zondag 31 december 2017

Hoop doet leven op deze 'laatste' dag...

Klein beetje hopen...

Gaan we dan voor dag 365. Tis nu nog stil, vanavond zal t wel een beetje knallen. Hopen dat iedereen zijn verstand er een beetje bijhoudt. Dat we niet te veel vuurwerkslachtoffers krijgen.

Dat klojo's die het zelf veroorzaken, nou ja die kosten de gemeenschap alleen maar geld = al erg genoeg en houden eerste hulp plekken bezet voor zij die het wel echt nodig hebben

Hopen dat de toevallige voorbijgangers die er elk jaar zijn, dan ook maar een beetje gespaard blijven.

En dieren en zo...

Dat er niet te veel privé eigendom van anderen en eigendom van ons allemaal wordt gesloopt.

Dat burgemeesters aan etterbakjes geen prijzen gaan belovenals ze de schade beperkt houden. Gewoon helemaal geen schade veroorzaken dat doen de meesten namelijk.

En ook maar hopen dat degenen die weer zo nodig hulpverleners het leven zuur moeten maken
die ondanks hele stoere taal van zij die ons vertegenwoordigen toch maar telkens weer met een lullig werkstrafje weg komen,

die als ze eens stevig aangepakt worden niet de volledige verantwoording nemen voor hun eigen gedrag maar gelijk gaan janken om vormfouten

of heel hard gaan roepen dat politiemensen nazi's zijn

en dat we in een politiestaat leven

maar die gewoon voor de volle bak aansprakelijk gesteld zouden moeten worden....

die dus...

Zich gewoon eens een keer gaan gedragen

Is namelijk helemaal niet moeilijk hoor gedragen.

De meesten mensen kunnen dat.
Dat hoop ik dus op dag 365 en eigenlijk die 364 dagen daarvoor ook.

Hoop doet leven toch ?? Ben benieuwd...

Iedereen vast een goed 2018 !!!

donderdag 28 december 2017

2017 is er een beetje klaar mee

Het oudejaar, zichtbaar vermoeid
Liet zich op z'n tweezits vallen

'Hoop dat ik vroeg wordt afgelost
Dan kan ik ook nog effe knallen

Ik was niet op m'n best dit keer
Mensen wat een bak ellende

Toen ik op Nieuwjaarsdag begon
Verwachte ik heus niet zo'n bende

Echt met zoveel narigheid
Ga ik mezelf niet doornemen

Een paar dingen die noem ik wel
Er zit genoeg in m'n systemen

Die Britten zijn nu echt wel weg
En in de States daar stond een gek op

Die zit nu in het Witte Huis
Angstvallig dicht bij die atoomknop

Brandhaarden waren er genoeg
Soms meer dan we al wisten

En als het ergens rustig was
Verschenen er wel terroristen

En die Piet met die andere kleur
Mag ook niet meer kiezen

Was ook weer een hoop gedoe
Op de dijk daar bij die Friezen

Helaas moesten we ook dit jaar weer
Afscheid nemen van mooie mensen

Wil degenen die dit overkwam
Ook komend jaar veel sterkte wensen

Gelukkig was er ook nog moois
Met sport werd veel gewonnen

En voor de echte liefhebbers
Is ook het schaatsen weer begonnen

Al met al, zal ik als jaar
Niet echt het allerbeste scoren

Maar het nieuwe komt eraan
Dus kijk nou maar naar voren

Over een paar dagen dan
Kan ik echt met pensioen

Dan zoek ik vorig oudjaar op
Kijken wat die zoal is gaan doen

Het nieuwe straks op deze plek
Zeker voor minimaal een héél jaar

Ik zeg u nu alvast gedag
Maak er in 2018 iets moois van met elkaar'

^cs

zondag 24 december 2017

Halve marathon van Egmond door de ogen van een looptrainer...

Vandaag over precies drie weken is het weer zover. Dan staan ruim 17.000 lopers weer aan de start van het meest heroïsche evenement van Nederland. De halve marathon van Egmond. Helaas kan ik er door blessureleed niet bij zijn.

Vroeger en dan bedoel begin jaren tachtig, toen we nog gewoon in katoen en zonder high tech hartslag meters liepen, was Egmond altijd in de vrieskou. Egmond ging toen nog 'andersom'.... Eerst duinen en op het laatst pas strand. Hadden mannen met baarden vaak de stukken ijs aan hun kin hangen. Bevroren zweetdruppels. Egmond was toen alleen nog voor ijzervreters. Werd je voor bijna gek versleten als je aan zo iets mee deed. Later werd Egmond meer toegankelijk voor ons de reguliere lange afstandlopers.

Maar Egmond bleef wel Egmond.

Niet te vergelijken met de Dam tot Dam, Zevenheuvelen, Halve van Amsterdam of Zandvoortcircuitrun.

Kijk (alleen als je wil natuurlijk) met mij mee over mijn schouder tijdens een koude Egmond, ergens in tweeduizend zoveel...

Het begint al met de reis ernaar toe. Stevig ontbijt. Voldoende vocht. Sommigen eten de hele week pasta om koolhydraten te stapelen. Persoonlijk denk ik dat dát meer is iets voor een elfstedentocht of zo, maar iedereen heeft zijn eigen voorbereiding. Wat voor de één werkt hoeft voor een ander niet te gelden.

In de auto op weg naar Alkmaar. Toen nog op het parkeerterrein bij Albert Heijn. Daar met het vooraf gekochte kaartje op één van de pendelbussen.

Lopers uit het hele land. Gelijk contact. Super is dat toch. Ongeacht wie of wat je bent, er is gelijk verbinding. Zelfde soort kleding en schoenen. Sterke verhalen over vorige edities. Die keer dat het water tot aan de duinen stond. Of die keer dat het werd afgelast vanwege extreme vorst en ijzige oostenwind.
Want Egmond is wel Egmond natuurlijk.

Voor ik het weet staat we voor de ingang van Egmond aan Zee. En zoals altijd perfecte afzetting. Begeleiding door politiemotorijders en vele vrijwilligers. Heeft de bus een vrije baan en word je afgezet vlakbij sporthal waar duizenden zich verzamelen.

Eerst nog even voorbij de frietkar die elk jaar erger lijkt te stinken maar ook altijd weer goede zaken doet. Er was nog een tijd dat Start to Runtrainers een 'eigen' onderkomen hadden in kantine bij voetbalclub Egmondia, maar die tijd is geweest. Grote tent, sporthal en wel wat voetbalkleedkamers voor je persoonlijke spullen, maar vol is vol. Soms stal ik mijn tas bij Frank van Runnersworld die altijd met een stand in de sporthal staat. En dan onderweg naar het startvak op de boulevard.

Het startvak is inmiddels gevuld met duizenden meestal kleumende lopers. De meesten hebben een doorzichtige poncho aan tegen regen en kou. Controle op het juist startnummer is er wel maar toch ook weer niet. De omroeper in het startvak lijkt al jaren hetzelfde. Heeft in ieder geval haast altijd een Brabants accent en weet iedereen altijd te motiveren.

Alle lopers hebben zich al een soort van warm gelopen. Staan een beetje te dansen op de boulevard van Egmond. Want heel koud of best wel te doen, die zuidwester lijkt altijd te waaien op die tweede zondag van het nieuwe jaar.

Nog even geduld, maar langzaam komt het startdoek in beeld. Vak voor vak wordt weggeschoten.

En dan.... Knal !!!! 'Heel veel succes allemaal, jullie zijn nu al helden!!!' klinkt het in het Brabants.

'Veel succes' hoor ik om mij heen. Zelf deel ik nog her en der een schouderklopje uit of steek twee duimen op. Tja, ik ben en blijf ook nog steeds trainer van veel lopers. En hoewel ik heel zeker weet dat ik in no-time zelf tot het gaatje zal moeten gaan, wens ik natuurlijk iedereen een fijne loop.

De eerste drie kilometer gaan door het dorp.

Maar deze dus nog niet. Langzaam komt iedereen op gang. Op elke straathoek veel publiek. Soms een bandje met opzwepende muziek. Altijd mensen die voor ons klappen. Na drie kilometer is daar dan ineens mul zand. Altijd mul met duizenden voor me op deze strandopgang.

Maar na een paar honderd meter is daar dan ook de mooie kustlijn van Noord Holland. Elk jaar weer een verrassing hoe breed het loopgedeelte is. De organisatie houdt zeker rekening met eb en vloed, maar moeder natuur natuurlijk niet. In ieder geval waait het bijna altijd. En bijna altijd een zuidwester dus schuin wind tegen vanuit zee. Zilte schuimvorming daar waar zee over gaat in land.

En waar ik kijk ik zie één lang lint van lopers richting Castricum. Veel publiek op de hele route. Altijd diep respect want eerlijk is eerlijk, je moet er maar zin in hebben om kou en regen te trotseren.

'Mensen langs de kant...diep respect voor jullie, durf ik gerust namens veel lopers te zeggen. Ik weet niet of ik het zelf op zou brengen eerlijk gezegd.

Jeeps van Defensie rijden af en aan, want er is veel begeleiding van de Nationale Reservisten. De eerste drinkpost is op 5 kilometer. Die sla ik meestal over omdat het water daar meestal retekoud is. Niet zo vreemd in januari maar ik ben altijd bang dat mijn maag opstandig zal reageren. En ik moet dan nog ruim 15 kilometer.

Onderweg onder het lopen hoor ik veel geklets, klets ikzelf nog het nodige met medelopers. Gaat meestal nergens over maar leidt wel lekker af. Langzaam maar zeker komt de strandopgang van Castricum in beeld. Ook hier altijd weer mul zand. Ik probeer te blijven lopen in dribbeltempo maar val hier ook vaak stil. Te mul, te stijl en de meesten wandelen hier.

Wetend dat er een duinpan komt met licht hellend vlak naar beneden pak ik hier, op 10 kilometer, meestal even een herstelmomentje. Ook hier weer veel publiek en iedereen klapt. Blijf dit doen alsjeblieft. Het werkt namelijk !!! Soms hoor ik mijn naam. Niet gek want die staat op het startnummer, maar soms staat er een 'echte bekende'.

Dan volgen er duinen. Na 7 kilometer strand. Dat maakt Egmond zo bijzonder. Strand, duin, bos en heel vaak strijd tegen de elementen.

Zwaar maar heerlijk zwaar zeg maar.

Na het nodige klim en daalwerk over prachtige duinpaden komt er een stuk van klinkers. Uiteindelijk komen we uit het natuurgebied een klein stukje door de 'bewoonde' wereld. Op naar het zwaarste stuk.

De Bloedweg....

Die heet niet voor niks zo denk ik altijd maar. Ik proef hier bijna altijd bloed in mijn keel. Stij, afgewisseld met vals plat altijd pittig, zeker als je dan al 18 kilometer in de benen hebt.

Maar ook hier weer klappende mensen. Top!!!

Heel in de verte hoor je hier flarden van de Brabantse omroeper weer, hij haalt bijna iedereen als held binnen. In het dorp klinkt zijn stem luider. Met een kleinde daling en een korte klim is daar dan eindelijk de boulevard en het finishdoek. Eindelijk. Ik heb het weer geflikt. Medailles worden omgehangen. Het flesje sportdrank en met een verantwoord koekje uit handen van die fantastsche vrijwilligers die er altijd maar weer staan, wordt zeer dankbaar in ontvangst genomen. Nog twee kilometer wandelen naar de sporthal. Beetje stijf en stram maar wel weer een Egmond in de benen.

Heerlijk !!! 

donderdag 21 december 2017

Alternatief Kerstverhaal met vette knipoog

Modern alternatief Kerstverhaal met een dikke knipoog 😊

Het was 25 december. Kerst bestond nog niet. Joost en Marina waren een setje. Leuk stel. Maar Marina hield nogal van uitgaan en was tijdens het stappen tegen een knappe kerel aangelopen. Hij heette De Vader van zijn achternaam. Zijn voornaam had Marina niet kunnen verstaan door de herrie in de kroeg. Iets van Rodney of zo meende ze te herinneren.

Ze hadden een leuke avond maar Marina snoepte een beetje te veel van de Chardonnee. Die De Vader, die dus duidelijk andere bedoelingen had, kreeg die avond de kans om iets in haar drankje te gooien. Om een lang verhaal kort te maken....ze hadden een wilde nacht en Marina raakte zwanger.

Ze wist overigens niet hoe precies. Er zaten namelijk nergens vlekken. Dus ze was zeg maar onbevlekt. Maar had kennelijk wel dus het nodige ontvangen. Want ze was wel degelijk zwanger. Waarschijnlijk van die De Vader dus. Die een voornaam had die leek op Rodney.

Ze had dit verhaal bij Joost opgebiecht. Eerst was hij wel boos. Maar toen bleek dat ze echt van niks wist had hij uiteindelijk haar vergeven.

Ze besloten een vakantie te boeken naar de zon. Ergens eind december kwam dat in het Midden Oosten het beste uit. Daar was de temperatuur nog het lekkerst.

Joost was timmerman en had geen werk. Dus ze hadden alleen geld voor een last minute vliegreis bij een prijsvechter. Moesten ze ter plekke op de bonnefooi maar onderdak zoeken. Eigenlijk mocht Marina niet meer vliegen maar ze nam de gok.

Eenmaal aangekomen was het zo druk dat alle vervoer bezet was. Konden ze nog net een snorscootertje huren en gingen ze op zoek naar een hotelletje.

Helaas zat alles vol zo tegen het einde van het jaar. Omdat ze best moe waren belde ze bij een soort herberg aan. Die had alleen nog plaats in de stal. Omdat de snorscooter het had begeven hadden ze een heel stuk moeten lopen en waren ze bekaf.

Ze waren bijna in diepe slaap toen ineens Marina's vliezen braken.

'Oh mijn God Joost, de weeën beginnen'

Joost stond eerst aan de grond genageld. 'Wat moet ik doen dan?'

'Je bent ook een echte man hè...' riep Marina. 'Haal hulp of zo iets,klojo !!!'

'Oh ja, goed idee.' zei Joost en hij liep naar buiten het donker in. Bij het flauwe schijnsel van een lantaarnpaal zag hij een herder in het gras zitten.

Toen hij goed keek zaten er meer. Veel meer. Bijna alle herders zaten op hun smartphone te turen.

'Ik heb hulp nodig !' riep Joost hard.

'Sssssttt idioot, zei de dichtsbijzijnde herder. 'Hou je stil. Het is bijna nacht. Wij liggen hier al een tijdje. Hebben onze schaapjes geteld en liggen bijna te pitten. Wat moet je?'

Joost deed zijn verhaal. 'Zwangere vriendin ? In een stal ? Klinkt spannend😊

En je hebt dus hulp nodig? Ik kan even op internet voor je kijken. Misschien is er een dokter of zo beschikbaar? Ga jij maar terug naar je meissie Joost, komt goed'

De herder keek maar zag dat er niet één arts online was. Hij besloot de vraag uit te zetten in de herders groeps app.

Een bevalling in een stal dat had toch wel wat. Tussen de herders van vannacht zat vast wel een jonge vader. Binnen no time had hij drie reacties voor hulp en zeker tien die helemaal enthousiast waren.

Ze verzamelden zich in het veld en het idee om op kraamvisite te gaan was al snel geboren. (leuke woordspeling by the way)

Een bevalling in een stal dat had wel iets trendy's, iets unieks. Dat kwam nooit voor. En als je daar dan als eerste op visite mag ben je getuige van een uniek gebeuren...

Ineens verscheen aan de hemel een vallende ster. Hoorden ze een zoemend geluid en een doffe dreun en ze hoorden ook zingen. In het Engels. De doffe dreun werd veroorzaakt door een parachutist die net was geland.

'Ja sorry dat jullie schrokken hoor. Maar ik maakte vannacht mijn eerste nachtsprong, week een beetje af en kwam in een veld met wakende herders net hun schapen terecht. Mijn naam is Gappie. Eigenlijk Gabriël maar dat klinkt zo oubollig dus liever Gap!

Wat brengt jullie hier allen te samen?'

De herder vertelde het verhaal van de bevalling van de vriendin van Joost.

'Dat is ook toevallig. Een maatje van me, heeft ergens eind maart iets gehad met grietje uit de kroeg. Het werd een one night stand, maar wel een heel behoorlijke, zeg maar.

Na afloop had die meid wel een beetje spijt. Mijn maatje ook. Ze bleek namelijk al verkering te hebben. Hij heeft haar nooit meer gezien. Haar vriend heette Joost. Dat had ze hem nog wel verteld.

Heet deze gast ook Joost ? Zou wel toevallig zijn. Ik plaag mijn maatje wel eens. Vroeg hem laatst.... hee man, je heet nou wel De Vader (want zo heet ie echt) maar ben je nou al vader?

En steeds antwoord hij dan..

'Tja....Joost mag het weten...'

Want het schijnt toch een beetje aan hem te knagen.

Ze hoorden nog steeds Engels zingen. Leuk nummer van Wham. Toen Mariah Carey en ineens Chris Rea. En ook klonk er geronk van motoren.

Drie grijze vijftigplussers kwamen op Harley Davidsons vanuit het Westen hun kant op gereden...

Toen het geluid van de Harley's was weggeëbt stapten de grijze mannen af. De grootste nam het woord. 'Hi wij zijn Cas, Bart en Melle. Wij maken een ronddrit over de wereld. Wij komen uit Nederland. Ze noemen ons ook wel de Grijzen uit het Westen, hihi. We zagen een ster vallen, een parachutist landen en hoorden Engelsen zingen. Hier is vast iets leuks te doen. Hoe heet het hier eigenlijk?'

'Bethlehem,' zei één van de herders.

'Nou dat moet nog blijken of het leuk is' sprak Gappie. Het schijnt dat er een vrouw ligt te bevallen in de stal hier.'

'Oh dat komt dan goed uit' zei Melle. Ik ben gyneacoloog met vroegpensioen. Misschien kan ik nog even helpen'.

Hij gooide zijn Harley op de jiffy standaard en beende in de richting van de stal. Toen hij halverwege was hoorde hij ineens babygehuil. Zonder twijfel. Dit herkende hij als geen ander. Hij had honderden baby's op de wereld helpen zetten.

Toen hij de staldeur opende zag hij nog net hoe Joost met betraande ogen de navelstreng aan het doorknippen was met een nijptangetje.

'Toch wel ontsmet hoop ik?' zei hij streng tegen Joost. 'Jazeker,' zei Joost. 'Ik ben timmerman, sowieso superzuinig op mijn gereedschap. Eerst in het vuur gehouden en toen met Strohrum van 80 procent. De voorraadkast van de herberg grenst aan de stal.'

De baby was gestopt met huilen en lag in een voerbakje. Melle deed wat testjes. 'Perfect gezond jongetje. Gefeliciteerd. Hebben jullie al een naam?

'We wisten nog niet wat het zou worden,' zei Marina. Joost keek nu de spanning er een beetje eens goed naar het kind. Hij had, omdat het dus niet zijn eigen kind was toch wel wat moeite gehad om een naam te bedenken. Maar hoe beter hij keek hoe meer hij gelijkenis zag met de zus van Marina.

'Moet je eens kijken schat. Hij lijkt wel heel veel op jezus Christa. Had jij al een naam in gedachten ?' 'Nou, nu ik zo kijk is het inderdaad sprekend mijn zus. Ik voel wel wat om hem naar haar te vernoemen. Maar dan geen Christa. Dan wordt ie later gepest. Laten we dan maar Chris doen.' 'Wauw,' sprak Joost.

'Naar jezus Chris dus.

Daar zal ze blij mee zijn'.

Melle nam het woord. 'Er staan buiten nogal wat mensen. Eigenlijk willen ze graag op kraambezoek. Schikt dat?'

'Ach ja,' sprak Marina. 'Het is toch wel een hele bijzondere situatie. Laat maar komen. Is toch wel uniek een geboorte in een stal.'

De deur zwaaide open. Eerst een stel herders. Toen Gappie. Toen de Grijzen uit het Westen. Het werd druk en warm in de stal. Gappie feliciteerde Marina het eerst.

'Mag ik gelijk even een onsie met je maken? Vind dit wel uniek namelijk.' Nadat Marina had geknikt knielde Gappie met zijn smartphone naast Marina. Toen hun hoofden naast elkaar waren fluisterde Gappie...

'Effe onder ons... dat joch is toch van Rodney de Vader ?' 'Ssst...niet te hard,' zei Marina.'Ja. Klopt. Ik zoek later wel contact. Voorlopig heeft Joost me vergeven. Wil ik graag even zo houden.'

'Snap ik,' zei Gap. 'Weet wel dat Rodney eigenlijk Godfried heet. Maar dat vond hij wat oubollig. Net als ik Gabriël. Vandaar Gappie.' Ze lachten allebei in de lens en Gappie maakte vier onsies die hij gelijk naar Rodney appte. 'Je zoon heet Chris dus' met een smiley.

'Jullie hebben vast geen beschuit met muisjes' sprak Bart, één van de Grijzen uit het Westen. 'Maar wij hebben bistrobordjes van hout. En bieslook en dille. Ik zag in het kippenhok wat eitjes liggen. Zal ik wat in elkaar flansen?'

'Goed plan,' zei Joost. Cas pakte zijn smartphone en maakte wat overzichtfoto's.

'Mag ik die rondtwitteren?' vroeg hij. Is toch best uniek.' Het mocht. 'Dan doe ik er even een leuk tekstje bij. Chris heet ie hè. En hij lijkt op je zus?' 'Yep,' knikte Marina.

Cas maakte een tweet. Maximaal 140 tekens.

'Zojuist op bezoek kort na geboorte Chris dus. Uniek. Lijkt op de zus.# bethlehem

Maar ja. Beetje schemer. Gevalletje geen leesbril en autocorrectie. En zo ging de volgende tweet de wereld in.

'Zojuist op bezoek kort na geboorte Chris tus. Lijkt op jezus.#bethlehem.'

De rest is geschiedenis 😊.

vrijdag 24 november 2017

Gedicht van Sint aan Piet

Sint schudde zijn witte haren
Nederland was heftig dit jaar Piet

Heb eerlijk gezegd wel getwijfeld
Echt gedacht, dit jaar ga ik niet

Ze zingen hier vaak mooie liedjes
Eéntje vind ik echt speciaal

Dat van 'Hoort wie klopt daar kinderen'
Daarin zit een heel verhaal

Over een vreemdeling die verdwaald is
En die laten ze erin

Als het dan St Nicolaas blijkt
Heeft iedereen het naar zijn zin

Helaas is echter ook gebleken
Vreemdelingen zijn soms echt

En wat dat dan bij sommigen oproept
Is niet echt netjes zo gezegd

Wat een boosheid bij ene
Bij de ander klonk weer haat

Was ineens heel erg anders
Dan er in 'Hoort wie klopt daar' staat

Ook was er nog flink geruzie
Om de figuur van Zwarte Piet

De ene ziet jou best wel zitten
De ander echter helemaal niet

Dan is er nog het terrorisme
Ook iets wat al jaren duurt

Daarom wordt er op sommige plaatsen
Flink op anderen gevuurd

Begin steeds meer te denken Piet
Wellicht word ik toch te oud voor deze baan

Moeten we misschien in Spanje blijven
En Nederland voortaan maar overslaan

Maar ja dat kan ik ook niet maken
Ik ben tenslotte kindervriend

Staan ze voor niks te zingen op die kade
Nee, dat hebben die kindjes niet verdiend

Maar eerst maar eens terug naar Spanje
Flink uitrusten, zeker een jaar

Misschien gaan ze dan ooit eens leren
Een beetje lief te zijn, vooral voor elkaar

zondag 29 oktober 2017

Mijmeringen...

Mijmeringen van een trotse opa...

Je komt binnen op hele gave rode basketbalschoentjes. Begint beetje te lachen, stampt met je voetjes en roept...

'Kijk opa, doet het niet'...

Nee lieverd, in deze schoenen zitten geen lampjes, dat waren de vorige.

Bijna 2 ben je al weer en kletst honderduit, al verstaan we lang niet alles.

Maar eenmaal binnen zijn we weer helemaal in jouw wereld. Terwijl je mamma nog even een kop koffie meedrinkt ben je al druk met van alles in de weer.

We hadden gisteren een poppenbedje gekocht. Uiteraard heb ik dat met liefde in elkaar gezet en je oma heeft het keurig opgemaakt. Om het toch een verrassing te laten lijken even iets eroverheen gelegd.

Weinig kans die verrassing. Je ziet het gelijk...

'Ooooohhh poppenbed, met handje voor je mond. Oprechte blijheid in je mooie bruine ogen. Ogen, net als je pappa en oma. Maar je lijkt uiterlijk ook steeds meer op je mamma.

Altijd druk met voor ons te zorgen en net als wij allemaal gek op 'samen' zijn.

En.... maar dat is niet zo vreemd met en pappa en mamma en twee oma's en opa's...die allemaal graag aan tafel gaan...gek op lekker eten en drinken.
Je kan het zo gek niet bedenken of je lust het.

Natuurlijk ben ik bevoorrecht sowieso dat ik de status van opa heb. Maar elke week je kleinkind meemaken is ook niet voor alle opa's een vaststaand gegeven.

Terwijl we mamma uitzwaaien heb je je poppen al in bed gelegd en maak je thee voor ons in je speelgoedserviesje.

'Opa koppie thee ?' vraag je... Natuurlijk moet ik dat bij jou komen opdrinken. De onderste tree van de trap in de hal is jouw bankstel.

'Opa, kom .... zitten'...

met een gebaar van je kleine handjes wijs je mijn zitplaats aan.

Terwijl we samen thee drinken op de trap, leg je je kleine handje op mijn knie en nemen we zoals gebruikelijk alle jassen door die aan de kapstok hangen.

Onze namen lukken jou ook steeds beter. Oma Ews is al bijna goed en naar opa Kis luister ik ook al steeds beter.

En jezelf noem je regelmatig kindje Pick... Bijna goed Puck..😍.

Alle kinderliedjes passeren de revue en je kent weer meer woordjes, wat gaat dat toch snel.

De volgende fase...

'Opa pannenkoeken? En in je minipannetjes begin je te bakken. Ik kan uren naar je kijken zo. Wat een heerlijk bezig klein mensje ben je toch.

Na een uurtje gaan we lekker naar buiten. Rondje boodschappen met jouw gave driewieler met duwstang.

Natuurlijk weet je de procdures inmiddels...

Bij de Lidl staat een kistje met appels voor kids. Dat is jouw eerste stop. Die appel is nog maar half op als we bij de viskraam aankomen. Je hebt de vrouw van de viskraam inmiddels ook al ingepakt met je lieve lach en knipoogjes.

En ja hoor... 'Opa vissie'... de verkoopster noemt jou prinses en je krijgt een van haar fishfinger.
Ik mag de rest van de appel...

Zingend lopen/fietsen we terug. Onder viaducten bleren we om het hardst...

'Oewieeeeehhh... 'dat klinkt met jouw felle stem steeds leuker.

Het is bijna middag. Je oma heeft poffertjes gebakken en even ben je ontroostbaar als je per ongeluk je bord op de grond laat vallen....

Tja... je wil alles 'zewf doen'... maar dat lukt natuurlijk niet altijd.

Met een 'Opa kus' ga je voor je middagslapie. 'Effe slapie doen met chone luier' zoals je dat zo heerlijk zegt...

Denk dat ik ook effe uurtje de bank pak...

X

vrijdag 27 oktober 2017

Mijn opoe deed in de jaren zestig al aan sociale media...



Opoe deed ook al aan sociale media.

Ik heb nog twee overgrootmoeders meegemaakt.

Hoewel niet echt lang, heb ik tot mijn 9e af en toe iets meegekregen van deze generatie. En omdat ik zelf ook al weer 2 jaar de eretitel van opa mag dragen zijn dat dus zes generaties in totaal.

De ‘opoe’ waar dit verhaal over gaat, was de moeder van mijn oma. In mijn beleving een vrouw met halflang grijs, bijna wit haar, die altijd in donkerkleurige jurken gekleed ging.

 Het is vooral de beleving van een 9-jarige dus ze zal vast ook wel iets anders hebben gehad. Wat ik me nog meer kan herinneren van opoe dat ze altijd van die harde klapzoenen gaf.

Nogmaals het was mijn beleving, maar voor mijn gevoel bleef er altijd een beetje vocht achter. Ik veegde dat steevast af, waarop opoe altijd zei : ‘Zeg, ik heb geen schurft hoor !!!” Later zou mijn oma (haar dochter) dat ook nog heel vaak zeggen, want daar deed ik kennelijk hetzelfde bij.

En omdat er meer mensen in de opoe generatie waren hadden wij als kind onderling (en later als de wat meer overjarige pubers) heel strategisch in beeld welke oudere dames er met ‘bijvangst’ zoenden op verjaardagen.

Zeker bij binnenkomst, was dat wel handig als één van die oudere dames net aan een slagroomgebakje zat. Als kind kenden we onze pappenheimers ook wel een beetje.

Maar mijn opoe deed dus in die tijd, ik heb het over midden jaren zestig, ook aan (de voorloper van) sociale media. En dat net zoals nu, ook niet altijd klopte blijkt ook uit dit verhaal. Sociale media. Je zou bijna denken dan we nooit anders kenden.

Het heeft natuurlijk vele voordelen. Informatie is heel snel gedeeld en als het moet zo aan de andere kant van de wereld. Daar zit natuurlijk best een risico in. Voor de fun dingen, zaken met een knipoog niet zo erg. Maar helaas is ook alle narigheid van de afgelopen tijd ook reden voor een hoop lieden om de sociale media maar te gebruiken voor ongenuanceerd schelden. Vaak gaat een bericht viraal, soms zelfs bewust en daar wordt dan massaal op gereageerd. Zonder dat er ook maar enige vorm van controle plaatsvindt. Dat roept weer tegenreacties op en voor je het weet is er weer één bak haat gecreëerd. Dat is dan één schaduwkant.

Een andere is dat, vooral veel jongeren van deze tijd, zowel in de gewone als de virtuele wereld leven. Dat zie je helaas veel terug in het verkeer. Uiteraard zijn ook veel appende volwassenen niet uit te vlakken, maar toevallig gisteren nog moest ik fors op de claxon en een schreeuw geven, om de jonge jongen, die helemaal zijn eigen wereld leek te leven en al append op de linker weghelft op me af reed. Ik maar me grote zorgen over deze groeiende groep.

 Maar terug naar mijn opoe.

Zij woonde in de Tweede Nassaustraat, schuin boven het café waar later Bolle Jan zou komen.

Bolle Jan, de vader van René Froger, speelde daar zijn ‘schuine’ liedjes. René Froger was daar als jochie van 19 als barkeeper werkzaam en mocht af en toe zijn Tom Jones en Andre Hazesnummers zingen. We weten inmiddels hoe het René vergaan is. In mijn latere leven kwam ik nog wel eens bij Bolle Jan.

Maar opoe woonde dus best op een mooie stek, zo boven de kroeg.  Ze had op de eerste etage goed zicht op de brug over de De Wittenkade. Het was in die tijd heel gebruikelijk dat (vooral oude vrouwen) aan hun raam een spiegeltje hadden hangen, een zogenaamd spionnetje.

Formeel bedoeld om te kijken wie er voor de deur stond bij aanbellen, maar die spionnetjes waren te draaien zodat de hele buurt zo’n beetje overzien kon worden. En omdat opoe ‘slecht ter been’ was bracht zij vele uren voor het raam door, kijkend in de hele buurt. Omdat er meer opoes waren, had je aan die mensen een aardige nieuwsbron. Was wel even handig om datgene wat ze zagen even te checken op waarheid. Wat eigenlijk bij de huidige sociale media ook geen kwaad zou kunnen.

De Tweede Nassaustraat ligt in de Staatsliedenbuurt. Ik heb wel eens vaker op deze pagina geschreven dat daar mijn roots liggen. De Staatsliedenbuurt grenst bijna aan de Jordaan.

Wij kwamen voor mijn idee best vaak bij opoe. Bedenk dat het een tijd was, waarin lang niet iedereen TV had, laat staat een telefoon thuis. Informatie werd op verjaardagen en andere bijeenkomsten thuis gedeeld. En nieuwtjes werden uitgewisseld en weer verder gedeeld op latere tijdstippen (zie hier het delen cq retweeten uit de sixties).

 Op enig moment waren mijn ouders daar op visite. Opoe zat op haar gebruikelijke stek voor het raam in een ouderwetse leunstoel. Opoe kwam met het bericht dat mijnheer Jansen was overleden.

 Opoe had goed zich op alles en iedereen die in haar straat liep. De Tweede Nassaustraat is best een centrale ader, waar de tram reed en lopend was je heel snel via de Nassaukade, de Rotterdammerbrug en de Marnixstraat in hartje Jordaan. Opoe wist (ook door het spionnetje) bijna alles. Bijna, zo zou later blijken. Maar mijnheer Jansen was dus dood. Dat werd even besproken en opoe had in de week daarna mevrouw Jansen inderdaad alleen zien lopen.

Beiden (de Jansens) gingen namelijk altijd samen naar de markt in de Jordaan. Al jaren. De Jordaan kent twee, eigenlijk drie markten. Op maandag de markt op de Westerstraat. Niet te verwarren met de Westermarkt, want die is bij de Rozengracht. En op zaterdag de Lindengrachtmarkt.

 Soms lopen de markten door naar kop op de Noordermarkt, die dan wel weer echt zo heet en daar ook is om het lekker verwarrend te maken. Vandaar dus drie markten. Maar mijnheer en mevrouw Jansen gingen jaren samen en hoe triest ook, nu ging mevrouw Jansen alleen.

 Nu wil het toeval, dat mijn vader met een neef van de heer Jansen op de bouw werkte. Dus met de wetenschap dat zijn oom er niet meer was, bracht mijn vader zijn oprechte deelneming over aan die neef. Die reageerde zeer verbaasd. “Hoe en wanneer dan ? Gisteren was ie nog bij ons, in blakende gezondheid”, aldus de neef.

Ergens in de informatievoorziening van opoe, was er dus duidelijk iets fouts doorgegeven. Gelukkig was er nog geen telefoon en moest mijn pa noodgedwongen even wachten tot het eerstvolgende bezoek aan opoe om hierop terug te komen. (Zou in deze tijd ook geen kwaad kunnen, verplichte bedenktijd en dan pas reageren).

Maar dat bezoek kwam er natuurlijk. En Pa zat te wachten op het juiste moment om opoe even flink de waarheid te zeggen. Dat moment kwam sneller dan gedacht. Opoe zat weer op haar stek. Keek naar buiten en zag mijnheer Jansen ineens over de brug van de De Wittenkade komen. Mijn pa zag dat ook. Opoe verschoot van kleur… ‘En opoe…. Is deze week mevrouw Jansen soms dood?’…

Het werd uitgepraat. Opoe deed vanaf toen niet zo snel meer aan aannames…

Later kwam opoe ten val in haar huisje, brak iets en was tot het eind van haar leven opgenomen in het Amstelhof, toen een verzorgingshuis, nu de Hermitage aan de Amstel.

 Zowel in de Staatsliedenbuurt als op de Amstel, kom ik nog regelmatig. Het woninkje van opoe werd net als café Bolle Jan, gesloopt. In de plaats staat nieuwbouw.

Maar elke keer als ik daar langskom denk ik altijd aan opoe, die in haar tijd de sociale media eigenlijk al volledig beheerste…

maandag 23 oktober 2017

Imagine.... Angstige uren op cardiologie...

Angstige uren op cardiologie.


Maandag 9 oktober was het dan zover. Na anderhalf jaar van onzekerheid of er wel of niet iets met mijn hart was, stond een hartcatheterisatie gepland. Alles was zo'n beetje de revue gepasseerd de afgelopen pakweg 18 maanden. Meerdere ECG's, fietstesten, echo's, röntgenfoto's en bloedonderzoek.

Nergens iets te ontdekken. Geen infarct of andere narigheid. Heel in het begin een éénmalige kleine afwijking op een ECG. De toen geplande catheterisatie werd afgeblazen wegens te hoge bloeddruk en ik ging medisch traject in met heel veel medicatie.

Mocht sporten weer oppakken. Ging langzaam maar zeker vooruit. Klachten konden wellicht ook spiergerelateerd zijn. Vooral omdat e.e.a. bij de bovenste ribben zat. Heb in de loop der tijd wel een keer of 12 mijn ribben gekneusd gehad. Soms uitstraling naar kaak en armen. Maar vaak ook niet.

Ik had alles op kunnen bouwen en de Dam tot Damloop gelopen. Maar omdat op een CT scan duidelijk kalk was te zien en niet zeker of dit binnen of buiten de aders zat dus alsnog een catheterisatie.

In de aanloop hoor en lees je natuurlijk ook dat het wel eens fout gaat. Misprikken of zo. Misschien hoorde ik maar 2 van dit soort verhalen. Maar ze blijven hangen. En als je in zo'n medisch molentje zit hoor je veel. Heel veel.

Maar nog steeds ging ik uit van het positieve. Gewoon om alles te sluiten. Ik had nog wel heel even gewacht met inschrijven voor de halve van Egmond.

Toch misschien voorgevoel...

Maandag 9 oktober 07.30 uur...

Maar nu is het dus zover. VUMC in Amsterdam. Ik voel nu toch de spanning wel toenemen en dat is te zien bij de bloeddrukmeting.

De cardioloog die alles gaat uitvoeren komt nog even langs. Vindt de verhoogde bloeddruk geen probleem.

Slik. In Zaandam vorig jaar was dát juist de reden om alles af te blazen. Want ik kon eraan overlijden werd er toen gezegd. Hier gaan ze dus gewoon door.

Nog wat doemscenario's schieten door mijn hoofd, maar ik realiseer me ook dat ik geen keuze heb. Ik moet weten wat er is. Door blijven lopen en over half jaar omdonderen wil ik ook niet.

Daar verschijnt een man in OK-outfit. Stelt zich voor. Hij gaat assisteren bij het onderzoek. Probeert me gerust te stellen. Ik neem afscheid van m'n vrouw en word in een rolstoel gezet en richting catheterisatieruimte gereden.

Daar moet ik overstappen in een smal bed. Komt nog een verpleegkundige zich voorstellen die me ook zal bijstaan en dan begint het.

Operatiekleed over me heen, mutsie op. De sfeer is gemoedelijk. 'U oogt nogal rustig,' fluistert de verpleegkundige. Ik mompel iets van buikademhaling en stressreductie. Voel me gek genoeg heel rustig nu.

'Oké we gaan starten' zegt de cardioloog die het onderzoek zal uitvoeren.

Ik voel een infuusnaald mijn linkerarm ingaan. Voor de zekerheid compleet infuus aangelegd. In de rechter komt een verdovende injectie. 'We gaan zo daar de slagader aanprikken' zei de cardioloog. Tot zover lijkt nog alles routine. Weer een diepe zucht.

Ondanks de verdoving voel ik de catheternaald naar binnengaan en het geheel opschuiven in mijn rechterarm. Branderig is de beste omschrijving. Ik gaf wat kuchjes. Lichte verkoudheid. 'Niet te veel kuchen mijnheer'...

Routineus volgen een aantal handelingen. Het is exact 09.00 uur want het journaal is op de radio. De sfeer is nog steeds ontspannen... Totdat....

'Oké, u linker kransslagader is mooi schoon. Maar in de rechter zien we een behoorlijke vernauwing....dat gaan we gelijk proberen op te lossen.'....

Shit dus toch, schiet het door mijn hoofd. Dus toch niet spieren... Hier had ik dus helemaal niet op gerekend. Zeker niet na de Dam tot Dam.

Diepe zucht. Kalm blijven ademen. 'Mentale kracht tools inzetten' gaan mijn gedachten. Mijn lijf blijft rustig. Mijn geest gaat tekeer. Ik krijg van de verpleegkundige twee antistollings pilletjes. 'Voor als ze zo gaan dotteren'...

Dotteren. Voor het eerst valt dit woord. Hoe vaak heb ik dit niet gehoord over iemand. Bijna altijd ver van mijn bed. Nu ben ik dus zelf de sjaak... Dit gebeurt er dan dus. Maar ik had niks. Geen infarct of zo.

Ik wil eigenlijk m'n meissie effies bellen. Kan natuurlijk niet. Lig met catheterslangetje in mijn arm. Voel hem tot bij mijn hart nu.

Weer een diepe buikademgaling teug. Oh mijn god als dit maar goed gaat.

De cardioloog... 'Ik roep even een collega'... Die komt en neemt direct over. Radio moet uit.

Zie je wel. Gaat niet goed. Zal je net zien.

Het laatste nummer dat ik in mijn beleving hoorde voordat de radio uitmoest was 'Imagine' van John Lennnon.

Ik voel nu ook beetje de paniek toeslaan. Is 'Imagine' dan het laatste nummer wat ik in mijn leven heb gehoord ?

Ik doe weer een bewuste buikademhaling. Ik word iets rustiger lijkt het.

Ze schakelen direct over van popie taalgebruik, naar kort zakelijk en medisch vakjargon. Verpleegkundige moet bepaalde maat ballonnetje brengen. Klinkt echt eng nu...

Weer angstgedachten...mijn meissie weet van nog steeds van niks. Normaal maakt ze zich niet zo druk. Maar dit duurt en het duurt.... Overleef ik dit wel...? Blijft ze straks alleen achter ? Was dit het dan?

Mijn gedachten gaan naar 15 jaar terug. Toen overleed mijn pa. Hier in hetzelfde ziekenhuis nota bene...

Ik denk aan mijn zoon. Tuurlijk. Lieve vrouw, mijn schoondochter heeft ie. Prachtige dochter hebben ze, mijn kleindochter. Ze hebben de zaken goed op de rit. Moeten zij straks door zonder (schoon)vader en opa? Maar ik wil verdomme nog niet dood!

Gedachten gaan naar mijn kleine kleindochter. Het allermooiste in mijn leven. Zie ik haar nog opgroeien?

Dan breek ik.....

Durf niet te snikken maar de tranen vloeien uit mijn ogen. Nu met opschrijven ook weer. De verpleegkundige, die net weer nieuwe ballonnetje heeft gebracht ziet het. Ze veegt mijn traan voorzichtig weg.

'U doet het goed hoor'... Lief mens.. Professional. Ze snapt het.

Er gaan voor mijn gevoel wel 5 of 6 slangetjes met ballonnetjes met steeds andere maten naar binnen. Steeds zie ik op het beeld wat oplichten. Til mijn hoofd iets op. 'Liggen blijven' bijt de assistent me toe. Ik laat u straks alles zien.'

Ik durf nu helemaal niet meer te bewegen..

Na in totaal 35 minuten is het klaar, is de ader voldoende opgerekt en wordt er een stent geplaatst.

De cardiologen wensen me sterkte en verdwijnen weer. De assistent legt me uit wat er is gebeurd en ik zie nu pas goed hoe dicht de ader zat.

Later zou blijken voor 99 %...

Pffff... echt door het oog van de naald dus..

In de rolstoel waarmee ik was gebracht word ik ook weer teruggereden. Naar mijn meissie.

Eenmaal weer voor haar kijk ik in de meest angstige en verdrietige blik die ik ooit bij haar zag. 'Was je bang schat?' weet ik nog net uit te brengen. Dan breken we allebei even, grijpen elkaar vast en zijn er even tranen. Maar ook opluchting.

's Middags mag ik alweer naar huis en na een weekje van heel voorzichtig gaat het steeds stukje vooruit.

'Imagine' ....

over paar maanden weer grijsgedraaid tijdens de feestmaand....

dreunt nog lang in mijn hoofd na...

maandag 16 oktober 2017

De harde huishoudhandjes van tante Gonnie


De harde huishoudhandjes van tante Gonnie...

Ansterdam-West begin jaren zeventig. Wij woonden nog maar kort in Geuzenveld. Geuzenveld, één van de westelijke tuinsteden was een eldorado voor kinderen. Altijd buiten. Veel groen, groots opgezet.

Die week was het Kerstvakantie of zo, want neef Paul (die kwam uit Osdorp) logeerde bij ons. Neef of vriendje, dat verschil wisten we nauwelijks. We speelden veel samen. Ik ben twee jaar ouder. Ik denk dat ik 12 was in de tijd.

Het was in die tijd niet gebruikelijk toen dat moeders erbij werkte. Kwam wel voor maar was eerder uitzondering dan regel. Mijn moeder, was in ieder geval altijd thuis. Voor neef Paul was ma tante Gonnie, want wel effe netjes ome of tante ervoor en geen ge-jij en ge-jou.

Het waren dus de vroege jaren zeventig, in mijn beleving haddn we nog maar net kleuren-tv. Wasmachines zoals nu kenden we nog niet. Ma had zo'n ronde trommel daar draaide de was in. Met en beetje mazzel had je een centrifuge, maar dat was al een luxe en wasdrogers waren voor ons arbeidersmensen nog niet weggelegd.

Huisvrouwen van toen, in ieder geval ma waren in mijn ogen altijd druk en altijd met de was bezig. Wij waren met zijn vijven thuis en broerlief (nakomertje) zat nog in de luiers. Tegenwoordig zijn er weggooi-luiers. Die had je toen ook wel, maar veel te duur. Dus naast het gewone huishouden draaide er vaak een luierwas.

Omdat broer nogal eens een poepluier produceerde stond er vaak een luierwas als kookwas op het gas. Zo ging dat in die tijd. Omdat drogers geen optie waren wrong ma alle was op de hand. Gevolg... Heel sterke en harde handen.

Oma, ma's moeder helemaal. Dat was een vrouw uit de tijd van het wasbord en dan bedoel ik geen getrainde buikspieren !!!

Harde sterke handen die ook stevig aankwamen bij een af en toe uitgedeelde corrigerende tik, want dat mocht toen nog.

Ze waren nooit onterecht en slechter ben ik er niet van geworden, by the way.

In mijn beleving dus altijd aan de was en ook altijd druk. Drie kids op te voeden, man in de bouw, veel op de hand (af)wassen dus alles in de vijfde versnelling. Tijd voor flauwekul in zo'n dagprogramma was er niet echt ruim.

Nou waren neef Paul en ik best braaf, maar wel echte Amsterdamse jongetjes. Beetje de grens opzoekend, jeugd blijft jeugd tenslotte. Zoveel is er echt niet veranderd...

We besloten een beetje te gaan klooien met vuurwerk buiten. Nou is vuurwerk een groot woord. We hadden in de tijd rotjes, piraatjes en kanonslagen. Die laatste klonken het hardst. Er waren ook nog bazooka's, die klonken nog harder, maar die waren ook nogal prijzig.

En vergunningen leeftijdseisen ... Nooit van gehoord. Je kocht er gewoon tien in de feestwinkel, van je zakgeld. Als pa of ma er maar niet achterkwam, dat was de enige regel.

Nou hadden Paul en ik bedacht dat het wel leuk zou zijn om eens een kanonslag on een verse hondenbolus te stoppen. Dat zou een leuk effect geven.

Het echte snode plan was, omdat vlak bij de uitgang van de supermarkt te doen. Maar naast kwajongens waren we ook een beetje schijters. Stel je voor iemand kwam onder te zitten, dan moest je flink rennen. We besloten een proefdrol te proberen om te kijken hoever de spetters zouden komen en wat voor ons een veilige afstand was om weg te rennen.

We zochten een mooie bolus uit, in de buurt bij Dirk van der Broek. Kanonslag erin, lucifer erbij. ( van aansteeklonten en veiligheidsbrillen had nog niemand gehoord). Ik was zo stoer om het aan te steken.

Alleen.... Het werkte niet. De knal ging niet af.

Tenminste dat dachten we. Omdat de knal uitbleef besloot neef Paul even iets dichterbij te gaan kijken. Je kan het bijna al raden. Hij was goed een meter met zijn gezcht bij de bolus verwijderd of....kaboem!!!! De kanonslag ging alsnog af.

Neef Paul helemaal onder de spetters. Afgezien van de stank die hij verspreidde was het een zeer komisch gezicht. Haar, gezicht, jas, broek alles zat onder..

Tja, de vraag hoe vertellen we het thuis, ging niet op. Ze zag en rook het gelijk.

Nou was ma nogal Amsterdams en we waren nou niet echt gelovig opgevoed dus er vlogen wat krachttermen door de lucht. En haar hele dagplanning lag overhoop. Winterjas extra in de was, broek en sokken. Schoenen afboenen onder de de kraan en neef Paul moest ook effies geboend. En dat werd ie. Hij had de rooie striemen op zijn voorhoofd staan, want boenen kon tante Gonnie...

Natuurlijk alles lukte en in een paar uur was iedereen weer fris en kregen we na de bozigheid toch nog een bakkie thee. Ma is er al een tijdje niet meer. Neef Paul ( nu ook ruim in de vijftig) zie ik mondjesmaat, we zijn allebei druk met ons eigen leven.

Maar wanneer we elkaar treffen, heeft hij het nog steeds over 'de harde handjes van tante Gonnie...'

zondag 8 oktober 2017

Toen we voetballend nog iets voorstelden...



Het is 15 januari 1969.

Hoewel ik mijn jeugd voor een groot deel doorbracht in Amsterdam-West, begonnen mijn kinderjaren in Oud-Zuid, in de Sluisstraat om precies te zijn.

Voor de niet Amsterdammers, de Sluisstraat is een zijstraat van de Amstelveenseweg, hemelsbreed ongeveer een kilometer van het Olympisch Stadion. De (halve) marathonlopers van Amsterdam kennen dit stukje wel want zij lopen hier ongeveer op hun tandvlees, zeg maar.

Als er in dat stadion werd gevoetbald en de wind stond onze kant op, kon ik het juichen in mijn slaapkamertje horen. Dat was altijd spannend.

Al weken gonsde het in de buurt over een belangrijke wedstrijd. DWS-Glasgow Rangers. Er zou in ‘ons’ stadion een echte Europacup wedstrijd worden gespeeld. DWS was toen de ‘tweede’ club van Amsterdam, naast het grote Ajax.

Overal hingen affiches van deze match.
En ik, jochie van acht, mocht naar die wedstrijd. Samen met mijn vader. Hoe mooi was dat!! Naar een echt stadion. Eind jaren zestig. Dat was pas een beleving.

Pa, stoere sterke bouwvakker, uit de tijd dat bouwvakkers nog alles met de handen deden, en zoon op pad. Het was woensdag en al weken had ik op school lopen opscheppen waar ik heenging. Vriendjes waren stinkend jaloers.

Eindelijk was het dan zover. Samen op pad. Wat een indruk maakte die mensenmassa op me zeg. We hadden een zitplaats op een houten bank, maar daar kocht je kussentjes voor, wel dertig cent!

Het was flink koud. De wedstrijd was natuurlijk retespannend, al had DWS niks in te brengen. Ik weet nog goed dat ik een paar keer keeper Jan Jongbloeds naam riep als er weer een vette aanval zijn kant opkwam.

Ik denk dat hij mij niet hoorde in de kolkende massa… ;-). Ook Robbie Rensenbrink (ja die van de bal op de paal) en Rinus Israël speelden mee. Helaas kreeg DWS 2-0 klop en ik had geen idee wat de Europacup verder inhield toen, dus zo belangrijk was dat nou ook weer niet.
Nee, met je vader naar het stadion, daar ging het gewoon om.

Toen de wedstrijd afgelopen was, gooiden jongelui die achter ons zaten hun kussentjes massaal naar beneden. Als zwermen vogels daalden vele van deze kussens neer op de lager zittende massa. Ik vroeg pa nog of dat geen kwaad kon.

‘Welnee joh, die dingen wegen niks.’ ‘Mag ik ook gooien dan?’ ‘Nou echt niet !!! Die gaan we netjes terugbrengen, die zijn niet van ons’. Zo ging dat toen.

Alsof de duvel ermee speelde werd ik ineens door een kussentje geraakt, gegooid door een jongen van een jaar of achttien. Pa tegen dat joch: ‘Doe effe normaal idioot, er zit hier een kind!!’…. ‘Sorry, mijnheer’…

Ja, zo ging het echt. Dat vond ik stoer. Bij het uitgaan tussen die grote massa raakte ik in een beetje in het nauw. Weer greep die ouwe in. Met zijn grote handen maakte hij ruimte door gewoon een paar mensen opzij te duwen. En hij kreeg ruimte.

Vol trots en met rooie wangetjes vertelde ik thuis aan ma van mijn grote avontuur. En toen snel naar bed, het was al bijna elf uur en de school ging natuurlijk wel door de volgende dag.

DWS bestaat al jaren niet meer. Er was geen plaats voor twee profclubs in de hoofdstad vond men  toen.

Helaas is pa dus al een tijd niet meer onder ons. Ik had graag nog een keer naar een Champions Leaque wedstrijd met hem gegaan, gewoon zo maar twee mannen daggie op stap. Hoewel… ik geloof dat het dit jaar wel weer bij voorrondes zal blijven.

Maar die mooie herinnering, als jochie van acht met pa op pad….

Pakt niemand mij af..

vrijdag 6 oktober 2017

Kleine meisjes die grenzen opzoeken...

Kleine meisjes die de grens opzoeken...

Gisteren was het weer zover. Opadag. Al bijna anderhalf jaar dat ik deze titel met ere mag dragen. Gisteren was ook een beetje speciale.

Samen met haar andere opa klussen we aan ons bootje. Nou ja, hij klust en ik ondersteun, want de klus is nogal electronisch en ik ben niet zo technisch. Maar ik leer snel en veel.

Maar daarvoor toch echt even quality time met little princess 😍.

Sinds kort loopt ze echt. Nog niet heel zeker soms, maar het gaat al verder dan waggelen. En ze heeft daar zichtbaar plezier in. Haar actieradius ook gelijk een stuk groter weer.

Het is half acht in de ochtend als haar mamma ons kleine moppie brengt. Ze komt een soort van rennend/wagggelend op me af.

'Opaaa!!!' roept ze en vliegt met haar kleine armpjes om mijn hals. Ik krijg gelijk een paar dikke kussen. Ze springt op en neer. 'Opa, opa, opa...'
Ik smelt.😍😍😍.

Mag gelijk weer aan de bak met de verzorging van haar babypop, zoals bijna elke week, want er zit inmiddels structuur in haar dag.

Mamma doet de 'overdracht'. Er zijn een beetje weinig slaapuren geweest. Ze is een tikkie verkouden en soms niet al te vrolijk. Daar is nu nog niets van te merken, maar snel zal ik erachter komen dat het zo is. Dat niet al te vrolijk zijn dan

Na een uurtje of wat spelen wordt ze een beetje hangerig. In de oogjes wrijven. Gapen. Beetje tegen oma aan hangen. Haar pop valt op de grond. Ze schopt hem weg. Boos gezichtje. Toch maar wat van zeggen.

'Hee wijffie. Niet pop schoppen. Vindt ze niet leuk. Doet au'...

Soort van boze blik in haar mooie bruine kijkers. Weer een schop(je)...

'Dit is uitproberen' probeer ik zonder te lachen tegen mijn vrouw te zeggen.

En ietsje strenger...(soort van dan)
'Nee Puck !! Niet schoppen'....

Toch weer doen.

Oké denk ik, smelt nog steeds van je... maar hier wordt een grensje opgezocht. Hier mag natuurlijk veel, maar er zijn ook regeltjes 😊

Weer tikkie strenger, nou ja soort van stemverheffing en haar beetje boos aankijken....

'Puck!!.Is het nou afgelopen!!

Oei... Ik zie een recht onderlipje niveau pruil ontstaan en mevrouw zet me een stem op. Tranen met tuiten...

En ik ben voorlopig even personna non grata... Niets is meer goed... Dikke dikke tranen... Ik wil haar optillen....Fout !!

Ze zoekt troost bij oma die haar ook nog eens zachtjes vertelt dat pop schoppen niet oké is. Na  een kwartiertje probeer ik...Opa weer kusje ?....
Nee !!! Ze is in ieder geval duidelijk.

Ik geef haar toch even een knuffel en vertrek naar de boot waar ik met andere opa vol trots over ons gezamelijke kroost de mooiste verhalen uitwissel.

Na een dag flink aan de klus kom ik tegen half 5 thuis. Little princess is de hele dag niet in haar hum geweest.

Ze wil nog wel effe met me mee naar  buiten op haar driewieler. Zit mooie duwstang aan. Supergaaf.

Onderweg keuvelen we wat.

'Hee moppie, ben je weer opa's grootste vriendin?'  Een big smile, een dikke kus en een volmondig  'Ja' zeggen me genoeg.

Ik smelt weer. 😍😍 😍.

Zoals zo vaak...

X

zondag 1 oktober 2017

Het feest dat opa zijn heet...

Vorig jaar...

Zondagmorgen 2 oktober.

Vanmorgen vroeg wakker en omdat we het geluk van de oppas van de allerliefste hebben, die ook nog eens precies vandaag 11 maanden is, doen we na een flesje en heel veel knuffels maar eens wat voorleesverhaaltjes en kinderliedjes.

En als opa inspiratieloos begint te worden is daar natuurlijk de Ipad met kinderliedjes.nl.

Het valt me op dat er nog zoveel liedjes uit mijn eigen kindertijd bij zitten, al dan niet voorzien van leuke animaties.

Omdat ik nog steeds alles bijna foutloos mee kan zingen ben ik eens een paar van die songs gaan analyseren.

Berend Botje bijvoorbeeld...

Iedereen denkt dat ie naar Zuidlaren ging. Volgens de animatie op kinderliedjes.nl vaart ie volgens mij gewoon bij de Zaanse Schans.

Maar stel...stel hè....hij zou in deze tijd wél richting Zuidlaren zijn gegaan. Hoezo hij komt nooit weerom ??? Zuidlaren heeft ongeveer 7500 inwonders.

Met de huidige middelen hadden we die Botje zo gevonden. Ik bedoel
.ff een Burgernetje of ander Sociaal.media ding en we hadden die Botje zo gehad.

Nee wat doet die klojo...

Hij gaat naar Amerika. Tja en met de huidige roamingkosten haken wij Hollanders dan al snel af. Vandaar dat dát liedje nog steeds bestaat natuurlijk.

En neem nou die Kortjakje.

Al jaren, echt jaren....altijd ziek.

Jaja...

Maar op zondag dus niet te beroerd om naar de kerk te komen. Met een heel boek vol zilverwerk nog wel. Wat denk je dat dát weegt ?....

Dus mevrouw Jakje....dat klop dus nie 😠. U bent de kluit gewoon aan het belazeren. De zaak aan het bedotten. In deze tijd had één of andere Arbo arts u vast aan al het werk geschopt.

En dan van die beren. Hoezo het was een wonder...? Dat die beren smeren konden ?

Ga nou toch weg. Als kind zijnde al was er de reclameslogan

 'Pastachoca...Beregoed'

en zag je beren al een broodje chocoladepasta eten. Gewoon zelf gesmeerd.

Is dus helemaal geen wonder.

Gewoon aanname van de liedjesschrijver. Is in zijn hoofd gaan zitten en wij zingen dat al ruim 50 jaar.

Nee ik denk dat ik er maar eens uitga en een rapversie van 'In de maneschijn' ga maken.

Hoog tijd volgens mij 😁😁😁.

donderdag 28 september 2017

Carbonfietsen en bolle buikjes...

Soms ligt de glimlach gewoon op straat…

Twee vijftigplus mannen staan vanmorgen bij de pont. Hippe outfit. Mooie racefietsen bij zich maar ook een beginnend buikje. Fietsliefhebbers die ook van een hapje en een drankje houden.

Hmmm… herkenbaar zeg maar…

Trots staan ze tegen elkaar op te scheppen op de high-tech spulletjes op hun fiets. De één heeft iets van ergonomische gripvlakken op de handvatten.

De andere heeft het over draadloze schakelsystemen. De ander daar weer overheen over zelfdenkende tandwielen.

Geloof me, ik vind fietsen ook leuk. Heb een hele knappe Merida met alles erop en eraan maar dit gaat mijn petje ver en ver te boven.

Inmiddels komt een tanige oude baas bij de pont aan. Zijn lijf zonder ook maar één grammetje vet. Kuiten als mijn bovenbenen. Ik zag hem daar eerder.

Hij vertelde toen dat hij 84 was, maar nog steeds een paar honderd kilometer per week wegtrapte. Zeker sinds zijn vrouw er niet meer is.

Gewoon een bidon met kraanwater. Boterham met kaas in zijn fietstrui en een banaantje op de pont. Die vaart inmiddels.

Zijn fiets komt nog uit de tijd dat Jan Janssen nog aan de top stond en misschien nog wel ver daarvoor. Zo ook zijn outfit. Vale kleuren. Opzichtige kabels aan zijn fiets. Bedieningshandels van derailleur gewoon op de schuine buis van het frame ipv op het stuur en ouderwetse handremmetjes aan de beugels.

Hij hoort het verhaal van de twee vijftigplussers aan en schudt zijn hoofd een beetje.

Die hebben het inmiddels over voedingssupplementen en hun carbon frames die wel een paar honderd gram lichter zijn dan hun vorige fiets.

Dat zou nogal schelen bij het naar boven klimmen van de Cauberg.

De pont is inmiddels bijna aan de overkant.

De kranige ouwe baas stopt zijn fietsschoenen in ouderwetse touclips, geeft mij een knipoog.

Tegen de mannen met het buikje….

‘Je kan natuurlijk ook gewoon een paar kilo afvallen. Moet je eens kijken hoe hard je tegen die Cauberg op fietst, dan heb je die dure carbonfietse ook niet nodig….

Goedemorgen mannen….’

En weg was hij. Twee fanatici met een open mond achterlatend…..

Mij met een vette glimlach.

Leuk begin van de dag zo….

maandag 25 september 2017

Clowns die niet echt zijn

In het circus van het leven
Tref je af en toe een clown

Van de ene ga je lachen
Van de ander word je down

Ze dragen allemaal een masker
Je weet nooit echt, wie heb ik voor?

De één die kan wel alles spelen
De ander heb je heel snel door

Soms dan valt de maskerade
Zo ineens heel onverwacht

Is die ene joviale
Plotseling anders dan je dacht

Clowns zijn altijd iemand anders
Spelen steeds een andere rol

Maar een leven lang acteren
Houdt geen enkele clown echt vol

In het circus van het leven
Zijn ze goed en zijn ze slecht

En af en toe tref je er eentje
Dan zie je zo, die is niet echt.

cs









vrijdag 22 september 2017

We geven gewoon oma de schuld 😀

Dan geven we gewoon oma de schuld....

Mijn grootouders hadden vroeger een slijterij. In de van Hogendorpstraat, midden in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. Nou ja, eigenlijk alleen mijn oma, want opa werkte lange dagen in de bouw. Het was ergens begin jaren vijftig. Het was hard werken in die tijd, maar de slijterij bracht dan wel wat extra's. En natuurlijk niet zo'n slijterij als dat we nu kennen met hightech inrichting, grote reclames en lichtbakken, maar gewoon een deel van een woonhuis met een etalage.

Mijn moeder en haar broer Jan, moesten hiervoor zelfs wat ruimte inleveren. Haar broer, mijn oom dus, was overigens de beste vriend van mijn vader. Die kreeg weer later verkering met mijn moeder. Zodoende kunnen jullie dit lezen, snap je...😄...

Zoals gezegd, een slijterij die we nu niet meer kennen. In een volksbuurtje wat de Staatsliedenbuurt toen was, kende iedereen bijna iedereen.

Tegenwoordig hebben de slijterijen wanden van glazen flessen, zo groot zijn die schappen. Toen ook wel, maar minder grootschalig. En flessen kwamen lang niet allemaal gevuld aan. Vaak gebeurde dat met vaatjes. Vanuit de stokerij, kwamen likeuren, jenevers en andere soorten gedestilleerd naar de winkel.

Ik heb zo'n vaatje na lang zeuren van mijn oma gehad. Stond jaren bij haar in hun eigen huisje. Tegenwoordig als een heus erfstuk in onze huiskamer. Met een plantje erop, dat dan weer wel...

De slijter vulde uit die vaatjes zelf flesjes. En je kon ook zo maar 'twee maatjes' kopen. Kleine hoeveelheden, heel gebruikelijk. Mijn oma had het vele jaren later nog altijd over 'zeven maatjes' als ze moest uitleggen hoeveel er in een fles wijn zat. En ondanks dat ze het niet rijk hadden, werd er toch nog regelmatig een drankje gedronken. Voor die jaren zeker niet voor iedereen gebruikelijk.

Maar in die tijd deed de slijter dus alles zelf. En omdat oma best wel druk was overdag, winkel aan de gang houden, huishouden runnen ( natuurlijk zonder wasdrogers en alle moderne apparatuur van nu) en opa druk in de bouw, werd de hulp wel eens ingeroepen van ome Jan en pa, toen nog twee twintigers.

Hoe vaak ik niet de verhalen heb gehoord van het overhevelen van vaatjes likeur, brandewijn, jenevers jong en oud. Prachtige verhalen. Want dat overhevelen ging natuurlijk ook niet echt hightech in die jaren.

Welnee, slangetje in het vaatje, volzuigen totdat de drank begon te lopen en dan letterlijk het flesje vullen. Vaak kwam er natuurlijk een slokje mee naar binnen. Met al die soorten door elkaar en een paar uur 'werken' op zo'n avond werd het altijd heel gezellig zo heb ik begrepen.

Ook gaat er nog zo'n mooi verhaal over advocaat. Advocaat, momenteel niet zo populair meer, werd in die jaren best veel gedronken. Ik had veel (oud) tantes die een ' advocaatje met slagroom' erg waardeerden.

En die advocaat... Maakte mijn oma zelf. Brandewijn, suiker, eieren en vanille.... In een pan op het vuur maakte oma dit met liters tegelijk. Een nachtje overstaan en laten afkoelen en de voorraad advocaat kon de winkel in.

Zo ook die nacht....

Ome Jan kwam laat thuis. Of het na een avondje stappen of werken was weet ik niet meer. Het was in ieder geval laat en donker. Hij was nogal hongerig en sloop de keuken door naar iets eetbaars....Twintigers hebben eeuwig trek...

Hee... wat stond daar op het gas af te koelen.... Hij trok de deksel van de pan en dacht een lekkere portie versgemaakte vanillevla aan te treffen en deed zich tegoed aan bijna een liter.....

Hij sliep die nacht heerlijk vast en werd wel wakker met flinke koppijn. En oma mocht weer opnieuw aan de bak.

Deze verhalen komen nogal eens naar boven tijdens een gezellig samenzijn. De slijterij die inmiddels al lang niet meer bestaat, bond de familie op die manier nog vele jaren.

En als er weer eens ergens op geproost moest worden klonk bij ons steevast als excuus....

'Ja we houden dan wel van een wijntje, maar we stammen nu eenmaal af van een slijtersfamilie'...

Dan geven we gewoon oma de schuld....😄😄😄

maandag 18 september 2017

Ode aan de vrijwilliger...

Afgelopen weekend liep ik de Dam tot Damloop. Waanzinnig evenement. Logistiek met bijna militaire precisie georganiseerd.

Maar zo'n evenement valt of staat door de aanwezigheid van heel veel vrijwilligers. Echt super zijn deze toppers die het verschil maken.

En er zijn mensen die deze vrijwilligers soms, laat ik het netjes zeggen, onheus bejegenen. Of het nu de afzetpost bij het loopparcours is of een verkeersregelaar... er zijn lieden in onze samenleving die namelijk overal sch.... aan hebben.

Voor al die vrijwilligers bij loopjes, maar ook heel veel bij verenigingen, schreef ik deze ode...

U kent ze vast ook wel. Die mensen met echt een verenigingshart. Alles over voor hun cluppie.

Vaak zijn ze al zo lang lid, dat niemand meer weet wat ook al weer de reden was waarom ze lid werden.

Nu zijn ze er in vele soorten. Ik ben er natuurlijk zelf ook één. Ik bedoel, drie keer per week als trainer voor een groep staan, natuurlijk de nodige organisatorische inzet, vergaderingen bijwonen, bijscholingen etc. doe je natuurlijk niet als je dat niet leuk vindt.

Onkosten worden dan wel vergoed maar je moet er toch wel plezier in hebben.
Nou ben ik in de loop der jaren van meerdere clubjes lid geweest. Als actief sporter. Maar ook als bestuurslid, begeleider, trainerscoördinator en scheidsrechter. Dat zijn nog de sportieve zaken. Maar ook voorzitter bij een vereniging van eigenaren was echt wel vrijwillgerswerk.

Maar toch heeft één bepaalde groep een beetje mijn hart gestolen. Niet dat ze beter zijn dan anderen, o nee, dan zou ik die anderen tekort doen.

Nee, meer omdat ze een beetje bijzonder zijn en omdat ze bijna bij elk cluppie in nagenoeg dezelfde vorm te vinden zijn. Ik noem ze voor het gemak maar de dagploegmannen- en vrouwen.

Ik haal er een paar voor het voetlicht die ik in de loop der jaren persoonlijk meemaakte.

Voetbalvereniging RCZ.

Daar heetten ze toen de dagploeg. Als jaren een vast groepje mannen en soms ook vrouwen vaak al ver na hun pensionering, die de kantine schoonhouden, de inkoop regelen, de velden helpen onderhouden, kleine verbouwingen doen enzo.

Het groen op en om het terrein staat er perfect bij. Altijd stipt op tijd als was het hun eigen werkgever. Maar ook al jaren vaste patronen en tijden.

Om half drie koffie bijvoorbeeld. Niet om vijf voor half drie of vijf over het half..
Nee gewoon half drie !!!

Die kantine ziet er altijd spic en span uit en ook de kleedkamers kun je als de dagploeg weg is weer door een ringetje halen.

Kleedkamers die door sommige teams als een zwijnenstal zijn achtergelaten. De dagploeg zit er niet mee.

Beetje mopperen soms, maar dat mag natuurlijk. Ook de wedstrijdballen worden bijna met liefde behandeld. En laten ze niet merken dat er een bal bij een verkeerd team gebruikt wordt, want ze zijn in staat een wedstrijd stil te leggen.

Atletiekvereniging Zaanland

Daar heten ze de mopperploeg. Weer heel ander kaliber, hoewel de leeftijd niet veel verschilt van de vorige. Hier geen vervuilde kleedkamers waar noppen van voetbalschoenen worden ontdaan van graszoden, maar wel trainers (soms ook ik, sorry) die rotzooi op de baan achterlaten. Pilonnen die her en der blijven staan. Alles wordt ook hier geregeld. Stoelen en tafels worden volgens een vast schema neergezet. Bij Start to Run keurig in een rijtje.
De baan wordt netjes bijgehouden, geen streep staat verkeerd. De vérspringbakken worden ontdaan van de kattenstront en het zand daarin is altijd vlak als een spiegel.

En ja hoor, natuurlijk zijn er trainers die die vérspringbakken niet afdekken na afloop. Dat krijg je dan ook te horen. Ze heten niet voor niets de mopperploeg. Maar oh oh oh als ze er niet waren. WC's zijn altijd schoon. De gevonden voorwerpen worden zorgzaam behandeld en de kantine is altijd bijgevuld.

Tot slot was ik laatst te gast bij de vrijwilligers van Zeilvereniging De Onderlinge.

Het was de botenhijsdag en omdat ons bootje voor het eerst de wal op ging voor onderhoud in een loods was ik daarbij. Ook bijna allemaal weer pensionados met hun clubhart op de juiste plaats. En wat een team.

Wauw!!!

Duidelijk één leider. De hijsmeester noem ik hem maar. Hield alles in de gaten. Niet één boot ontsnapte aan zijn aandacht. Hij bepaalde wanneer het koffietijd was, maar vooral wanneer die voorbij was. Ik kreeg ook een taak. Frames opbouwen.

Zat een heel systeem achter.
Ik begon als jongste bediende. Maar na tien frames kreeg ik het een beetje door. Werd geholpen door een paar zeer aardige zestig en zeventig plussers. Toen mijn eigen 'schip' aan de beurt was vroeg en kreeg ik twee zeer ervaren rotten mee.

Met het grootste gemak coachden ze mij al varend naar de juiste plek. Ik sprak ook nog een bekende van de loopgroep. 'Die dinsdagploeg hier komt niemand tussen. Is al jaren een team. Begin maar met dingen aangeven.'

Ik voelde mij helemaal op zijn plek als 'aangever.' Heerlijk om ook weer eens beginner te zijn. Helemaal out of the comfortzone...

Alle vier deze ploegen hadden iets gemeenschappelijks. Bijna allemaal zeer gepensioneerd en zeer gepassioneerd.
Allemaal op tijd hun koffie. Allemaal goud waard en onmisbaar voor een vereniging en nogmaals er zijn veel meer van dit soort toppers bij iedere club. Hulde aan deze mensen.

Ik mag nog een tijdje langer dan gepland doorwerken van de overheid. Wel ietsiepietsie minder. Ik hou het voorlopig nog maar even bij het vrijwillig geven van looptrainingen. En misschien wel later op de dierenambulance of zo iets.

Maar wie weet komt het ooit zover. Dan wil ik ook bij zo'n ploeg. Flink aan de bak.

Mocht u nou eens even moeten wachten bij een sportevenement omdat een vrijwillige verkeersregelaar u tegenhoudt, denk dan even aan dit verhaaltje

vrijdag 15 september 2017

Pa z'n gereeedschap was heilig...

Pa zijn gereedschap was heilig.

Van de week moest ik thuis even een klein klusje doen. Daarvoor heb ik een klein bakje met handgereedschap. Schroeftolletje, wat inbussleutels, doppen set, allemaal superhandig. Maar in het bakje zitten ook nog enige stukken handgereedschap die ooit van mijn pa waren, waaronder een paar beitels. Ineens gingen mijn gedachten ruim 45 jaar terug.

Het liep tegen het einde van de jaren zestig. Pa werkte als timmerman in de bouw. Pa was ambachtelijk opgeleid. Zonder elektrisch gereedschap. Ik meen me nog te herinneren dat hij hartstikke trots was op zijn eerste pompschroevendraaier, zeg maar de handmatige voorloper van de huidige elektrische schroeftol. Hij had geloof ik wel af en toe een elektrische boormachine, maar ook nog een zogenaamde booromslag.

Gewoon een mooi vak timmerman. Ik kan me ook goed herinneren dat mijn vader altijd naar hout rook als hij van zijn werk kwam. Er werd veel gezaagd, geboord, geschaafd gebeiteld. Timmerlieden hingen helemaal zelf deuren af. Vanaf het uitbeitelen van de plaats waar scharnierbladen later kwamen als het inzagen van een slot en het uiteindelijk pas schaven. Maakten zelf kozijnen alles met het handje.

Nu was het in de tijd zo dat er veel werd gebouwd in en om Amsterdam. De Westelijke tuinsteden groeiden als paddestoelen uit de grond. Op de plek waar nu de A10 ligt lag een hele dijk van zand onder andere afkomstig uit de huidige Sloterplas en wat verder richting de Zaanstreek kwam dit uit het Jagersveld.

Pa had een vaste gereedschapskist die verhuisde van bouw naar bouw. Liep een project ten einde, dan volgde ontslag, maar vrijwel op dezelfde dag werd een nieuwe baas gevonden. Zo ging dat toen. Soms misschien iets langer geen werk, dan kwam pa met zijn gereedschapskist naar huis maar hij was nooit lang zonder werk.

Ook was het in die jaren zo dat er flink werd bijgeklust ’s avonds en in de weekenden. Goede timmerlieden waren altijd wel ergens nodig. Om die reden had pa op zolder nog een flinke hoeveelheid handgereedschap. Hij onderhield dit zelf. Sleep zijn beitels, vijlde zijn zagen dat soort dingen. Goed gereedschap was toen ook al het halve werk. Maar goed gereedschap was ook toen al vrij prijzig. Pa was dus bloedzuinig op zijn gereedschap. Het was immers zijn brood. Maar ik was toen pas een jaar of acht en had daar helemaal geen verstand van.

Wij waren toen nog thuis met z’n vieren (die mooie zingende broer kwam later) en mijn jongere zus ging niet meer in de wandelwagen. Er was geen opvolgster dus de wandelwagen stond op zolder en moest eigenlijk weg.

Het was in die tijd erg in voor jongens in mijn straat om een karretje te hebben. Ze noemden het ook wel zeepkisten, maar in een kinderrijke buurt werd natuurlijk wel eens een wandelwagen afgedankt waardoor veel jongens zo’n kar hadden. En die wilde ik natuurlijk ook.

Zo kwam het dat ik op een regenachtige woensdagmiddag besloot om zelf eens zo’n kar te maken. Totaal verstoken van enig technisch inzicht toog ik naar zolder. Mijn moeder had het te druk met huishouden en ik heb vast iets gemompeld over een karretje.

Toen ik op zolder stond en de wandelwagen had ingeklapt kwam ik op het idee om maar eens te beginnen met het afzagen van de wielen. Die had ik immers nodig. Totaal geen plan gemaakt. Niet wetend hoe ik het zo moeten doen pakte ik één van pa’s zagen van de muur en begon.

Dat viel tegen. Er was geen doorkomen aan. Misschien was de zaag wel niet goed. Ik probeerde een andere. Ook deze werkte niet. Er ontstond wel een klein gleufje in het ijzer van de assen, maar eraf gingen de wielen niet.

Dan maar eens kijken of losschroeven ging. Maar ja, pa had veel schroevendraaiers hangen maar steeds braken ze. Na een uurtje of wat gaf ik het op. ‘het lukt niet hoor, dat karretje,’ zei ik tegen mijn moeder. ‘Vraag pappa anders maar even vanavond’ stelde mijn moeder mij gerust.

Het werd beter weer en ik ging buiten spelen. Tegen vijven kwam mijn pa thuis. Volgens mij reed hij destijds op een Solex. Lang niet iedereen had een auto. Wij ook niet. Toen we aan tafel zaten vroeg pa of ik nog wat leuks gedaan had. Vol enthousiasme, ik was nog maar acht hè, vertelde ik over mijn mislukte bouwplannen. Vroeg nog doodleuk of zagen altijd zo moeilijk ging en waarom die schroevendraaiers steeds afbraken.

Ik weet het niet meer zeker, maar volgens mij zag ik mijn vader van kleur verschieten. 'Eeh… er liggen boven geen schroevendraaiers. En…je hebt toch wel een ijzerzaag gebruikt?'
Direct naar het eten ging pa naar boven. Ik er achteraan. Bleek ik dus achtereenvolgens een kapzaag en een toffelzaag te hebben genekt. Geen tand meer op te bekennen. En zeker vier beitels naar de Filistijnen.

Gek genoeg werd hij niet boos. ‘Ik had het tegen mamma gezegd hoor, ’ begon ik nog triomfantelijk.
‘Effe één ding,’ zei hij. ‘Kom nooit, maar dan ook nooit meer aan mijn gereedschap zonder het eerst aan mij te vragen.’ Die beitels kan ik nog wel slijpen. Maar die zagen doen het nooit meer. Ik bood hem een deel van mijn spaarpot. Maar dat hoefde ook weer niet.

‘Moet je horen’ zei hij. ‘Zaterdag ben ik vrij, dan gaan wij samen een kar maken. Maar tot dan blijf je overal vanaf oké ?’ ‘Ja pap,’ zei ik braaf.

Die zaterdag daarop bouwden wij samen, nou ja hij bouwde en ik keek, de mooiste kar van de straat. Hij had nog ergens een Volkswagen kever stuur op de kop getikt. Met een bepaalde constructie had ik dus een heus autostuur op mijn kar. Die had mooi niemand. En het was gelijk een wijze les.

Pa’s gereedschap was namelijk heilig.

woensdag 13 september 2017

Jordaan op zaterdagmiddag...

Zaterdagmiddag, hartje Jordaan. Je ziet echt van alles in één uurtje tijd.

Na een flinke wandeling door het centrum, ploffen we voor een korte pitstop neer in café de Blaffende Vis.

Ooit gevraagd aan de uitbater waarom ze daar zo heten. Het was gelooft ze, omdat iemand het een leuke naam vond. Meer niet.

De Blaffende Vis haalde vroeger om Koninginnedag en tegenwoordig op de dag van de Koning vaak het journaal. ze hebben altijd de grootste en vaak origineelste gevelversiering, wel drie etages hoog.

Binnen hangt van elk jaar wel een foto. Altijd over het koningshuis en altijd met een knipoog.

We zitten op de eerste etage op een soort vide. Ik heb een prachtuitzicht over zowel het kleine café als de straat buiten. De Vis ligt op de hoek van de Westerstraat en de Tweede Boomdwarsstraat. Lekker biertjes op de tap en ook een verdraaid lekker wijntje.

Maar het is nog vroeg dus nemen we koffie. 1 gewoon en 1 latte zoals altijd. Wij dan.

Ik kijk op mijn gemak om me heen. Zat te zien in zo'n Jordaans kroegje op de zaterdagmiddag.

Naast ons, bijna aan dezelfde tafel een jong stel. Duidelijk verliefd zo zijn ze in elkaar verstrengeld, maar de plek wij wilden zitten was nog vrij. We mogen een beetje in hun buurt. Ze spreken Engels.

Hun verliefdheid blijkt wel van 2.0 want voor onze bestelling is gebracht zitten ze, weliswaar met hun armen nog verstrengeld, wel allebei naar hun eigen smartphone te turen. Hij aan een grote pint bier, zij doet een roseetje.

Beneden in de café ruimte is een vrouw alleen aangeschoven aan één van de tafeltjes. Boodschappentas bij haar die vol met boodschappen zit. Ze is al op leeftijd en duidelijk een insider.  De barman noemt haar bij de voornaam.

' Tante Nellie, gewoon hetzelfde ?' ' Doe maar jongen,' en binnen no time heeft ze een advocaatje met slagroom. Wauw, dat is even nostalgisch. Nam mijn oma ook vroeger vaak.

Het stel naast ons appt lekker verder, maar blijft wel aan elkaar vastzitten. met elkaars armen dan.

Inmiddels is vlak bij ons een vrouw met twee jongere meiden gaan zitten. Gezien het uiterlijk moet dat haast wel moeder met twee dochters zijn. Duidelijk een dagje Amsterdam, want ze praten in een Brabants accent over alles wat ze nog die dag gaan doen in groot Mokum.

Kan ze natuurlijk een rondleiding aanbieden overweeg ik, maar laat die gedachte snel varen. zitten ze vast niet op te wachten en ik eigenlijk ook niet.

Twee vrouwen komen de vide op. In de rest van het kroegje zijn alle plaatsen bezet. Tante Nellie beneden roept naar de barman dat ze er nog wel eentje lust.

Hee tante Nel, die gaat lekker !

De twee vrouwen die de vide opkwamen hebben een tafeltje bij het raam. Er is net plaats. de barman brengt nog even een stoel voor hen naar boven. Ze bestellen op zijn Amsterdams... ' een pilsie en een borreltje ' ... Ook moeder en dochter ? Ze lijken totaal  niet maar qua leeftijd.

Voor de meelezende jonkies... een borreltje (jonge jenever)was in de seventies een heel gangbaar drankje in de kroeg. wel vaak bij oudere mannen maar een jonge jenever fietste er stevig in. Eerlijk gezegd heb ik er geen smaak aan kunnen ontdekken.


Maar de barman is snel terug met een fles Ketel 1 en een tapbiertje. De twee vrouwen beginnen direct een druk gesprek over hun relatie. Oké..een setje dus. De oudste vrouw duidelijk met zo'n doorrookte stem, dat elke zin bijna overgaat in een hoestbui...


Ik kijk schuin naar beneden op straat. Achter het raam waar tante Nel naar advocaatje naar binnen nipt, komt een man van een jaar of zeventig de kroeg aan de overkant uit.

Hij draag echt ouderwets driedelig grijs, witte gympen, een leesbril op zijn kalende hoofd, maar ook een hightech koptelefoon. Hij draait een ouderwets shaggie en gaat staan roken. Hij is duidelijk een local, want kort daarop komt vanaf de overkant een andere zeventiger uit een woning. Ze geven elkaar een stevige hand. De shagroker swingt een beetje kennelijk op de muziekvan zijn koptelefoon en de andere man gaat de kroeg binnen.

Wat een gouwe stek is dit zeg.je ziet werkelijk van alles. Veel,maar heel veel vaders en moeders met kinderbakfietsen rijden af en aan door de Jordaan. De wijk heeft de naam een juppenwijk te zijn geworden, maar er zijn nog genoeg ouwe Jordanezen over.

Als we hebben afgerekend en buiten in de richting van de Lindengrachtmarkt willen lopen, probeert een jonge vent op een mondharmonica een eigentijdse versie van Jean 'Toots' Tielemans zijn 'Turks Fruit' te spelen. 'Nog even een paar jaar doorstuderen makker,' knik ik hem lachend toe.

Zaterdagmiddag, hartje Jordaan. In het alledaagse zit ook het bijzondere.

Je moet het wel willen zien dan blijf je je verwonderen...


maandag 11 september 2017

Doorslapen...



Gebroken nachten hebben ook hun charmes... Niet gelijk wegzappen het wordt heel braaf....

Nachtje kleindochter te logeren is natuurlijk sowieso feest en in de baby periode hou je natuurlijk een beetje rekening met het feit dat doorslapen geen vanzelfsprekenheid is.

Eerst om een uur of drie. Kleine kreetjes. Maar voor het als echt huilen gekwalificeerd kan worden is het al weer stil.

Half vijf...

Kreetjes worden huilgeluidjes. Duurt iets te lang. Oma gaat op onderzoek uit. Na wat lieve woordjes ergens op de achtergrond hoor ik het muziekgeluidje van de mobile met slaapmelodie voor babies.

Even lijkt het stil te worden.... even dan...

Huiltje zwelt weer aan. Zijn we dus niet gewend. Overleg om kwart voor vijf...

'Wat doen we ? Gaat ze tussen ons in?'.... Gezien de precedentwerking voor later maar even geen goed idee.

We besluiten.... Oma gaat weer plat en ik neem even de honneurs waar. Lieve zachte woordjes fluisteren. Ze is onrustig.

Beentjes en armpjes zijn volop in bedrijf. Lijkt wel of ze krampjes heeft. Zachtjes over haar buikje wrijven. Ze pakt mijn hand met haar kleine knuistjes.

Ik heb echt geen grote handen maar voor haar zijn het toch kolenschoppen.

Ze lijkt rustiger te worden. Het wordt stil. Ik zit in het donker naast haar ledikantje.

Het is inmiddels vijf uur...

Haar adem wordt rustiger en ze is stil. Lijkt nu te slapen. Heeft nog steeds mijn hand vast. Ik wil ook nog wel even slapen. Voorzichtig wurm ik mijn hand los.

Fout !!!

Ze heeft het door... Begint weer aan nieuw scenario.

Oké... ik blijf nog even. Weer hand in hand. Hoewel ik best moe ben heeft het natuurlijk ook wel wat. Opa en kleindochter. Mijn grootste vriendinnetje. Hand in hand om vijf uur 's ochtends...

Mooier wordt het niet hè...

Maar ik was moe. Looptraining in de ochend. Flink wat meters gemaakt achter de kinderwagen. Bijna 10 kilometer.

Dus hand in hand met kleine moppie...zij in haar ledikantje en ik op de grond. Toch maar even blijven leggen dan...en ja hoor... een half uur later wordt ik wakker.

Pijn in mijn sodemieter en volgens mij staat het tapijt afgedrukt in mijn voorhoofd... Maar zij slaapt 😉.

Op handen en voeten kruip ik de kamer uit. Het blijft stil en ik kruip nog even in mijn eigen bed. Tot half zes.

Weer een huiltje.... Dan toch maar tussen ons in. Niet echt consequent. Wel heerlijk rustig. Tot half 7...

Komende week maar beetje bijslapen dan...😊

NB.... de tapijtafdruk is weggetrokken ☺

vrijdag 8 september 2017

Van oude mensen...

Ergens eind jaren 70 verliet ik het ouderlijk nest om op eigen benen te gaan staan. Het was nog ruim voor het smarttv en internet tijdperk maar er waren wel al videorecorders.

Ook mijn ouders hadden een mooie Betamax. Konden daar weliswaar niet zo goed mee overweg. Ik had destijds alles voor ze geinstalleerd en mijn broer die een paar jaar jonger is en dus nog een tijdje thuisbleef wonen, hielp altijd wel effies als iets moest worden opgenomen.

Ondanks het fenomeen leesbril werd de Betamax nou niet bepaald mijn vaders ding. Mijn moeder had al helemaal niets met electronica. Dus broer regelde het instellen, programmeren etc.

Maar toen ook hij het nest verliet, werd er eigenlijk niet veel meer opgenomen of geprogrammeerd. Ja, als ze thuis waren keken ze de ene zender en namen de andere op. Het lukte gewoon niet meer. Best aandoenlijk eigenlijk. Vooral omdat mijn pa er soms over opschepte dat hij mijn opa en oma altijd moest helpen bij het gebruik van de cassetterecorder.

Wat hebben we ze daarmee geplaagd die oudjes. Konden we vooral pa lekker op de kast jagen met flauwe grappen over ouder worden.

Zelfs nu nog zijn verhalen daarover op menige verjaardag redenen om het weer eens met een big smile over 'toen' te hebben.

Tja, je kon toen merken dat ze echt oud begonnen te worden, die oudjes.

Nu zijn wij zelf op een leeftijd dat we 'uit de kleine kinderen' zijn. Er is inmiddels voor mooie opvolging gezorgd, daar schrijf ik hier regelmatig over.

Nu waren wij ook toe aan wat nieuwe electronica. Videorecorders staan inmiddels in het museum vlak bij de platenspelers en radiomeubels.

Nee dit is de tijd van internet, appen, facebooken en twitteren. Ik doe daar overigens dapper aan mee.

Wij hebben (nog) niet zoveel met Spotify etc maar een eenvoudig te installeren home cinemaset kunnen we nog wel aan.

Dacht ik tenminste.

'Het spul' stond klaar en zoonlief die ons mooie meissie even kwam brengen voor de oma en opadag vanmorgen bood aan om even te helpen met installeren van het spul.

Nou ja, hij installeerde en ik stond erbij en keek ernaar. Eigenlijk was ik hem binnen 5 minuten al 'kwijt'.

Met soms nog een goedbedoelde suggestie van mijn kant, die eigenlijk geen zoden aan de dijk zette verliep alles vrij vlot al had ik bepaalde processen niet helemaal helder. Moest ook voor elk stekkertje mijn leesbril pakken.

Gelukkig ging er ook iets niet goed, dus morgen gaan we verder.

Alles dus maar teruggeduwd in het kastje.

Ik blijf er tot morgen maar af. Alles doet het maar moet nog even afgestemd, denk ik. Er is in ieder geval tv en ik heb drie afstandbedieningen die alledrie 'iets' doen.

De geschiedenis herhaalt zich dus. Zal vast nog wel eens gezegd worden. Ze worden echt oud, die oudjes. Voel nu zo goed wat pa vroeger moet hebben gevoeld, maar ook mijn opa.

Ben die kleine maar even gaan voorlezen voor het slapen gaan. Uit Nijntje, lekker grote letters dus kan zonder leesbril. Ieder zijn kwaliteit zeg maar. Ze slaapt inmiddels als een roosje.

Ben heel benieuwd welke apparatuur zij over 30 jaar gaat inregelen voor haar 'oudjes' 😉

woensdag 6 september 2017

Iedereen heeft hier een naam

Iedereen heeft een naam.

Het moet ergens begin jaren ‘70 zijn geweest. Net als bijna ieder jongetje van bijna tien wilde ik ‘op voetballen’.

De westelijke tuinsteden van Amsterdam waren net gebouwd en veel amateurvoetbalclubs waren groeiende. Amsterdam had op dat moment twee profclubs. Ajax en DWS.

En juist dat DWS had op woensdagmiddag pupillen instuif. Ieder jongetje was welkom. Wat ik toen nog niet wist, was dat dit gewoon een voorloper was om talent te spotten voor het grotere werk.

Maar ja wat weet je als jochie van 10 eigenlijk wel. Zo trainden wij onder de bezielende leiding van de trainer ‘mijnheer’ Z. aan het sportpark op de Jan van Galenstraat.

Mijnheer, gewoon omdat een trainer nog een autoriteit was en die noemde je niet bij zijn voornaam.

Zelfs niet die keer dat een nieuwe trainer aan ons voorgesteld. Jongens, dit is mijnheer Bish, hij gaat jullie ook zo af en toe eens trainen.

Stanley Bish was toen al een profvoetballer met een behoorlijke staat van dienst, onder meer bij PSV, maar een behoorlijk stuk jonger dan mijnheer Z. Toen ik dit ’s avonds thuis vertelde legde mijn vader uit wie die Stanley Bish was. Trots dat ik was. !!

Stanley Bish kwam na die keer nog maar een paar keer bij onze groep, maar bleef ook voor mij en alle andere jongens, mijnheer Bish.

Op een woensdag stonden wij in de rij om ‘af te werken op de goal ‘ te oefenen. Een voor één speelde mijnheer Z. een bal in, die trouwens altijd op maat was. Opeens was er wat commotie.

Een van de jongetjes had een ander jongetje ‘die bruine “genoemd. Er waren in die tijd nauwelijks nog donkere mensen in het Amsterdamse straatbeeld, laat staan dat het walgelijke woord ‘ allochtoon ‘ al was uitgevonden.

Mijnheer Z. legde onmiddellijk de training stil. ‘Hoe noemde jij die jongen ? ‘vroeg hij aan het spelertje… Nou gewoon ‘die bruine’ wijzend op een jongen die naar later bleek uit Suriname kwam.

‘Luister jongens’, sprak Z. vaderlijk. ‘Iedereen heeft hier een naam’, zich wendend tot het donkere jochie. ‘Hoe heet je’ ? ‘Ik heet Edo’, antwoordde het mannetje. Oké jongens gewoon Edo dus !! Voor alle duidelijkheid, iedereen heeft hier een naam en niemand wordt hier naar zijn huidskleur genoemd, is dat duidelijk ?

Veertig Amsterdamse mannetjes knikte instemmend en eerlijk gezegd het ik het woordje ‘bruine’ daar nooit meer gehoord.

Gewoon omdat de trainer het had gezegd. Simpel eigenlijk die jaren 70...

vrijdag 1 september 2017

Tot het leven je scheidt...

Mijn leven lang ken ik ze al. Hij was de beste vriend van mijn pa en de broer van mijn ma. Werd uiteindelijk mijn oom en zijn vrouw mijn tante. Mijn ouders werden slechts 71. Mijn oom en tante zijn er nog steeds. Ze zijn al jaren samen en al jaren getrouwd. Toevallig dit jaar zestig om precies te zijn, terwijl wijzelf de vijfendertig aantikten.


We zien elkaar niet veel, hooguit twee of drie keer per jaar. Maar wel altijd even bellen met verjaardagen en zo. En af en toe sturen we even een fotootje van onze kleindochter, wat ze natuurlijk prachtig vinden.


Maar ze zijn in de tachtig en als ik daar ben zie ik gewoon een team. Helemaal op elkaar ingespeeld. Hebben slechts één blik nodig om elkaar te verstaan. Praten ook altijd met respect over elkaar. Ik weet niet hoe dat zit als de deur dicht is, want dat weet je van niemand, maar buiten een dolletje is er wederzijds respect, altijd.


In hen zie ik altijd een beetje mijn ouders terug. Zelfde generatie, zelfde buurt opgegroeid. Ze hebben altijd oprechte belangstelling. Voor mij, mijn vrouw, kind, schoonkind en kleinkind.
Gisteren belde ik. Mijn tante was jarig. Ik hoorde aan haar stem dat er ‘iets’ was. Eerst dankbaar voor mijn felicitatie. Daarna gelijk excuus, dat ze niet hadden gebeld op de eerste verjaardag van mijn kleindochter.


‘Ja jongen, sorry dat we niet hebben gebeld voor kleine moppie. Wat is het een scheetje om te zien toch. Trotse opa !! Maar je oom moest rond die tijd in de ‘opvang’. Waren we heel druk mee. Dus zijn we die kleine helemaal vergeten. Nou ja niet haar, maar haar verjaardag. Ik kon het allemaal niet maar handelen thuis. Er moest hulp komen. Vandaar die ‘opvang’. Vanavond mag hij hier, met de Kerst ook, maar hij moet weer terug.’


Ik hoor tranen in haar ietwat breekbare stem.


Nu is het zo dat mijn oom al een tijdje kwakkelt met z’n gezondheid. Kort na zijn tachtigste ernstige ziekte geconstateerd. Geopereerd. Daarna een lange periode van revalidatie, ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Complicatie op complicatie. Nu ruim vijfentachtig jaar en altijd vrolijk, tenminste tegen mij. Maar ook reëel.
‘Het houdt een keer op jongen. Het is eigenlijk allemaal klote. Piesen, poepen niks gaat meer 'natuurlijk', vertelde hij mij ooit.


Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zo zijn. Maar ook hij is altijd belangstellend. Altijd al geweest. Nadat ik mijn tante een fijne avond heb gewenst, krijg ik ook hem nog even aan de lijn.
‘Hee jongen, leuk dat je belt. Ja ze zal het wel gezegd hebben ik zit in de ‘opvang’ tegenwoordig. Een soort verzorgingshuis. Ze kon het niet meer aan je tante.


Weet je, er moeten per dag een paar medische handelingen plaats vinden. De wijkverpleegster doet dat wel, maar je tante doet de rest. En dat werd te zwaar, vandaar deze gedwongen verhuizing. Ja, ik ben ook best lastig soms. Dat zit het me allemaal tegen en dat moet zij dat weer horen en dat zeg ik dan niet altijd even aardig. En dat verdient ze niet.’


Ik hoor nu ook tranen in zijn stem. Valt ook niet mee. Ruim zestig jaar samen en ineens super afhankelijk van elkaar. En ook ineens tijdelijk uit elkaar. Ik slik zelf even en voel mijn ogen vochtig worden. Ik vraag hoe het verder gaat.


‘Ja weet je, ik ben met vijfentachtig één van de jonkies daar. En buiten wat medische handelingen ben ik best nog wel goed. ’s Avonds na het eten gaat daar iedereen plat. Ik heb een eigen kamer, maar ik noem het een luxe cel. Heb TV en wat bandjes, maar alleen is maar alleen en erg stil ’s avonds. Dan mis je toch je eigen huis en vrouw. Dan ga ik ook maar om een uur of negen plat. Vind het maar niks. Maar ik mag met de Kerst weer even losgelaten worden en hoop eind januari weer terug te kunnen.’ besluit hij enigszins luchtig.


Ik zie ze in gedachten voor me. Hij inmiddels een breekbare oude man, lijkt erg op zijn pa, mijn opa. Zij altijd netjes verzorgd en altijd lief en zorgzaam. Super lieve mensen. Samen gewoon een topteam. Zoals ik ze al mijn leven lang ken.


En nu ineens op hun ouwe dag, zomaar door het leven gescheiden…

dinsdag 29 augustus 2017

Weer even in jouw wereld

Mijmeringen van een trotse opa.

Weer een dagje in jouw wereld...

In de jaren zeventig schreef Robert Long 'Kind van vandaag'... waarin hij zijn zorg uitte hoe kinderen opgroeiden in een wereld die steeds uitzichtlozer leek.

Zou Robert nog geleefd hebben dan zou 'Kind van vandaag' nagenoeg naadloos passen.

Wat een narigheid komt er langs zeg. Is het niet een aanslag dan is het wel een oorlog. Is er grote droogte of juist extreme overstroming. Grote delen lijden onder de honger en velen zijn op de vlucht ver weg van wat ooit veilig leek.

Om nog maar te zwijgen van haatzaaien en polarisatie.

Dus een kind van vandaag is net zo'n kind als toen...

Maar vandaag kwam jij weer. Ook een kind van vandaag onwetend nog van wat er allemaal gebeurt in de boze buitenwereld. Die ken jij gelukkig nog niet zo goed.

Jij hebt je eigen wereld. Die bestaat uit wandelen met babypoppen. Bouwen van torens. Zingen van liedjes. Allemaal samen met mij of je oma.

Ik mag voor de ik weet niet hoeveelste keer hetzelfde boekje voorlezen. Met je fietsen. Je op je eigen fiets voortduwen.

Hardloopwedstrijdje in de woonkamer doen. High fives en boksjes geven terwijl we op elkaar afrennen. Samen in de kleine speeltuintjes spelen en bellen blazen.

Hele gesprekken met elkaar voeren. Elkaar niet verstaan maar wel begrijpen.😍

Dat is allemaal in jouw wereld waar verdrietjes nog maar op kleine schaal bestaan en altijd snel over zijn.

Ik heb vandaag maar een klein deel in jouw wereldje kunnen meedoen. Maar volgende week weer een hele dag.

Nu ben je weer thuis bij je pappa en mamma en ligt misschien al te dromen.

Je oma en opa hangen uitgeteld een beetje op de bank. Moe maar voldaan zeg maar.

Ik wil eigenlijk het nieuws aanzetten maar ik twijfel. Zit met mijn hoofd nog zo heerlijk in jouw wereld.

Je blijft natuurlijk niet klein en gaat zelf ook jouw eigen andere wereld leren kennen. Maar voorlopig wil ik nog heel vaak een dagje in die van jou zijn.

Omdat ik die soms boze van mij dan even helemaal vergeet.

X

https://youtu.be/vcwQD0cuKH0