maar al te goed. Ik sta letterlijk aan de grond genageld. Geef voorzichtig de camera aan mijn vrouw die schuin achter me zit. Hij blaast, krijst trekt z'n lippen op.
Okeeee... denk ik, wat nu...?
Je leest dan altijd dat hersenen op volle toeren draain. Klopt. Ik weeg kansen af terwijl ik blijft kijken.
Vluchten is geen optie. Hij zal me onmiddelijk inhalen en ik laat mijn vrouw onder geen voorwaarde achter met dat beest. Hij staat inmiddels recht op twee achterpoten, op het bedje. Best groot dan zo'n aap.
'Geef m'n badlaken' sis ik tegen mijn vrouw. Dan maar proberen te verjagen. Gebeten of gekrabt lijkt me zover van huis ook geen pretje.
We zijn voor van alles ingeënt, maar geen idee wat zo'n beest kan hebben. Ik geef het badlaken een paar zwaaien naar de grond en richting aap.
Hij klinkt in ieder geval zwiepend, ik verplaats een hoop lucht maar het maakt op de Makaak geen enkele indruk. 'Probeer voorzichtig weg te komen' raad ik mijn vrouw aan.
Dan schiet een jonge vent met te hulp. Hij stond in het zwembad met vol blikje cola. Gooit het in de richting van de aap. Geen effect...
Wordt nou toch wel heel spannend...
Hoe lang deze status quo duurt... geen idee. De jongen van het blikje probeert nog met water iets. Ik kijk heel even in zijn richting en zie dat meer mensen aan de grond genageld lijken.
Dan ineens een steen die bij de aap neerkomt. Uit mijn ooghoek zie ik personeel van het restaurant mijn richting op rennen. Allemaal voorzien van katapults met stenen. Ze raken de aap niet maar hij kiest eieren voor zijn geld en rent de bossen weer in.
Nadat mijn hartslag weer beetje normaal is vonden we het wel tijd voor een drankje 😉.
Zondag maar eens richting Tropenmuseum en daarna Thais of Maleis eten ofzo...😀.
zondag 13 mei 2018
Nooit meer moederdag..
Je bent ineens geen kind meer...
Ze zeggen altijd 'alles krijgt een plekje' zeker als je dierbaren verliest. Is zonder meer waar, weet ik inmiddels uit eigen ervaring.
Ruim 10 jaar geleden kreeg ik die boodschap. Waarvan je weet dat ie ooit gaat komen en waarvan je hoopt dat ze hem heel lang uitstellen.
Maar ineens beng !!!! Als donderslag bij heldere hemel ... dat telefoontje...
Ineens is ie er. De dag waarop je moeder sterft...
En ineens ben je dan geen kind meer. De vrouw die je 9 maanden bij zich droeg, je allerjongste jeugd dagelijks zag, je eerste stapjes etc. is er ineens niet meer. Pa was ons al eerder ontvallen.
Mijn Pa en Ma. Zo'n oerdegelijk stel, hun leven lang bij elkaar. Pa die werkte, ma die bijna automatisch huisvrouw werd. Beiden slechts 71 geworden.
En nu ineens was ik dan 'de volgende in lijn'....
Bizar detail dat die bewuste dag mijn verlovingsdag is. Nu ook al weer 40 jaar geleden. En nu was daar ineens een trieste gebeurtenis aan toegevoegd.
Stel dat ze even terug was, wat zou ik haar dan vertellen...
Nou natuurlijk dat ze overgrootmoeder is van haar allereerste achterkleindochter.
Onze allerliefste en allermooiste. Dat ik nu zo goed kan begrijpen waarom ze zo trots als opa en oma waren.
Maar vooral dat ik ze ook soms best wel mis. Zou willen weten hoe zij dat nou bepaalde zaken zouden aanpakken. Dat ik op de meest ontroerende momenten van het leven zelf vol tranen kan schieten. Iets wat ik ook bij hen wel herkende.
Zoals gezegd het verdriet krijgt een plekje. Wat blijft zijn de mooie herinneringen. En af en toe een traantje. Nu, nu ik dit stukje schrijf bijvoorbeeld.
Een van de nummers tijdens de uitvaart die we uitzochten was 'Geen kind meer' geschreven door Jan Boerstoel en gezongen door, ik zou bijna zeggen zoals het hoort, Karin Bloemen, generatiegenoot.
Vandaar dat dát nummer, als zij het zingt, op sommige momenten snoeihard binnenkomt. Zoals nu, ruim 10 jaar na dato.
De dag waarna ik nooit meer kind zou zijn.
Iedereen die zijn mamma nog in leven heeft... geniet ervan. Degenen die reeds afscheid namen... sterkte op dit soort dagen.
Op deze moederdag denk ik vanavond toch effe klein wijntje. Met een knipoog naar boven. Als soort van bedankt...
Want het werd voor haar nooit meer moederdag
X
Ze zeggen altijd 'alles krijgt een plekje' zeker als je dierbaren verliest. Is zonder meer waar, weet ik inmiddels uit eigen ervaring.
Ruim 10 jaar geleden kreeg ik die boodschap. Waarvan je weet dat ie ooit gaat komen en waarvan je hoopt dat ze hem heel lang uitstellen.
Maar ineens beng !!!! Als donderslag bij heldere hemel ... dat telefoontje...
Ineens is ie er. De dag waarop je moeder sterft...
En ineens ben je dan geen kind meer. De vrouw die je 9 maanden bij zich droeg, je allerjongste jeugd dagelijks zag, je eerste stapjes etc. is er ineens niet meer. Pa was ons al eerder ontvallen.
Mijn Pa en Ma. Zo'n oerdegelijk stel, hun leven lang bij elkaar. Pa die werkte, ma die bijna automatisch huisvrouw werd. Beiden slechts 71 geworden.
En nu ineens was ik dan 'de volgende in lijn'....
Bizar detail dat die bewuste dag mijn verlovingsdag is. Nu ook al weer 40 jaar geleden. En nu was daar ineens een trieste gebeurtenis aan toegevoegd.
Stel dat ze even terug was, wat zou ik haar dan vertellen...
Nou natuurlijk dat ze overgrootmoeder is van haar allereerste achterkleindochter.
Onze allerliefste en allermooiste. Dat ik nu zo goed kan begrijpen waarom ze zo trots als opa en oma waren.
Maar vooral dat ik ze ook soms best wel mis. Zou willen weten hoe zij dat nou bepaalde zaken zouden aanpakken. Dat ik op de meest ontroerende momenten van het leven zelf vol tranen kan schieten. Iets wat ik ook bij hen wel herkende.
Zoals gezegd het verdriet krijgt een plekje. Wat blijft zijn de mooie herinneringen. En af en toe een traantje. Nu, nu ik dit stukje schrijf bijvoorbeeld.
Een van de nummers tijdens de uitvaart die we uitzochten was 'Geen kind meer' geschreven door Jan Boerstoel en gezongen door, ik zou bijna zeggen zoals het hoort, Karin Bloemen, generatiegenoot.
Vandaar dat dát nummer, als zij het zingt, op sommige momenten snoeihard binnenkomt. Zoals nu, ruim 10 jaar na dato.
De dag waarna ik nooit meer kind zou zijn.
Iedereen die zijn mamma nog in leven heeft... geniet ervan. Degenen die reeds afscheid namen... sterkte op dit soort dagen.
Op deze moederdag denk ik vanavond toch effe klein wijntje. Met een knipoog naar boven. Als soort van bedankt...
Want het werd voor haar nooit meer moederdag
X
vrijdag 20 april 2018
Het is 21 april.
Hij, 25, timmerman en zij 20, coupeuse (mooi woord voor naaister in confectie atlier) en ze maken zich op voor hun trouwdag op het stadhuis van Amsterdam.
Met gemeenschappelijke ouders, familie, vrienden en zo'n mooie zwart wit foto die elk stel uit die tijd volgens mij door dezelfde fotograaf liet maken.
Het is namelijk 1956 en Nederland is volop in de wederopbouw na vijf sombere bezettingsjaren. Beginnend op een halve woning in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt en later in Amsterdam Zuid en West bouwden zij aan een traditioneel gezinnetje voor die tijd.
Zij gaven mij de normen en waarden van toen mee.
Met je poten van andermans spullen afblijven, U zeggen tegen iemand die je niet kent, op tijd op je werk komen, opstaan voor oudere mensen in de tram, je stem laten horen bij onrecht, met mes en vork proberen te eten, dat soort dingen.
Op school de meester bij zijn voornaam noemen..?
Echt niet!!!
Zij kwamen, net als vele ouders uit die tijd, in opstand.
Zou mooie boel worden,alle respect zou verdwijnen.
De tijd heeft ons geleerd hoe dit tegenwoordig gaat.
Wij mochten doorleren zo lang we wilden. Als dat geld kostte, werd er gewoon een tandje bijgezet. Klusje hier, klusje daar, het kwam goed. Timmerlieden waren overal nodig.
Niet dat doorleren er toen voor mij inzat. Dat vond ik later pas belangrijk.
Dat kwam ook wel weer goed trouwens.
En soms kreeg ik een tik voor mijn hol, dat was best wel eens nodig namelijk en ik ben daar echt nooit slechter van geworden, maar veel vaker een knuffel en een aai over mijn bol.
En ze waren er altijd. Als het nodig was, maar ook als het niet nodig was.
Bij leuke dingen, maar ook bij klein en zeker bij groot verdriet dat in elk mensenleven voorbijkomt.
En ik kan me ook nog als de dag van gisteren herinneren hoe trots ze waren toen we ze mochten vertellen dat ze voor het eerst opa en oma gingen worden.
Helaas zijn ze al een tijdje niet meer onder ons.
Het is vandaag weer 21 april.
Als ze er nog waren hadden ze 87 en 83 geweest.
Zou zo maar hebben gekund. Is helaas niet zo.
Ouders.....
Als je ze nog hebt en je bent goed in contact....
Koester die momenten!!!
Die momenten gaan later namelijk heel waardevol blijken.
Ook als ze er dan niet meer zijn krijgt dat een plekje uiteindelijk.
Maar soms is er ineens dat besef weer even.
Vandaag is zo'n moment.
Als ze er nog waren, hadden we vanmiddag vast ergens een borrel gaan drinken of zo.
Om hun 62e trouwdag te vieren...
Zou toch wel gaaf zijn geweest...
Hij, 25, timmerman en zij 20, coupeuse (mooi woord voor naaister in confectie atlier) en ze maken zich op voor hun trouwdag op het stadhuis van Amsterdam.
Met gemeenschappelijke ouders, familie, vrienden en zo'n mooie zwart wit foto die elk stel uit die tijd volgens mij door dezelfde fotograaf liet maken.
Het is namelijk 1956 en Nederland is volop in de wederopbouw na vijf sombere bezettingsjaren. Beginnend op een halve woning in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt en later in Amsterdam Zuid en West bouwden zij aan een traditioneel gezinnetje voor die tijd.
Zij gaven mij de normen en waarden van toen mee.
Met je poten van andermans spullen afblijven, U zeggen tegen iemand die je niet kent, op tijd op je werk komen, opstaan voor oudere mensen in de tram, je stem laten horen bij onrecht, met mes en vork proberen te eten, dat soort dingen.
Op school de meester bij zijn voornaam noemen..?
Echt niet!!!
Zij kwamen, net als vele ouders uit die tijd, in opstand.
Zou mooie boel worden,alle respect zou verdwijnen.
De tijd heeft ons geleerd hoe dit tegenwoordig gaat.
Wij mochten doorleren zo lang we wilden. Als dat geld kostte, werd er gewoon een tandje bijgezet. Klusje hier, klusje daar, het kwam goed. Timmerlieden waren overal nodig.
Niet dat doorleren er toen voor mij inzat. Dat vond ik later pas belangrijk.
Dat kwam ook wel weer goed trouwens.
En soms kreeg ik een tik voor mijn hol, dat was best wel eens nodig namelijk en ik ben daar echt nooit slechter van geworden, maar veel vaker een knuffel en een aai over mijn bol.
En ze waren er altijd. Als het nodig was, maar ook als het niet nodig was.
Bij leuke dingen, maar ook bij klein en zeker bij groot verdriet dat in elk mensenleven voorbijkomt.
En ik kan me ook nog als de dag van gisteren herinneren hoe trots ze waren toen we ze mochten vertellen dat ze voor het eerst opa en oma gingen worden.
Helaas zijn ze al een tijdje niet meer onder ons.
Het is vandaag weer 21 april.
Als ze er nog waren hadden ze 87 en 83 geweest.
Zou zo maar hebben gekund. Is helaas niet zo.
Ouders.....
Als je ze nog hebt en je bent goed in contact....
Koester die momenten!!!
Die momenten gaan later namelijk heel waardevol blijken.
Ook als ze er dan niet meer zijn krijgt dat een plekje uiteindelijk.
Maar soms is er ineens dat besef weer even.
Vandaag is zo'n moment.
Als ze er nog waren, hadden we vanmiddag vast ergens een borrel gaan drinken of zo.
Om hun 62e trouwdag te vieren...
Zou toch wel gaaf zijn geweest...
vrijdag 13 april 2018
7 mei 1945. Onschuld kun je heel jong kwijtraken
7 mei 1945.
Het was feest. Het meisje was opgetogen. Zij was bijna 10 jaar en mocht haar mooie kleren aan.
Hoewel, veel moois was er niet meer over na vijf donkere bezettingsjaren. Maar toch. Ze kon weer zo over straat lopen. Hoefde niet meer te schuilen bij luchtalarm. Haar ouders , die het nog jonge gezin door bange jaren loodsten, wilden dat ze met een bombardement allemaal in één bed lagen. Ging het dan fout, dan was iedereen ineens weg. Zo groeide zij op. Wist niet beter.
Ze was nog maar vier toen de wereldbrand uitbrak. Nederland capituleerde na vijf dagen en er volgde dus een jarenlange bezetting. Zij raakte een deel van haar jeugd kwijt. In het begin ging het nog wel. Er liepen soms soldaten door de straat die een vreemde taal spraken.
Later volgden er razzia's. Kwamen klasgenootjes ineens niet meer op school. Soms viel er een verdwaalde bom in de Staatsliedenbuurt, haar wijk. Waar zomaar op straat spelen geen vanzelfsprekendheid meer was.
Het laatste jaar was het ergst. School was lang niet meer elke dag. Het werd een zeer koude winter. Het eten raakte op. Haar moeder was weken onderweg op de fiets met houten banden, door heel Nederland uit op eten. Haar vader moest zich koest houden. Had de gevaarlijke leeftijd voor werkkampen. Maar dat hoefde nu niet meer.
Het was dus allemaal over. De Canadezen werden feestelijk Amsterdam binnengehaald. De Duitse bezetters leken allemaal verdreven en er braken spontaan volksfeesten uit. Het was tijd voor vrolijkheid.
Zo ook die 7e mei. Ze ging met haar ouders naar het centrum. Op de Dam in Amsterdam zou het Amsterdamse volk de Canadese bevrijders feestelijk ontvangen. Er was zelfs een draaiorgel. Eindelijk feeststemming na vijf bange jaren.
In haar mooie jurkje huppelde ze vrolijk tussen haar vader en moeder in. Het was vrij druk op de Dam, zoals nu ook nog steeds bij officiële gelegenheden.
Er heerste een vrolijke stemming. Maar Ineens klonken er knallen. Het bleken geweerschoten. Vanuit de Grote Club zo bleek later, openden Duitse militairen het vuur op de feestende menigte op de Dam.
Ineens was er volledige paniek. Aan de hand van haar moeder en vader wist ze een goed heenkomen te zoeken. Binnen een paar seconden was het hele plein leeg. Wat bleef waren vele doden en gewonden. Ze zag het allemaal en dat maakte diepe indruk.
Weg feeststemming. Weg vrijheidsgevoel. Ze moest er van huilen en ook haar ouders waren ontdaan. Verslagen gingen ze huiswaarts. Later bleek dat partijen elkaar tegenspraken over de oorzaak van het schieten. Binnenlandse Strijdkrachten en Duitse militairen.
Duitsers die 'dachten' dat er nog geen sprake was van overgave. En dus maar schoten op onschuldige burgers!!
Voor het meisje maakte het niet meer uit. Het feest dat ze wou vieren ging niet door. Haar onschuld, die toch al een flinke deuk had opgelopen, was die dag weer een stuk minder geworden.
Hoe ik allemaal dit weet....
Dat meisje .... was mijn moeder... Ze vertelde het mijzelf, meerdere keren. Het hield haar nog lang bezig.
Dat meisje is er al een tijdje niet meer. Oorlog en geweld, het is er nog steeds. Binnenkort herdenken wij weer. Alle slachtoffers. Moeten we zeker blijven doen.
Maar ook oorlogsmisdadigers moeten we nooit vergeten. Blijven opsporen en vervolgen. Want ook al zijn het nu zielige oude mannetjes, ooit maakten ze de keus om op ongewapende onschuldige mensen te schieten. Dat gebeurt ook nu nog.
Dus nooit vergeten, nooit vergeven...
Het was feest. Het meisje was opgetogen. Zij was bijna 10 jaar en mocht haar mooie kleren aan.
Hoewel, veel moois was er niet meer over na vijf donkere bezettingsjaren. Maar toch. Ze kon weer zo over straat lopen. Hoefde niet meer te schuilen bij luchtalarm. Haar ouders , die het nog jonge gezin door bange jaren loodsten, wilden dat ze met een bombardement allemaal in één bed lagen. Ging het dan fout, dan was iedereen ineens weg. Zo groeide zij op. Wist niet beter.
Ze was nog maar vier toen de wereldbrand uitbrak. Nederland capituleerde na vijf dagen en er volgde dus een jarenlange bezetting. Zij raakte een deel van haar jeugd kwijt. In het begin ging het nog wel. Er liepen soms soldaten door de straat die een vreemde taal spraken.
Later volgden er razzia's. Kwamen klasgenootjes ineens niet meer op school. Soms viel er een verdwaalde bom in de Staatsliedenbuurt, haar wijk. Waar zomaar op straat spelen geen vanzelfsprekendheid meer was.
Het laatste jaar was het ergst. School was lang niet meer elke dag. Het werd een zeer koude winter. Het eten raakte op. Haar moeder was weken onderweg op de fiets met houten banden, door heel Nederland uit op eten. Haar vader moest zich koest houden. Had de gevaarlijke leeftijd voor werkkampen. Maar dat hoefde nu niet meer.
Het was dus allemaal over. De Canadezen werden feestelijk Amsterdam binnengehaald. De Duitse bezetters leken allemaal verdreven en er braken spontaan volksfeesten uit. Het was tijd voor vrolijkheid.
Zo ook die 7e mei. Ze ging met haar ouders naar het centrum. Op de Dam in Amsterdam zou het Amsterdamse volk de Canadese bevrijders feestelijk ontvangen. Er was zelfs een draaiorgel. Eindelijk feeststemming na vijf bange jaren.
In haar mooie jurkje huppelde ze vrolijk tussen haar vader en moeder in. Het was vrij druk op de Dam, zoals nu ook nog steeds bij officiële gelegenheden.
Er heerste een vrolijke stemming. Maar Ineens klonken er knallen. Het bleken geweerschoten. Vanuit de Grote Club zo bleek later, openden Duitse militairen het vuur op de feestende menigte op de Dam.
Ineens was er volledige paniek. Aan de hand van haar moeder en vader wist ze een goed heenkomen te zoeken. Binnen een paar seconden was het hele plein leeg. Wat bleef waren vele doden en gewonden. Ze zag het allemaal en dat maakte diepe indruk.
Weg feeststemming. Weg vrijheidsgevoel. Ze moest er van huilen en ook haar ouders waren ontdaan. Verslagen gingen ze huiswaarts. Later bleek dat partijen elkaar tegenspraken over de oorzaak van het schieten. Binnenlandse Strijdkrachten en Duitse militairen.
Duitsers die 'dachten' dat er nog geen sprake was van overgave. En dus maar schoten op onschuldige burgers!!
Voor het meisje maakte het niet meer uit. Het feest dat ze wou vieren ging niet door. Haar onschuld, die toch al een flinke deuk had opgelopen, was die dag weer een stuk minder geworden.
Hoe ik allemaal dit weet....
Dat meisje .... was mijn moeder... Ze vertelde het mijzelf, meerdere keren. Het hield haar nog lang bezig.
Dat meisje is er al een tijdje niet meer. Oorlog en geweld, het is er nog steeds. Binnenkort herdenken wij weer. Alle slachtoffers. Moeten we zeker blijven doen.
Maar ook oorlogsmisdadigers moeten we nooit vergeten. Blijven opsporen en vervolgen. Want ook al zijn het nu zielige oude mannetjes, ooit maakten ze de keus om op ongewapende onschuldige mensen te schieten. Dat gebeurt ook nu nog.
Dus nooit vergeten, nooit vergeven...
zondag 8 april 2018
Mijmeringen van een trotse opa...
Eerste opa(en oma) dag sinds de vakantie en wat een dametje ben je alweer. Was al opgevallen dat de woordenschat giga was toegenomen, maar ook 'twee is nee' is inmiddels wel een hele duidelijke bij je.
En strijd ga je zeker aan. Hoe gaaf !! Begint al als je voor de deur staat. Mega ballon bij je. 'Moest zeker mee?' vraag ik aan je mamma ? Met een veelzeggende blik (met glimlach overigens) is duidelijk dat je niet was te overtuigen het ding thuis te laten.
Zo gaat het vaak met de schoenen die je aan hebt en de gekozen kleding. We weten ondertussen dat jouw mamma vroeger ook zo was.
Met een 'Je hoort wel wat je moet doen vandaag' neemt jou mamma afscheid.
'Opa, oma kom, we gaan.naar de visboer.' 'Nou schat, het is pas half 8.'
'Maar ik wil visfrietjes !!' We weten je (nu nog) te overtuigen voor even en je gaat spelen.
Eerst nog even samen een bakkie rauwkost. Tik van je opa. Maar best gezond dus we doen het samen. Zittend naast elkaar op de bank. Heeft ook educatieve functie. De kleuren van paprika, tomaat en komkommer noemen, maar ook alles uitspreken is een feest. Alleen bij bleekselderij blijf je een beetje hangen. Maar woorden als kroepoek, aluminiumfolie en consultatiebureau rollen er moeiteloos uit.
Maar om 9 uur moet het toch echt. Naar de visboer!! Of je poppenwagen mee mag. En je driewieler. Tuurlijk mag dat. Maar ja, poppenwagen in huis of buiten op steen... Niet zo'n succes. Na drie keer bijna vallen wil je toch maar op de driewieler. Oké, oma draagt de poppenwagen.
Na 200 meter...
'Zullen we verstoppertje doen?.. Ga ik met oma verstoppen moet jij zoeken opa'
Oké... we hebben het jezelf geleerd. Terwijl jij met oma vooruit rent voor de plekkie duw ik de driewieler met daarin de poppenwagen vooruit. Quasi verbaasd vind ik jullie en we wisselen een paar keer van rol.
We zijn zo wel snel bij de winkels. Er staat een houten koe met kalf op het pleintje. Natuurlijk mag je op de koe. 'Foto oma !!'
Tsja, vorige keer gedaan nu moet dat natuurlijk nog eens. Ik neem achter je plaats. 'Nee opa, weg. Jij niet !!' Oja, 'twee was nee' dat is waar. Niet dat ik me daar altijd iets van aantrek overigens.
Ze kennen je al bij de Volendammer viskraam. 'Ik wil visfrietjes!!' maak je gelijk duidelijk. Natuurlijk krijg je er een in je handje.
Met de tip....'hij is nog warm hoor'... maar je neemt gelijk een hap. 'Heet opa'... was toch gezegd kleine draak...
We lopen, fietsen, poppenwagen ons weer een weg terug...
Zijn thuis. Is nog maar net half 11. 'Kom opa, we gaan We maken een kringetje van jongens en van meisjes' doen'...
Braaf sluiten we aan. Na 2 keer moet ook 'Jan Huigen in de ton' er aan geloven. Daarna 'Van voor naar achter, van links naar rechts' en nog meer van dat soort fysieke liedjes. Je mamma had gelijk. Opdrachten genoeg!
Maar na een broodje en wat poffertjes die je trouw 'koffertjes' blijft noemen ga effe slapen. Ik had in die tussentijd even wat anders gepland wat vooral qua inspanning even tegenviel. Iets met bootje enzo...
Eenmaal terug ben je wakker en kom je even liggend op m'n borst even bij.
Maar dat is maar even. Als snel kom je in je volgende spel. Eerst rondje met kinderwagen. Als ik m'n benen niet snel genoeg intrek is het...'opa je moet wel leusteren' tikkie Zaans zit erin. Dat is deudelijk. Al snel moet ik slapen van je.
Geloof het of niet, ik stort als een blok in slaap. Hoor vaag op de achtergrond 'Opa snurkt' en oma geniet kennelijk in stilte.
Ineens... met volle gewicht op m'n lijf en keihard...Opa wakker worden!!!'
Ik krijg weinig kans zeg maar...
Maar na wat kleuren, voorlezen, liedjes zingen, beetje gek doen zijn daar ineens je pappa en mamma weer. Ook nu worden meerdere keren 'We maken een kringetje' en 'Jan Huigen' opgeeist. Natuurlijk doen we braaf mee. Vier volwassen mensen om kleine drakie heen.
Na het eten ga je weer weg en triggert je pappa en mamma door keihard lachend een paar keer weg te rennen.
Opa en oma ruimen op en storten moe maar voldaan op de bank...
X
Eerste opa(en oma) dag sinds de vakantie en wat een dametje ben je alweer. Was al opgevallen dat de woordenschat giga was toegenomen, maar ook 'twee is nee' is inmiddels wel een hele duidelijke bij je.
En strijd ga je zeker aan. Hoe gaaf !! Begint al als je voor de deur staat. Mega ballon bij je. 'Moest zeker mee?' vraag ik aan je mamma ? Met een veelzeggende blik (met glimlach overigens) is duidelijk dat je niet was te overtuigen het ding thuis te laten.
Zo gaat het vaak met de schoenen die je aan hebt en de gekozen kleding. We weten ondertussen dat jouw mamma vroeger ook zo was.
Met een 'Je hoort wel wat je moet doen vandaag' neemt jou mamma afscheid.
'Opa, oma kom, we gaan.naar de visboer.' 'Nou schat, het is pas half 8.'
'Maar ik wil visfrietjes !!' We weten je (nu nog) te overtuigen voor even en je gaat spelen.
Eerst nog even samen een bakkie rauwkost. Tik van je opa. Maar best gezond dus we doen het samen. Zittend naast elkaar op de bank. Heeft ook educatieve functie. De kleuren van paprika, tomaat en komkommer noemen, maar ook alles uitspreken is een feest. Alleen bij bleekselderij blijf je een beetje hangen. Maar woorden als kroepoek, aluminiumfolie en consultatiebureau rollen er moeiteloos uit.
Maar om 9 uur moet het toch echt. Naar de visboer!! Of je poppenwagen mee mag. En je driewieler. Tuurlijk mag dat. Maar ja, poppenwagen in huis of buiten op steen... Niet zo'n succes. Na drie keer bijna vallen wil je toch maar op de driewieler. Oké, oma draagt de poppenwagen.
Na 200 meter...
'Zullen we verstoppertje doen?.. Ga ik met oma verstoppen moet jij zoeken opa'
Oké... we hebben het jezelf geleerd. Terwijl jij met oma vooruit rent voor de plekkie duw ik de driewieler met daarin de poppenwagen vooruit. Quasi verbaasd vind ik jullie en we wisselen een paar keer van rol.
We zijn zo wel snel bij de winkels. Er staat een houten koe met kalf op het pleintje. Natuurlijk mag je op de koe. 'Foto oma !!'
Tsja, vorige keer gedaan nu moet dat natuurlijk nog eens. Ik neem achter je plaats. 'Nee opa, weg. Jij niet !!' Oja, 'twee was nee' dat is waar. Niet dat ik me daar altijd iets van aantrek overigens.
Ze kennen je al bij de Volendammer viskraam. 'Ik wil visfrietjes!!' maak je gelijk duidelijk. Natuurlijk krijg je er een in je handje.
Met de tip....'hij is nog warm hoor'... maar je neemt gelijk een hap. 'Heet opa'... was toch gezegd kleine draak...
We lopen, fietsen, poppenwagen ons weer een weg terug...
Zijn thuis. Is nog maar net half 11. 'Kom opa, we gaan We maken een kringetje van jongens en van meisjes' doen'...
Braaf sluiten we aan. Na 2 keer moet ook 'Jan Huigen in de ton' er aan geloven. Daarna 'Van voor naar achter, van links naar rechts' en nog meer van dat soort fysieke liedjes. Je mamma had gelijk. Opdrachten genoeg!
Maar na een broodje en wat poffertjes die je trouw 'koffertjes' blijft noemen ga effe slapen. Ik had in die tussentijd even wat anders gepland wat vooral qua inspanning even tegenviel. Iets met bootje enzo...
Eenmaal terug ben je wakker en kom je even liggend op m'n borst even bij.
Maar dat is maar even. Als snel kom je in je volgende spel. Eerst rondje met kinderwagen. Als ik m'n benen niet snel genoeg intrek is het...'opa je moet wel leusteren' tikkie Zaans zit erin. Dat is deudelijk. Al snel moet ik slapen van je.
Geloof het of niet, ik stort als een blok in slaap. Hoor vaag op de achtergrond 'Opa snurkt' en oma geniet kennelijk in stilte.
Ineens... met volle gewicht op m'n lijf en keihard...Opa wakker worden!!!'
Ik krijg weinig kans zeg maar...
Maar na wat kleuren, voorlezen, liedjes zingen, beetje gek doen zijn daar ineens je pappa en mamma weer. Ook nu worden meerdere keren 'We maken een kringetje' en 'Jan Huigen' opgeeist. Natuurlijk doen we braaf mee. Vier volwassen mensen om kleine drakie heen.
Na het eten ga je weer weg en triggert je pappa en mamma door keihard lachend een paar keer weg te rennen.
Opa en oma ruimen op en storten moe maar voldaan op de bank...
X
dinsdag 27 maart 2018
Zomergevoel...
Zomergevoel in wat woorden gevangen...
Na een volkomen verantwoord ontbijtje van fruit, rauwkost, kwark, havermout en twee bakken koffie maak ik me op voor een duurloopje langs de kust hier op Tenerife.
Ik start mijn route met een lichte daling richting boulevard. Een zacht briesje maakt de temperatuur zeer aangenaam. Op de officiële borden is het 21 graden.
Mijn TomTom horloge staat ingesteld net als mijn Samsung healt app.
Ik ben nogal van het meten is weten. Nu ik ben overal te vinden. Mocht die 'Sleepwet' erdoor komen 'so be it.' Voor dit deel heb ik echt geen geheimen.
Ik nader de boulevard en het valt me op dat het best al druk is. Krijg diverse glimlachjes van de mannen en vrouwen van de vele shops. Niet opdringerig maar gewoon vriendelijk.
Zonnetje voelt lekker aan, hartslag 137 bpm. Rustig tempo. Hoge pasfrequentie. Vooral genieten. Het is een vulkaaneiland dus best geaccidenteerd terrein zoals dat dan heet.
We kennen al wat tentjes hier. Elke ober groet me bijna. Natuurlijk, ik ben een potentiële klant, maar ze zijn gewoon aardig hier. Het gaat een beetje omhoog. Zie de hartslag toenemen.
Ik tref de lokale bedelaar. Hij zit met een potje geld voor hem. Zijn linkerwang is extreem dik. Volgens het bordje voor hem spaart hij voor een operatie. Een toerist met Scandinavisch accent gunt hem een paar muntjes. Ik groet de bedelaar en krijg een knipoog.
Ik ren verder. Keerpunt bij het haventje en weer terug. Zon wordt warmer. Het valt me op dat veel mensen al aan grote glazen bier zitten. Het is net 10 uur! Ik ben heus niet roomser dan de Paus maar dit is wel heul vroeg 😀. Tja ieder zijn meug.
Ik ren weer verder. Zit nu op kilometer of 4. Het gaat heerlijk. Nu weer licht dalend. Veel lopers trouwens hier. Sommige groeten. Sommige niet.
We hebben een plekkie 075 gedoopt. Ik maak daar effe een selfie.
Een groep oudere dames in een Nordic walking groep lopen over de hele breedte van de boulevard heel druk pratend. Op een 'ladies please' wordt niet echt vriendelijk gereageerd maar ze maken wel ruimte.
Ik hoor de zee ruisen. Golven rollen af en aan op dit vulkanische eiland en dat geeft een heel apart geluid. Geeft rust op één of andere manier.
Een ouder stel van zeker ergens in de negentig neemt zichtbaar vermoeid plaats op een bankje. De man loopt met een stok, is warm gekleed. De vrouw met witte zonneklep. Ik loop iets langzamer.
Stel me voor dat we dit op die leeftijd ook nog kunnen doen. Geweldig. Ik zie die oudjes genieten. Van de zon en van elkaar. Hij houdt haar hand vast. Zij kust hem. Geweldig !
Iets verderop is een trampolineverhuur. Hier staat een meisje van een jaar of vier op één van de trampolines blij te springen. Net een beetje mijn kleindochter. Die is nog wel wat jonger maar ze lijkt er best op. Wat een contrast. Die oudjes en het meisje.
Ik zit op het laatste keerpunt op de boulevard. Kom nog één keer langs het trampolinespringende meisje en de twee oudjes die inmiddels gearmd naar de zon en de zee kijken. Wauw. Wat een mooi plaatje. Krijg bijna een traantje in m'n ogen.
Zomaar op een dinsdagochtend op Tenerife
Mijn loopje zit er bijna op. Ik loop heuvelopwaarts een beetje uit. 6 km in de benen. Bakkie koffie en de douche wacht.
De dag kan nu echt beginnen 😀
vrijdag 23 februari 2018
Mijmeringen van een trotse opa
Mijmeringen van een trotse opa 😊.
Je komt binnen op gave laarsjes die iets weg hebben van snowboots. Dat zegt je oma ook. Maar je bent twee. Dus is het
'Neeheeee...!...zijn winterschoenen oma...!'
De 'Nee' fase...
We waren hem al bijna vergeten. Maar hij bestaat nog. Hadden we al van collega oma's en opa's gehoord en ook van pappa en mamma. NEE 'is the word !!!'
En streekjes uithalen, uitdagen en uitproberen, grenzen verder opzoeken en overgaan, we krijgen het allemaal weer mee.
Maar niet constant hoor, dus het blijft leuk 😀.
En ook je taalgebruik wordt steeds leuker. Steeds vaker worden woordjes aaneengeregen tot zinnen. Soms nog steeds geen touw aan vast te knopen, maar steeds vaker wel en dan hang je ook wel effies de clown uit.
Want entertainen zit je in het bloed, waar je ook bent. Het begint al als je binnenkomt. Kiest gelijk mijn huidige 'koosnaampje'...
'Hallo opa Ceesje'....en ik krijg een dikke kus en knuffels. Mag gelijk aan de bak zoals gebruikelijk maar er zit ook vandaag regelmatig een 'koppie op'.
Je praat af en toe ook een klein beetje soort 'kinderstraattaal'...
'Ja toch....Nee toch....Leuk toch'
komen regelmatig langs.
Tot aan de lunch en je middagslaapje gaat het lekker in harmonie maar daarna ga je flink in de uitprobeer.
Je mag zoals altijd oma helpen met eten maken, maar als er pannen op het vuur gaan, mag je wel op het aanrecht blijven zitten, maar moet je wel zoals je ook zelf zegt 'overal afblijven'...
Niet dat je dat doet natuurlijk, want je zit in de fase van grensverlegging.
Als je de senseo een paar keer aan en af gezet hebt, terwijl je zegt 'daar mag ik niet aankomen hè', de kraan steeds opengezet wordt, 'mocht ook niet toch ?' en na nog wat grappen en grollen je uiteindelijk de vergiet op de grond gooit is oma er klaar mee en mag je niet meer op het aanrecht.
Dikke jank wordt ingezet en opa wordt ingevlogen. Maar ja, we trekken één lijn dus helaas dit keer. Je haalt bij mij dus ook bakzeil en gaat weer naar oma.
We proberen ons lachen met moeite in te houden.
Na tien minuten de volgende truc. Je begint de oudpapier tas leeg te gooien op de grond. Je ogen staan op standje brutaal. Terwijl je me aankijkt en aan mijn blik ziet dat het niet oké is, ga je ondanks mijn waarschuwing net zolang door tot alle papier over de keukenvloer is verspreid. Mijn 'waarschuwingen' komen dus totaal niet binnen.
'Oké, Puck, nu ook even terug doen..'
'Nee' zeg je resoluut.
Oké, dit wordt strijd... Maar ik hou vol.
'Oké Puck, samen dan.'
Ik pak de tas, hou hem open en zowaar, je stopt alles weer terug.
Dan zijn de keukenladen aan de beurt. Je weet, niet aankomen. Je trekt ze één voor één open, weer die ondeugende blik in je ogen. 'Nee Puck' Je gaat even spelen.
Niet veel later is de vriezer aan de beurt. De deur trekt vacuum, maar je trekt kennelijk hard genoeg dat ie openvliegt. Je valt op je gat. Huilstem klinkt weer.
Zo gaat het nog even door. We kijken samen even schaatsen maar je gaat lekker door met baldadig zijn.
Wel ben je superblij met Annie Aardbei en Bram Broccoli, die oma vanmiddag bij de Lidl heeft gescoord.
Het levert me alleen maar glimlachmomentjes op terwijl ik een soort van streng probeer over te komen.
Maar we hebben dus confrontatietjes. Je wil naar mamma en je wil naar pappa zeg je.
'Niet meer leuk bij opa en oma?' plaag ik een beetje... 'NEE!!!!' klinkt het zeer resoluut. Maar we weten ook dat dit maar kort duurt. Heerlijke leeftijd twee jaar.
Dan komt je pappa binnen. Je gaat uit je dak zo blij lijk je. 'Leuke dag gehad?' vraagt pappa...
Jaaaa !!!! Gespeeld met Opa Ceesje en oma Ews...' komt er spontaan uit...
Comediant 😀😀.
Na het eten zoek je nog even paar keer het conflictje. We hebben een vierkant bakje op tafel staan met soort van platte glazen knikker en wat kaarsjes. Je weet, voor jou een 'no go' area. Maar je wacht even tot niemand kijkt, grijpt een hand knikkers en kegelt ze over de vloer. Met onderdrukte glimlach zeg ik er iets van.
Blijft zo gaaf dit.
Als je weggaat krijgen we geen kusje. Je doet soort van beledigd op jouw manier.
Na een beetje aandringen een kleintje dan. Maar geen knuffel met twee armpjes.
Zit er dit keer niet in.
Kleine drakie 😍.
Eenmaal buiten heb je weer het hoogste woord.
'Daaaaag Opa Ceesje...'
Heerlijk die leeftijd van twee jaar.
Kenniewachte tot volgende week...
zondag 28 januari 2018
Geen leuk verhaal...
Hallo allen.
Dit wordt geen leuk verhaal...
Meestal ben je van mij op deze plek wel verhaal met een knipoog gewend. Of wellicht een kritische noot naar de actualiteit. Of vooral over de mooiste kleindochter van de hele wereld.😉
Maar vandaag dus niet. Ik geef het liever even aan. De keus om verder te lezen maak je uiteraard zelf....
Het is nu 80 jaar geleden dat mijn grootouders en ouders wakker werden in een bezet Nederland. Bezet door Nazi-Duitsland onder aanvoering van de allergrootste schreeuwer uit die tijd. Die vooral toen veel mensen voor zich wist te winnen.
Het was hem niet zo zeer te doen over de oppervlakte of de bodemschatten van ons landje. Nee... hij had een dieperliggend doel....
Vernietiging van een grote groep mensen die hem niet welgevallig waren. En die hij als schuldige aanwees van alle economischse narigheid in de wereld.
Naast het Joodse volk, want daar ging het hem voornamelijk om, kwamen daar later de Roma's en de Sinti's bij. Weer later de homo's, zwarte mensen, mensen met een ziekte en zo ging dat maar door. Het ging hem uiteindelijk om een zuivere 'soort' over te houden.
Ik vraag mij wel eens af....Stel ik had in die tijd geleefd.... zou ik er dan bij mogen horen...
Volgens die grote schreeuwer van toen waarschijnlijk wel... want één van zijn criteria was die van übermensch.
Ariër met blonde haren en blauwe ogen. Mijn blonde haren zijn allang niet meer blond en het meeste haar is ook bijna weg, maar die blauwe ogen zijn er nog steeds.
Oké, op grond daarvan dus waarschijnlijk geselecteerd om te mogen blijven. Maar mijn achternaam dan ??
Is toch wel echt van die groep die hij 'minder' vond...
Ik stam namelijk af van een Joodse migrant uit, jawel Duitsland. Rond 1750 maakte deze Abraham Levie de keus om vanuit Duitsland naar Nederland te komen.
Of het een vlucht was of economische reden heb ik nooit kunnen vaststellen. Maar Abraham Levie vestigde zich in Amsterdam trouwde en kreeg kinderen.
Zijn en ook dus mijn achternaam werd in 1800 ingevoerd toen Napoleon, ook al zo'n grote schreeuwer van toen al zijn daar geen beelden van, hier de dienst uitmaakte en de verplichting tot registratie van achternamen liet invoeren.
In de stamboom die ontstond maakte één van de nazaten een keus om met een niet Joodse vrouw te trouwen. Daardoor ontstond een uiteindelijk geheel niet Joodse tak.
Daaraan zat ik. Die andere (wel Joodse dus) eindigt bijna in zijn geheel in 1943 in Sobibor en Auschwitz.
En geloof me... daar was toen geen vliegramp waar de hele familie bij omkwam. Ik heb dit persoonlijk onderzocht en aan de hand van documenten vast kunnen stellen dat die hele tak van de stamboom daar is uitgeroeid.
Dus door deze speling van het lot zou ik dus destijds de dans waarschijnlijk zijn ontsprongen.
Maar misschien was ik dan wel in het verzet beland. Zeg ik ook op basis van wat ik nu weet overigens...
Een hoop mensen maakten toen de keus om de gedachtengoeden van die schreeuwer van toen te omarmen.
Nu, zoveel jaren later zeggen we dan dat iemand 'fout' was in de oorlog. Maar dat is nogmaals met de kennis van nu. Achteraf (ver) oordelen is altijd makkelijk.
Vaak hoorde ik verhalen van mijn ouders maar vooral grootouders, hoe zoiets dan ging. In hun kennisen kring was altijd wel iemand die persoonlijk had meegemaakt of op zn minst iemand kende die had gezien dat een Joodse familie 'was weggehaald' door de nazi's. Vaak eerst verraden door landgenoten die daar zelf beter van werden.
Om uiteindelijk via een lang en zeer mensonwaardig 'transport' per trein uiteindelijk in Auschwitz te eindigen.
Geen Wagon Lits service onderweg. Nee geen eten en drinken dagenlang. Sommigen overleefden niet. Zij die dit wel deden moesten dit doen tussen dode lichamen en menselijke uitwerpselen.
Eindbestemming Auschwitz dus.
Daar was ik dus twee jaar geleden. Wilde met mijn eigen ogen kunnen zien hoe dat gegaan was. En dat maakte indruk kan ik zeggen.
Lopend langs vitrines met duizenden haarlokken sommige nog in mooie vlechten.
Duizenden brillen. Duizenden protheses. Duizenden scheerkwasten. Duizenden...van alles en nog wat.
Bij de vitrine met babyspenen, rammelaars en kapotte babykleertjes kreeg ik het even te kwaad. Kippenvel op mijn donder, een brok in mijn keel en tranen in mijn ogen. Ik was niet de enige.
Elk kledingstuk bril etc. vertegenwoordigt een heel mens. Met een hele familie. Puur op basis van willekeur geselecteerd en uitgesloten van verdere deelname aan de samenleving.
En die moesten dus maar dood. Vaak rechtsstreeks door van trein naar gaskamer. Of via een bijna door niemand vol te houden werktraject. Tot ongeschiktheid volgde.... en dus ook de gaskamer. Of de kogel dat kon ook nog.
Als uitputting of honger niet de doodsoorzaak was.
Overigens werd dat allemaal uitgevoerd door ook gewoon mensen. Die daar dus kennelijk geen moeite mee hadden. Of misschien dorst niemand zich daartegen te verzetten. Waren ze al te veel meegegaan in die waanzin.
Deze tijd kent helaas ook zijn eigen grote schreeuwers. Die met hetzelfde gemak als toen, ook grote groepen zouden willen uitsluiten.
En ik hoef facebook of twitter maar te openen om vast te stellen dat zij niet alleen in die mening zijn. Dat beangstigt me. Ik hoop natuurlijk van harte dat het nooit zo fout zal gaan als toen.
En dat er genoeg overblijven die wel het gezond verstand en de nuance blijven zien.
Het verhaal vooral blijven vertellen, de dialoog aan blijven gaan en vooral NIET VERGETEN is daarbij een belangrijke boodschap die ik daar meekreeg...
Zodat wij ook de generaties na ons kunnen besparen wat veel van onze landgenoten op 10 mei 1940 en later zo diep trof...
Dit wordt geen leuk verhaal...
Meestal ben je van mij op deze plek wel verhaal met een knipoog gewend. Of wellicht een kritische noot naar de actualiteit. Of vooral over de mooiste kleindochter van de hele wereld.😉
Maar vandaag dus niet. Ik geef het liever even aan. De keus om verder te lezen maak je uiteraard zelf....
Het is nu 80 jaar geleden dat mijn grootouders en ouders wakker werden in een bezet Nederland. Bezet door Nazi-Duitsland onder aanvoering van de allergrootste schreeuwer uit die tijd. Die vooral toen veel mensen voor zich wist te winnen.
Het was hem niet zo zeer te doen over de oppervlakte of de bodemschatten van ons landje. Nee... hij had een dieperliggend doel....
Vernietiging van een grote groep mensen die hem niet welgevallig waren. En die hij als schuldige aanwees van alle economischse narigheid in de wereld.
Naast het Joodse volk, want daar ging het hem voornamelijk om, kwamen daar later de Roma's en de Sinti's bij. Weer later de homo's, zwarte mensen, mensen met een ziekte en zo ging dat maar door. Het ging hem uiteindelijk om een zuivere 'soort' over te houden.
Ik vraag mij wel eens af....Stel ik had in die tijd geleefd.... zou ik er dan bij mogen horen...
Volgens die grote schreeuwer van toen waarschijnlijk wel... want één van zijn criteria was die van übermensch.
Ariër met blonde haren en blauwe ogen. Mijn blonde haren zijn allang niet meer blond en het meeste haar is ook bijna weg, maar die blauwe ogen zijn er nog steeds.
Oké, op grond daarvan dus waarschijnlijk geselecteerd om te mogen blijven. Maar mijn achternaam dan ??
Is toch wel echt van die groep die hij 'minder' vond...
Ik stam namelijk af van een Joodse migrant uit, jawel Duitsland. Rond 1750 maakte deze Abraham Levie de keus om vanuit Duitsland naar Nederland te komen.
Of het een vlucht was of economische reden heb ik nooit kunnen vaststellen. Maar Abraham Levie vestigde zich in Amsterdam trouwde en kreeg kinderen.
Zijn en ook dus mijn achternaam werd in 1800 ingevoerd toen Napoleon, ook al zo'n grote schreeuwer van toen al zijn daar geen beelden van, hier de dienst uitmaakte en de verplichting tot registratie van achternamen liet invoeren.
In de stamboom die ontstond maakte één van de nazaten een keus om met een niet Joodse vrouw te trouwen. Daardoor ontstond een uiteindelijk geheel niet Joodse tak.
Daaraan zat ik. Die andere (wel Joodse dus) eindigt bijna in zijn geheel in 1943 in Sobibor en Auschwitz.
En geloof me... daar was toen geen vliegramp waar de hele familie bij omkwam. Ik heb dit persoonlijk onderzocht en aan de hand van documenten vast kunnen stellen dat die hele tak van de stamboom daar is uitgeroeid.
Dus door deze speling van het lot zou ik dus destijds de dans waarschijnlijk zijn ontsprongen.
Maar misschien was ik dan wel in het verzet beland. Zeg ik ook op basis van wat ik nu weet overigens...
Een hoop mensen maakten toen de keus om de gedachtengoeden van die schreeuwer van toen te omarmen.
Nu, zoveel jaren later zeggen we dan dat iemand 'fout' was in de oorlog. Maar dat is nogmaals met de kennis van nu. Achteraf (ver) oordelen is altijd makkelijk.
Vaak hoorde ik verhalen van mijn ouders maar vooral grootouders, hoe zoiets dan ging. In hun kennisen kring was altijd wel iemand die persoonlijk had meegemaakt of op zn minst iemand kende die had gezien dat een Joodse familie 'was weggehaald' door de nazi's. Vaak eerst verraden door landgenoten die daar zelf beter van werden.
Om uiteindelijk via een lang en zeer mensonwaardig 'transport' per trein uiteindelijk in Auschwitz te eindigen.
Geen Wagon Lits service onderweg. Nee geen eten en drinken dagenlang. Sommigen overleefden niet. Zij die dit wel deden moesten dit doen tussen dode lichamen en menselijke uitwerpselen.
Eindbestemming Auschwitz dus.
Daar was ik dus twee jaar geleden. Wilde met mijn eigen ogen kunnen zien hoe dat gegaan was. En dat maakte indruk kan ik zeggen.
Lopend langs vitrines met duizenden haarlokken sommige nog in mooie vlechten.
Duizenden brillen. Duizenden protheses. Duizenden scheerkwasten. Duizenden...van alles en nog wat.
Bij de vitrine met babyspenen, rammelaars en kapotte babykleertjes kreeg ik het even te kwaad. Kippenvel op mijn donder, een brok in mijn keel en tranen in mijn ogen. Ik was niet de enige.
Elk kledingstuk bril etc. vertegenwoordigt een heel mens. Met een hele familie. Puur op basis van willekeur geselecteerd en uitgesloten van verdere deelname aan de samenleving.
En die moesten dus maar dood. Vaak rechtsstreeks door van trein naar gaskamer. Of via een bijna door niemand vol te houden werktraject. Tot ongeschiktheid volgde.... en dus ook de gaskamer. Of de kogel dat kon ook nog.
Als uitputting of honger niet de doodsoorzaak was.
Overigens werd dat allemaal uitgevoerd door ook gewoon mensen. Die daar dus kennelijk geen moeite mee hadden. Of misschien dorst niemand zich daartegen te verzetten. Waren ze al te veel meegegaan in die waanzin.
Deze tijd kent helaas ook zijn eigen grote schreeuwers. Die met hetzelfde gemak als toen, ook grote groepen zouden willen uitsluiten.
En ik hoef facebook of twitter maar te openen om vast te stellen dat zij niet alleen in die mening zijn. Dat beangstigt me. Ik hoop natuurlijk van harte dat het nooit zo fout zal gaan als toen.
En dat er genoeg overblijven die wel het gezond verstand en de nuance blijven zien.
Het verhaal vooral blijven vertellen, de dialoog aan blijven gaan en vooral NIET VERGETEN is daarbij een belangrijke boodschap die ik daar meekreeg...
Zodat wij ook de generaties na ons kunnen besparen wat veel van onze landgenoten op 10 mei 1940 en later zo diep trof...
zondag 14 januari 2018
Egmond 2016. Retezwaar !!!
Dat Egmond dit jaar zwaar zou zijn wist ik van te voren al. Vorig jaar aan niet één loop meegedaan om mee te beginnen. Wel mijn trainingsduurlopen. Maar die doe je als trainer toch net even anders.
Verder was mijn laatste Egmond die van 2014. En die ging niet fijn. Net als die van 2013 trouwens. Ik weet nog goed dat ik vooral bij de laatste heb getwijfeld of het niet tijd was een beetje gas terug te nemen met die lange afstanden.
Er was ooit nog wel een plan voor een hele marathon, vorige jaar met collega trainer Claudia , maar dat plan viel vanwege veel blessureleed aan beide kanten en andere prioriteiten in het water.
Waarom dan toch weer een Egmond in 2016…. Toch een gevalletje van het bloed kruipt waar het niet gaan kan of zo…
Afgelopen seizoen was er ook nog enige twijfel.
Maar collega Branda en trainer collega's Claudia en Marleen, zetten bij mij de zaak in gang. Met Branda al langer geleden de afspraak om eens samen Egmond te doen, de trainsters hadden zoiets van… als jij je inschrijft doen wij het ook. Aldus geschiedde.
Er kwam een versie 2016. Claudia schreef in, Branda schreef in. Marleen haakte vanwege langdurig blessureleed af. Er schreven nog veel meer mensen van AV Zaanland in overigens, zowel voor de 10 als de 21.
Voorbereiding in meters was voor mij niet optimaal. Er waren wel duurlopen op de zaterdagen maar echt maximaal voorbereiden zat er niet in. Nou is december sowieso een lastige maand.
Vanwege al het lekkers dat op alle plekken wordt aangeboden vind ik het altijd al een kunst om niet aan te komen in die feestmaand. Qua meters wel een beetje opgebouwd van de zaterdag van 11, 13, 15 en 17 kilometer, maar dat was het dan ook.
De laatste week vooral gefocust op voldoende rust en slaap. De trainingen van dinsdag en donderdag bij AV Zaanland een klein beetje meegedaan maar verder vooral op coaching gericht.
Collega Branda moest vanwege ziekte helaas afhaken, maar ondertussen hadden zich Marieke en Floor (twee loopsters uit onze loopgroep) zich ook aangesloten bij ons groepje, zodat we met z’n vieren aan de start zouden staan.
Zondagmorgen 10 januari 2016 08.15 uur.
Ik word wakker zonder wekker. Ideaal om de slaap maximaal zijn werk te laten doen. Heb de avond van tevoren wel een bescheiden wijntje genomen maar zeker niet te gek gedaan. Het eerste wat ik doe is de 101 teletekst opstarten om het weer te checken. Er zal een zuidwesterwind waaien van ongeveer kracht 7 daar in Egmond. Dat is pittig. Stevig ontbijten. Maximaal volstouwen met van alles schreef ik eerder al iets over. Om 10 uur richting Claudia waar we verzamelen. Als snel arriveren daar Floor en Marieke en gaan we op pad richting Egmond. Wij rijden over Alkmaar.
Op de A9 loopt het vast. Dat is vreemd. Meestal wel druk maar nooit zo druk. In de verte zijn zwaailichten te zien van een politieauto. Er blijkt op de N9 een ongeval te zijn. Zorgt voor vette vertraging. Hoewel we ruim op tijd zijn lijkt de file nauwelijks in beweging te komen.
In de auto worden nog even programmaboekjes gecheckt. Onze pendelbussen, die we bij IJsbaan de Meent willen nemen rijden, uiterlijk tot 12.00 uur. Dus dat gaat nog wel.
Maar het schiet niet echt op. Als we eenmaal de politieauto op de N9 voorbij zijn, de schade lijkt gelukkig mee te vallen, blijkt dat bij het oprijden van de parkeerterreinen naar de pendelbussen er veel vertraging te zijn. Mondjesmaat worden auto’s toegelaten. Jongens, dit schiet niet op. Na heel veel fases van de verkeerslichten laat een verkeersregelaar ons het terrein op.
Volgende euvel. Geen pendelbus te zien en zeker tweehonderd lopers aan het wachten. Het is vet koud daar en de wind blaast lekker. Dit ging andere jaren toch echt anders. De laatste hapjes worden weggewerkt als daar dan toch twee bussen verschijnen. Het is inmiddels al over twaalf en de start is om 13.00 uur. Het zal toch niet waar zijn dat we dit niet gaan redden. Maar het gaat gelukkig vlot. Eenmaal in Egmond lopen we snel door naar de sporthal.
Na een korte plaspauze vinden we achterin een gezellige sporthal, waar een DJ leuke muziek draait, Frank van Runnersworld Zaandam. Daar kunnen we onze spullen kwijt. Een snel omkleedrondje volgt. Nummers worden opgespeld. Nog en snel een foto vooraf nu we nog fit zijn en er redelijk uitzien. Kon straks wel eens heel anders worden.
In een rustig dribbeltje naar het startvak. Het is inmiddels kwart voor één, dus echt veel tijd is er niet over. Maar we hebben het gered. We doen nog een paar startvakselfies. Voor het thuisfront.
We voelen de wind ondertussen aantrekken. Dit wordt een pittige. Ik heb een app op mijn smartphone die stappen telt. Er zit ook een hardloop variant op. Ik schakel hem maar vast in. Krijg je na afloop mooi in een plattegrond je route te zien. Wat ik even vergeet uit te zetten is de functie die om de kilometer wat info geeft. Eerst in het Duits, dan in het Vlaams. Hoe ver je bent. Wat je over die kilometer deed, dat soort info.
Langzaam schuifelen met z’n allen richting echte startvak op de boulevard. Net als pinguïns gebruiken we de groep als bescherming. Tegen harde wind. Tegen regen die af en toe langskomt. Eenmaal op de boulevard is goed te merken hoe hard de wind waait. Stapje voor stapje richting startdoek. Snel mijn regenponcho uit. Langzaam dribbelen vast. Elkaar succes wensend en daar valt het startschot.
Het spul komt in beweging. ‘Rustig aan beginnen’ roep ik nog om me heen. We hebben oogcontact met elkaar en een stukje van Egmond komt in zicht.
Anders dan bij andere versies zullen we dit jaar al binnen een kilometer op het strand zijn. Normaal had je drie kilometer door Egmond. Kon je een beetje op gang komen. Nu is er dus heel snel die strandopgang. En die wind. Wow. Dat komt even binnen zeg. Gelijk volop tegen. Minstens kracht 7.
Ik begin gelijk met rekenen. De eerste 7 strand. Daarna nog 14 door het duin. We zullen moeten sparen eerst. Teveel geven in het begin zal ongetwijfeld terugbetaald moeten worden. Gewoon kwestie van rekenen.
Teveel anaerobe inspanning zal de energie reserve dusdanig aantasten dat 14 daarna wel heel moeilijk gaat worden. Maar ja, hoe ga je zuinig om met energie terwijl je alles nodig heb om vooruit te komen.
Ik zie al snel groepjes ontstaan. In elkaars slipstream. Wij zoeken elkaar ook steeds op. Maar gewoon ademen kost al kracht. Dit gaat heel zwaar worden. Allerlei scenario’s schieten door mijn hoofd. We moeten alle fysieke en mentale tools inzetten om te kunnen overleven hier.
We vormen een treintje. Proberen achter grote mensen aan te haken. Dat is op zich niet zo moeilijk, wat ik ben met 1.76 de grootste van ons groepje van vier. Pasfrequentie omhoog, maar paslengte omlaag. Landen op voor- en middenvoet. Hard zand opzoeken. Het is een gevecht. Ook in mijn hoofd.
Ik blijf rekenen. Mijn Garmin geeft afwisselend 9.2 en 8.6 per uur aan. Qua tijd moeten we al helemaal niks verwachten. Liever nu toch nog wat gas terug dan straks in het duin de pijp leeg. Weer een open stuk. Maximale wind. Ik voel en hoor hem nog. Alsof ik hard op de motor rijd zonder helm en oordoppen.
Zo’n geluid. Ik hoor niets om mij heen terwijl men normaal op dit stuk honderduit praat. Over van alles en nog wat. Maar iedereen is stil. Heeft zijn kracht hard nodig. Ik kijk eens om mij heen, waar zitten mijn maatjes? Ik zie ze. Velen om mij heen met iets van een glimlach. Maar ook een verbeten trek.
Dit is strijd. Dit is Egmond!!!
We passeren de borden van de kilometers. Er zit systeem in. Eerst trilt mijn smartphone die ik om mijn linker bovenarm draag. Een Duitse en Vlaamse stem melden het aantal kilometers. Vooral hoe hard, of beter hoe traag het gemiddeld gaat. Klinkt nu nog grappig dat Vlaamse accent. Later gaat dit behoorlijk irriteren.
Dan trilt mijn Garmin. Deze heb ik op de start ingedrukt dus die geeft de meest juiste info. Dan het kilometerbord.
Pfff… ik heb het echt zwaar. Zo’n zware Egmond had ik nog niet eerder. En we zijn pas op vijf kilometer. De meiden willen even drinken bij de drinkpost. Ik ziet nog vol genoeg. Gelukkig even de gang eruit. Ik draai me om met mijn rug naar de nog altijd harde wind en voel dat ik gewoon kan gaan hangen. Als een soort verticale sky dive. Even op adem. Ik merk dat mijn luchtwegen ook beginnen ten protesteren. Inderdaad. Alles zal vandaag uit de kast moeten…
Na zeven kilometer zal er dan eindelijk een einde komen aan deze beproeving, moeten we een stukje klimmen, maar dan volgt er eindelijk de luwte van het duinpad. Weg uit die klotewind. Nog even. Het lint met lopers zwenkt een beetje naar links en het loopt ietsje omhoog. Ik kijk goed om me heen, want hier staan vaak bekenden. Ineens zie ik, in de clubkleuren, de voorzitter van AV Zaanland staan langs de kant.
‘Fons’ roep ik hard. We hebben oogcontact en ik steek mijn hand op. Hij richt een camera met flinke telelens op me. Ik hoor gezoem. Dit zijn zeker vijf foto’s. Zit altijd wel een knappe bij. Het zand omhoog is inmiddels zo mul geworden dan ik even een stukje ga wandelen. Even een herstelmomentje. Als snel zijn we weer met zijn vieren. Wandelen/dribbelen we rustig naar boven. Weg uit die wind. Eenmaal boven treffen we nog Elzo, één van onze lopers van Zaanland die hier niet meedoet, in het publiek. Zijn aanmoedigen geeft ons weer een beetje vleugels. We dalen langzaam het duinpad af weer richting Egmond. Korte pasjes en ja hoor, wind in de rug. Hoewel we nog wel 14 km moeten lijken we op dit moment tenminste, het zwaarste te hebben gehad…
Eenmaal in de luwte van de duinen komen we even op adem. Even de druk van de ketel van die harde wind. Het gaat langzaam naar beneden dus kleine pasjes, gas terugnemen. We komen even in gesprek met elkaar. Zonder uitzondering hebben we fors ingeleverd qua energie op het strand. En in de oude situatie, van eerst drie kilometer door het dorp en daarna zeven kilometer strand, hebben we er normaal gezien op dit punt nu dus wel even tien opzitten.
Nu dus niet en dat zal later ook een forse aderlating blijken. Nadat we de eerste helling naar beneden hebben gehad begint het gelijk weer te stijgen. Maar dit gebied kennen we goed. Hier lopen we vaker met AV Zaanland. Tot aan de fietsenstalling met de houten rekken, waar het parcours naar rechts zal buigen is het letterlijk berg en dal. Dus vooral rustig aan. Claudia komt naast me lopen. ‘Zag je Fons nog?’ vraag ik. ‘Zeker,’ is het antwoord. ‘En Jan en Wendy liepen op het strand’. Die heb ik dan weer gemist. Samen hebben we ook Elzo gespot, zo blijkt.
Ik had het eerder over het inzetten van fysieke en mentale tools tijds zo’n barre tocht. Dat werkt dus echt. Fysiek kun je natuurlijk onderweg het nodige aan je ritme en houding veranderen als het moeilijk wordt. Ik doe dat zelf regelmatig bij mijn lopers. ‘Rechtop, denk aan je passen, blijf vooruit kijken, denk aan je arminzet, loop ‘licht’, zijn zo van die termen die je regelmatig van ons hoort. Nu heb ik het zelf hard nodig. Maar ook de mentale kant. Een bekende zien doet al goed. Als die ook nog eens je naam noemt en je aanmoedigt voelt dat gewoon oké. Later zal ik deze tools voor mezelf ook nog eens hard nodig blijken te hebben.
We gaan voort. Ik begin dorst te krijgen. Slecht teken. Veel ingeleverd op het strand, lijkt wel. Er komt bij 10,5 kilometer een drinkpost heb ik begrepen. Tot dit deel gaat het nog over het oude parcours.
Dan stopt het duin een beetje en gaan we normaal naar links evenwijdig aan het strand richting Egmond. Dit is nu ook weer anders. Ik merk dat het ‘uit de comfortzone’ me op dit moment niet zo goed uitkomt. Normaal weet ik wel waar de lastige stukken zitten. Vandaag is niets normaal.
Eindelijk daar is de drinkpost. Een oudere man houdt een slang vast waar water uitkomt. ‘Hier is water’ hoor ik hem roepen. Ik ben hem voorbij. Pak wel een bekertje verderop.
Wat blijkt…. De bekers zijn hier op. Ja hoor !!!
Ik wil niet uit een slang water nu. Retekoud duinwater zal onmiddellijk op mijn maag slaan. Ik slik een vloek in. Niet tegen deze mensen. Zij staan er de hele dag voor ons. Je kunt hen niets kwalijk nemen. Maar hallo…. We betalen best wel even wat voor een startbewijs. Met het pendelbusverhaal in mijn achterhoofd en het mondjesmaat kunnen parkeren ben ik even heel boos op de organisatie. Maar we moeten verder. Mijn dorst wordt erger en ik voel hoofdpijn opkomen.
Hoe vaak ik niet mijn lopers adviseer om genoeg te drinken. Te weinig vocht in een lijf kan funest zijn. Zeker met warm weer. Met dorst ben je eigenlijk al te laat. Hoofdpijn bij mij persoonlijk onder een loop houdt eigenlijk altijd vochttekort in. Gewoon te veel op het strand gegeven. Ik ben niet echt in paniek nog, maar wordt wel een beetje ongerust. Kan niet te lang zonder water nu, anders gaat het fout. Mijn medeloopsters hadden op het strand nog iets gehad.
Nu moet ik even mentaal aan de gang anders slaat dat weer terug op mijn fysieke lopen. Het parcours is nu vlak. Om me heen hoor ik dat er op 13,5 km nog een drinkpost komt. Zij hebben het boekje wat bij het startnummer zat, dus wel goed gelezen. Hoofdpijn wordt erger. Dorst ook. Bij een Dam tot Dam staan er vaak kinderen met emmers met sponzen. En bekers water. Waarom hier niet. Er lijkt sowieso minder publiek, maar dat zal wel aan de late starttijd liggen. Overigens hulde voor alle toeschouwers. Ik vind het altijd maar top dat ze er staan. Kou en slecht weer trotserend. Petje af.
Ik voel mijn linkerarm weer trillen. Eerst in het Duits, dan in het Vlaams de nodige gegevens. Begint me nu wel iets te irriteren dus. Ik weet het nu wel. Maar toeval of niet, voor me loopt een stel dat reageert op de Duitse stem. Ik loop vlak achter ze en val in hun gesprek. Het blijkt een Duitse man en een Nederlandse vrouw. Hij kijkt om en maakt oogcontact. Ik wijs hem op mijn smartphone op mijn linker bovenarm.
Hij knikt. Ik ben dus geen Duitser. Hij voert zijn gesprek verder. Ik hoor hem praten over zijn kleindochter. Hoor hem iets zeggen over ’Enkeltochter’, en ‘Sie is zwölf woche jetzt! Sie heisst Annabel!'
Ik spits mijn oren. Kijk de man van de zijkant aan en zie zijn ogen glimmen. Een echter trotse opa dus. Dat herken ik natuurlijk als geen ander. Mooie doelgroep waar ik tegenwoordig bij mag horen.
Direct gaan mijn gedachten naar mijn eigen kleindochter, nu bijna tien weken oud. Afgelopen week nog gezien en een mooie foto gemaakt. Ze glimlacht al naar me. Dat moet natuurlijk vastgelegd. Mijn start/vergrendelscherm van mijn telefoon toont gelijk een foto van ons mooie poppie, inclusief glimlach. Ik overweeg de Duitse man aan te spreken. Maar mijn brein werkt niet meer zo goed. Wat is ook al weer opa in het Duits? Ik heb vrij lang Duits gehad op school, nog een jaartje voor een Duits bedrijf gewerkt, maar kom niet op het Duitse woord voor opa. Ik laat het maar zo. Ze gaan me iets te langzaam en ik haal deze twee mensen in. Steek nog wel even mijn duim op naar de trotse opa. Mompel nog iets van gratuliere of zo…
Hé, ik haal in. Ik voel mijn benen minder. Mindset dus. Komt gewoon doordat ik even die kleine in gedachten had. Ik voel me ineens dus sterker. Dat bedoel ik dus met mentale tools. Gewoon onbewust even de focus verlegd. Het werkt.
Tijdens dit oplevingsmomentje denk ik, mijmer ik een beetje. Zal die kleine meid ooit snappen waarom een groot aantal volwassen mensen waaronder haar eigen opa op een vrije zondag massaal tegen de wind in rennen. Dat mensen daar geld voor betalen en ook nog zeggen dat ze dat leuk vinden. Zal nog wel even een tijdje duren.
Maar ook aan hoe het zou zijn als ze een jaar of achttien is en samen met haar opa een Dam tot Damloop zal lopen of een heuse Egmond. Hoe mooi zou dat zijn? Even rekenen… Ik ben nu 55. Als zij 18 is ben ik 73. Zou best kunnen. ‘Onze’ Rudy van AV Zaanland is ook al weer bijna 75.
In gedachten zie ik me al, als beretrotse opa, samen met mijn kleinkind over de finish gaan. Heerlijke gedachten.
En ze werken wat daar ineens is de drinkpost van 13,5 kilometer. Er staan genoeg bekers. Even een stukje wandelen. Rustig een bekertje opdrinken. Ik voel gewoon mijn hoofdpijn wegtrekken. De dorst verdwijnt ook als sneeuw voor de zon. Wat een mooi systeem toch zo’n mensenlichaam. Ik zoek ons groepje op. Samen wandelen we een stukje en komen weer op gang. Nog ruim zeven kilometer nu. Rustig weer in het ritme. Begin toch mijn beentjes wel te voelen. Nadat ik het mooie plaatje van mij en mijn kleindochter samen over de finish over een jaar of achttien een mooi plekkie in mijn hoofd heb gegeven voel ik ook mijn lijf weer.
Weer mijn bovenarm. ‘Es ist fünfzehn kilometer….’ Ja ik weet het nou wel !!! Weer die Vlaamse stem erachteraan. Hou eens op !!! Garmin trilt ook en er is weer een kilometerbord.
Ik passeer en wordt gepasseerd door wildvreemde mensen, die zomaar het gesprek met me aangaan. Lopen verbindt !!!
We lopen als viertal weer even een stukje bij elkaar. Ik besluit in gedachten een rondje lichaam te doen. Wat voelt nog goed. Wat voelt niet meer goed. Onder linkervoet lijkt een blaar te komen. Rechterteen doet zeer. Ik heb een zogenaamd ‘hallux rigidus’ een verstijfd grote teen gewricht. Ook eens in mijn jongere jaren tijdens karate in de mat blijven steken terwijl de rest van mijn lichaam draaide. Nooit last van gehad. Tot een jaar of tien terug. Na wat therapietjes is dit wat het is. Teengewricht is verstijfd. Prima mee te leven, maar op dit soort stukken dus af en toe pijnlijk. Nadat mijn gedachten bij mijn enkels en kuiten komen doemt er opeens een bekende gedaante op.
Lange vent, ik herken zijn loophouding. Wijs Claudia op hem. ‘Is dat André ?’ Het blijkt André, één van onze AV Zaanland lopers, toevallig uit onze eigen groep. We raken even in gesprek. Weer even zo’n mentaal momentje. Ineens voel ik geen pijn meer. Later zou André zeggen dat hij mij nog fit voorbij zag gaan. Hij oogt ook fit. Later blijken we allebei hier ongeveer op ons tandvlees te lopen.
Van André heb ik een mooi boek in bruikleen. Over een stam uit de Copper Canyon in Mexico. De Tarahumara. Zij schijnen de ultieme loopstijl te hebben en kunnen dit vanwege de hoogten waarop zijn wonen ook erg lang volhouden. Zogenaamde ultralopers die heel natuurlijk bewegen. Ik probeer nog een flauw grapje te maken over de Tarahumara maar wederom laat mijn brein me in de steek op dat moment. Ik weet niet meer goed hoe ik dit uit moet spreken. Wel weer even een mindset moment. Ik voel me lichamelijk weer een soort van oké.
Het werkt dus echt. Fysieke en mentale tools. Terwijl ik mezelf in gedachten weer toespreek. ‘Rechtop, loop licht, denk aan je armen,’ merk ik dat ook de pijn in mijn lijf weer even wat minder was, maar niet helemaal weg.
Ik ga wel iets langzamer, maar laat André toch uiteindelijk achter me. Claudia lijkt wel vleugels te hebben want ineens heeft ze een meter of honderd, samen met Floor. Maar ook ineens is daar weer de drinkpost van 17 kilometer. Die kende ik nog van vorige jaren. We zitten weer op bekend terrein. Even hergroeperen. Marieke, Floor, Clau en ik. Check.
We wandelen al drinkend een stukje verder. ‘Bij het bord van 17 km weer lopen?’ stelt Marieke voor. Weer in looppas. Het wordt nu wel steeds zwaarder. Maar ik weet ook de dat de afslag naar de Bloedweg nu niet zo heel lang meer op zich zal laten wachten. De laatste kuitenbijter. Clau en Floor hebben nu zo’n tweehonderd meter.
Op kilometer 19 zit ongeveer de Bloedweg. Ik zie ze in de verte linksaf slaan, terwijl Marieke een meter of vijftig voor me zit. Ook voor ons nadert de Bloedweg. Niet eens zo heel stijl, maar wel heel lang vals plat en we hebben er al 19 opzitten dus. Ik probeer weer een rondje lichaam. Blaar linkervoet. Pijn. Teen rechtervoet. Pijn. Beide kuiten, pijn. Bovenbenen, pijn.
Deze check is niet zo handig. Had ik beter niet kunnen doen. Ik zie nog Marieke voor me wandelen. Ik geef nu ook heel even op. Ook maar wandelen. Heel even dan. Tot aan de camera’s bovenop. Dan gaat het wel weer. Ik hoor muziek vanuit het dorp. Einde Bloedweg. Hier staan nog wat mensen ons toe te juichen. Er is veel drank en ze zijn uitgelaten. We zijn duidelijk de laatste groep.
Ook hier is het parcours weer anders. Gelijk rechts het dorp in. Dan tot aan de weg van hotel Zuiderduin. Daar weer links. Daar is het twintigkilometer punt. Eenmaal daar aangekomen zie ik Claudia met Floor aan de linkerkant van de weg staan. Marieke voegt zich bij hen. Ik zie ze kijken waar ik zit. Wat een toppers deze meiden!!!
Met z’n vieren besluiten we de laatste kilometer samen af te leggen. ’Komen er nog klimmetjes?’ vraagt Floor. ‘Nog twee,’ weet ik uit te brengen. Zij lopen Egmond voor het eerst. Ik ben de ‘ervaren man’….. nou…. Geloof me weinig meer van over nu...
De bocht naar rechts. Klein stukkie naar beneden en weer omhoog. Oude auto met harde muziek. Linksaf richting boulevard. De afstandsbordjes laten het zien. Nog 400 meter. Nog 300 meter. En dan rechtsaf de boulevard op. Nog 200 meter. Marieke valt even stil. We moedigen haar aan. Met z’n vieren over de streep gaan we. We lopen de laatste meters naast elkaar. Maken oogcontact. Op 50 meter pakken we elkaars handen vast. Op 25 meter gaan ze de lucht in. Langer dan tien meter houden we dit niet vol, maar het is genoeg. Het staat op beeld en we zijn…….. BINNEN!!!!
Ik voel iets van euforie, we feliciteren elkaar. Dit hebben wij geflikt. Tijd 2.23 uur. Die was wel eens beter. We zijn er. Daar gaat het om. We krijgen onze medaille om en een blikje sportdrank en komen langzaam op adem. Gelijk maar even wat selfies van ons zelf en van ons groepje. (dat heet een onsie geloof ik)
Ik app gelijk mijn foto in onze familieapp. Scroll wat naar boven en zie daar een foto van mijn kleindochter, liggend in sportieve outfit. Ik heb geen leesbril op, maar vooraf heeft mijn schoondochter dus ‘Succes Opa’ onder de foto geplaatst. Ja hoor Bingo !!! Slik !!! Merk nu pas hoe moe ik ben. Even snuiten dan maar…
Ik voeg me weer bij de meiden en we wandelen rustig richting sporthal.
Egmond 2016. Wat een beproeving !!!
Abonneren op:
Reacties (Atom)














